*OPM: ik had dit oorspronkelijk onder 'algemeen' geplaatst, maar omdat ik denk dat zweefliefhebbers relatief vaak interesse in theorie hebben heb ik 'm hier heen verplaatst**
Ik heb het altijd vanzelfsprekend gevonden dat een V-stelling langsstabiliteit oplevert, dwz een kleine verdraaiing om de langsas leidt tot een klein corrigerend koppel waardoor het model weer horizontaal komt.
Ik heb ooit eens in een boekje gelezen: de vleugelhelft die omlaag kantelt heeft een groter geprojecteerd oppervlak dan de vleugelhelft die omhoog kantelt, waardoor de lift aan die kant ook groter is en het vliegtuig dus weer terugkantelt.
Maar volgens mij is dit onzin.
De lift staat altijd loodrecht op het vleugeloppervlak, ongeacht de kanteling om de langsas van het model. Als het model een beetje kantelt is er dus geen corrigerend koppel, want de kracht (=lift) en de arm (=vleugelafmeting) blijven gelijk.
Waarom heeft V-stelling dan toch een stabiliserend effect?
Ik kan me alleen indenken dat door de kanteling de lift een kleine horizontale (dwars) component krijgt, waardoor het model een zijdelingse snelheid krijgt. Deze zijdelings snelheid zorgt er bij een v-stelling voor de de ene vleugel een beetje extra wind ONDER de vleugel krijgt en de ander een beetje ERBOVEN. Dat zou een corrigerend koppel leveren. Mar dit is dus pas zo als het model daadwerkelijk zijdelings wegslipt, en het lijkt me heel weinig.
Hoe zit dit???
Iets anders: is de verticaal gemeten afstand van het zwaartepunt tot de vleugel van invleod op de stabiliteit? Gevoelsmatig lijkt me dat een laag liggen zwaartepunt langsstabiliteit oplevert, ongeveer zoals een kiel onder een zeilboot. Alleen bij een boot verandert het drukpunt van de lift (drijfvermogen) bij kantelen van het schip, bij een vliegtuig niet.
Oftwel: als ik de vleugel in plaats van boven de romp, ONDER de romp bevestig, veranderd dan de langsstabiliteit?
Ik snap het ff helemaal niet meer.
Ik heb het altijd vanzelfsprekend gevonden dat een V-stelling langsstabiliteit oplevert, dwz een kleine verdraaiing om de langsas leidt tot een klein corrigerend koppel waardoor het model weer horizontaal komt.
Ik heb ooit eens in een boekje gelezen: de vleugelhelft die omlaag kantelt heeft een groter geprojecteerd oppervlak dan de vleugelhelft die omhoog kantelt, waardoor de lift aan die kant ook groter is en het vliegtuig dus weer terugkantelt.
Maar volgens mij is dit onzin.
De lift staat altijd loodrecht op het vleugeloppervlak, ongeacht de kanteling om de langsas van het model. Als het model een beetje kantelt is er dus geen corrigerend koppel, want de kracht (=lift) en de arm (=vleugelafmeting) blijven gelijk.
Waarom heeft V-stelling dan toch een stabiliserend effect?
Ik kan me alleen indenken dat door de kanteling de lift een kleine horizontale (dwars) component krijgt, waardoor het model een zijdelingse snelheid krijgt. Deze zijdelings snelheid zorgt er bij een v-stelling voor de de ene vleugel een beetje extra wind ONDER de vleugel krijgt en de ander een beetje ERBOVEN. Dat zou een corrigerend koppel leveren. Mar dit is dus pas zo als het model daadwerkelijk zijdelings wegslipt, en het lijkt me heel weinig.
Hoe zit dit???
Iets anders: is de verticaal gemeten afstand van het zwaartepunt tot de vleugel van invleod op de stabiliteit? Gevoelsmatig lijkt me dat een laag liggen zwaartepunt langsstabiliteit oplevert, ongeveer zoals een kiel onder een zeilboot. Alleen bij een boot verandert het drukpunt van de lift (drijfvermogen) bij kantelen van het schip, bij een vliegtuig niet.
Oftwel: als ik de vleugel in plaats van boven de romp, ONDER de romp bevestig, veranderd dan de langsstabiliteit?
Ik snap het ff helemaal niet meer.