De rompjes!
Ondergetekende had er nog een nieuw in de verpakking zitten. In de handel waren ze niet meer verkrijgbaar, dus we moesten zelf aan de slag. Daarom hadden we geluk dat Bas in onze club zit. Dat is een handige jongen, al zeg ik het zelf. Alles wat zijn handen maken, dat zien zijn ogen.
Om te beginnen had Bas in oktober de originele romp al in zijn handen gespeeld gekregen met de bedoeling om er een mal van te maken. Bas koos voor een mal van gips. Daar heeft ie al flink wat uurtjes aan gespendeerd. Maar het resultaat was er ook naar: zo glad als een babykontje! Die had ie goed ingesmeerd met wax en goed laten drogen bij de centrale verwarming. Na een paar weken droogtijd kon de eerste romp vervaardigd worden. En ik moet zeggen: het resultaat is om erover naar huis te emailen. Alsof het uit de fabriek komt. Wat zijn we trots op Bas!
Vervolgens werd er een avond ingepland zodat Bas een clinic kon geven hoe een epoxy rompje met drie lagen glasmat met verschillende diktes waarvan er een onder een hoek van 45 graden is gesneden moet worden vervaardigd. Met een preciesieweegschaaltje werd het gewicht van de drie glasmatten bepaald en dat was dan tevens het totaalgewicht van de hoeveelheid epoxy die aangemaakt moest worden. Zeventig gram glasmat en 70 gram epoxy (in de goede verhouding gemengd) maakt zo’n 140 gram. Daar gaat dan het overtollige materiaal af, want de matjes komen uiteraard ruim over de mal heen. Dat geeft dan een rompje van zo’n 120 gram.
Iedereen kon zien hoe dit in zijn werk ging. We hebben er veel van opgestoken. Bas heeft de productie van de rest van de rompjes op zich genomen en in maart had iedereen een exemplaar.
Sommige mensen moeten werken tussen Kerst en Nieuw, maar niet deze jongen. En ook Bas had een paar dagen verlof. Dus we hebben met z’n tweetjes bij Bas thuis de cockpitkapjes getrokken. Bas heeft een vacuümtrekker, aangedreven door een ambachtelijke stofzuiger. En met verwarmingselementen kon de in een raamwerk ingespannen vivak verwarmd worden en vervolgens getrokken worden over een mal die Bas ook had gemaakt van een originele kap. Het zag er allemaal zeer professioneel uit.
De winter was koud. Heel koud. Er waren avonden bij, dat we vanwege de gladheid maar stapvoets konden rijden om ons clubgebouw te kunnen bereiken. Als dat al lukte, en dat was gelukkig toch elke keer, dan kwamen we binnen in een ijskoude ruimte. De eerste klus was dus elke vrijdagavond om de kachel aan te maken. Daar kwam dan ook nog bij, dat we geen electriciteit hebben in ons hok. Maar we moesten toch goed licht hebben in onze bouwruimte. De tweede klus was dus om ons aggregaat aan de praat te krijgen, zodat we een beetje pik hadden in onze stopcontacten. Normaal gesproken een appeltje-eitje-plakje cake verhaal, maar met 10 graden onder nul moet je soms wat vaker trekken voordat het motortje loopt. Maar ja, ook van het aanzwengelen van een aggregaat krijg je het warm. Dus dat was dan in dit geval een win-win situatie.
Met het volgende gedicht in onze kop begon de lente:
Het voorjaar komt eraan
Het is niet meer te stoppen
We gaan weer naar het nieuwe groen
We gaan weer naar de knoppen
En het werd ook tijd dat de Geiers afgeraakten. Want het kan niet zo zijn, dat het mooie weer alweer lange tijd voltooid verleden tijd is als de eerste Geiers nog een maiden moeten krijgen. Maar dat was dus gelukkig niet zo.
Met een aantal ruwbouw vleugels konden we gaan beginnen met de folie. Maar in welke kleur?
Want zeg nou eerlijk, als je meedoet met een bouwproject, dan is het ook wel zo sjiek dat je qua kleur ook een beetje eenheidsworst hebt. De ene wilde ‘m zus, de ander wilde ‘m zo. Geblokt of met sterretjes, strepen of golfjes, iedereen had een eigen voorkeur.
Ik heb de knoop doorgehakt en democratisch besloten om ieder zijn eigen kleur te laten kiezen, maar wel voor iedereen hetzelfde patroon. En simpel houden. Je kunt er van allerlei toeters en bellen op plakken en smaken verschillen uiteraard, maar eenvoud siert. Auto’s worden ook wel eens getuned en opgepimpt door ‘m te ‘cleanen’.
Iedereen kiest daarom een eigen kleur naar eigen voorkeur. Hiermee wordt de hele onderzijde gekleurd. Deze kleur loopt aan de bovenzijde van de vleugel door van de voorzijde tot aan de hoofdlijst. Daarachter eenvoudig wit. De kielvlakken ook in de gekozen kleur.
Saai als ie in zijn eentje op het veld ligt, maar leg er zo maar eens een stuk of tien langs elkaar, dan wordt het toch een echte staffel.
En zijn ze gezamenlijk in de lucht, dan kijk je er van onderen tegen aan en dan is het net alsof er een hele zak confettie is uitgestrooid vanuit een bommenwerper… mooier kan het niet worden.
Al drie Geiers die gereed zijn liggen gezamelijk langs elkaar.
Op het moment van schrijven zijn er al 6 airborne: 2 rode, een gele, groen, oranje en zwart. Het is al een leuke staffel zo...