Een stukje geplakt uit m'n EBook
De juiste plaats van de ‘tailpitch-slider’
Om het afstellen van de helikopter af te ronden doe je het volgende:
1. Maak de verbinding met de accu los, als deze al is aangesloten;
2. Zet de schakelaar om te schakelen tussen Normale vlucht of 3D/Kunstvlucht op 3D/Kunstvlucht;
3. Zet de zender aan en wacht totdat deze gereed is (het lampje op de zender niet meer knippert);
4. Sluit de accu aan op de helikopter en houd hem zo stil mogelijk, op een windstille plek. Als gevolg daarvan worden ondermeer alle servo’s automatisch in de neutrale stand geplaatst;
5. Zet de schakelaar om te schakelen tussen Normale vlucht of 3D/Kunstvlucht op Normale vlucht (‘Rate Mode’);
6. Spin de helikopter langzaam op, maar gebruik zeker niet meer dan 50% gas. De helikopter zal stevig trekken aan je draaitafel, en ongelukken wil je voorkomen nietwaar. Kijk, na het opspoelen, of de staart op zijn plaats blijft, ook als je met het gas speelt. Is dat niet zo voor dan de volgende stappen uit:
a. Als je het stangetje tussen de staartservo en de ‘tailpitch-slider’ WEL kunt verkorten of verlengen:
i. Moet je de ‘rudder-stick’ naar rechts duwen om de staart van de helikopter stil te houden dan dien je de lengte van genoemd stangetje te verkorten. Moet je de ‘rudder-stick’ naar links duwen dan dien je de lengte van genoemd stangetje te verlengen;
b. Als je het stangetje tussen de staartservo en de ‘tailpitch-slider’ NIET kunt verkorten of verlengen:
i. Teken, om de huidige instelling vast te houden, eerst de plaats van beide staart (servo)beugeltjes, met een fijne niet watervaste (kun je de streepjes later weer wegvegen) viltstift, af op de staartbuis;
ii. Maak de schroefjes die in de twee beugeltjes zitten waaraan de servo hangt zo los dat je de servo een klein beetje kunt verschuiven. Hierdoor verschuif je de servo met alles wat eraan vast zit, en dus verander je ook de plaats van de ‘tailpitch-slider’ op de staartas.
1. Moet je de ‘rudder-stick’ naar rechts duwen om de staart van de helikopter stil te houden dan dien je de servo een beetje naar de staart toe te schuiven;
2. Moet je de ‘rudder-stick’ naar links duwen om de staart van de helikopter stil te houden dan dien je de servo een beetje van de staart af te schuiven.
iii. Maak vervolgens de beugeltjes weer vast
c. Heb je één en ander aangepast begin dan weer bij punt 1 en controleer of je nieuwe instelling goed is. Stel daarna de ‘limit’ opnieuw in.
Staart de staart na bovenstaande handelingen stil dan gaan we controleren of hij dat ook blijft doen als je de ‘Heading lock mode’ schakelaar in stand voor 3D/Kunstvlucht. Om dat te doen voer de eerder genoemde stappen uit, maar sla je stap 5 over. Eerst echter wip je de schakelaar om te schakelen tussen Normale vlucht of 3D/Kunstvlucht drie keer binnen één seconde heen en weer, om te eindigen in 3D/Kunstvlucht stand van de schakelaar. Dit zorgt er bij een aantal gyro’s voor dat de gyro in de 3D/Kunstvlucht stand juist wordt ingesteld. Ten gevolge van afwijkingen in de zender en de ‘gyro’ kan het voorkomen dat de staart je de helikopter nu niet stil blijft hangen. Met andere woorden: je krijgt hem niet zo afgesteld dat hij in zowel ‘Normal mode’ als wel in ‘Heading lock mode’ stil blijft hangen. Kan dat niet dan rest je niets anders dan je helikopter in ‘Heading lock mode’ te vliegen en tijdens het vliegen niet tussen ‘Normale mode’ en ‘Heading lock mode’ te schakelen.
Het juist instellen van ‘gain’ en ‘delay’
In deze paragraaf gaan we in op het correct afstellen van de ‘gain’ en de ‘delay’, maar allereerst op we ze exact betekenen. Je kunt de ‘gain’ en de ‘delay’ uiteraard eerst op de draaitafel en daarna los daarvan uitvoeren.
De juiste instelling van de ‘gain’
Met het afstellen van de ‘gain’ (in de zender) kun je de gevoeligheid van de ‘gyro‘ instellen. De ‘gain’ bepaalt hoeveel de servo(arm) verplaatst moet worden om van de huidige vliegrichting naar de nieuwe vliegrichting te komen. In feite het tussen beide vliegrichtingen. Als de ‘gain’ te laag is ingesteld dan is de reactie traag. Is de ‘gain’ te hoog ingesteld dan krijgt de servo figuurlijk gesproken een schop en zal zich verder verplaatsen dan nodig, wat daarna weer wordt gecompenseerd (je ziet dat als het waggelen van de staart). Met andere woorden:
· Als de staart een beetje van links naar rechts beweegt dan dien je ‘gain’ iets lager te zetten (-). De ‘gain’ zorgt er dan voor dat de staart actiever, maar minder stabiel wordt;
· Als de staart ernstig naar links en naar rechts beweegt, dan dien je de ‘gain’ iets hoger te zetten (+). De ‘gain’ zorgt er dan voor dat de staart zich stabieler gedraagt, maar ook dat de reactie minder actief wordt.
De juiste instelling van de ‘delay’
Met het afstellen van de ‘delay’ (op de gyro) zorg je ervoor dat de gevoeligheid van de gebruikte servo past bij de ‘gyro’. Hoe langzamer de servo hoe groter de delay-waarde. Aan de manier waarop de staart stopt na een piro is te zien of de ‘delay’ goed is afgesteld. Correct instellen doe je in principe als volgt (maar straks daarover meer):
1. Hover je helikopter met de staart naar je toe;
2. Duw de ‘rudder’ helemaal naar rechts of links;
3. Laat vervolgens je ‘rudder-stick’ los (‘rudder-stick’ in het midden).
Bij punt 2 geef je aan de gyro door dat je de richting van de helikopter wilt veranderen. De gyro geeft vervolgens aan de servo door hoe ver de servo-arm zich moet verplaatsen om die nieuwe richting te bereiken. Omdat de helikopter blijft ronddraaien rent de servo figuurlijk gesproken achter de gyro aan en probeert hem in te halen. Bij punt 3 stop je plotseling de verandering (van richting). Omdat de communicatie tussen de gyro en de servo enkele milliseconden kost en de servo daarnaast even tijd nodig heeft zich te verplaatsen draait de staart verder door dan bedoeld en zal hij daarna de bedoelde plaats innemen (je ziet dat als het stuiteren van de staart). Met ‘delay’ kun je dit compenseren. Met andere woorden:
· Heb je de delay te hoog staan (veel ‘delay’, hoog getal) dan draait de staart nog een stukje door voordat hij stopt (hij voelt papperig aan);
· Heb je de delay te laag staan (geen of weinig ‘delay’, laag getal) dan stopt de staart abrupt, en schiet daarna een stukje terug (het stuiteren van de staart).
Gebruik je een heel snelle servo of digitale dan dient het schroefje meestal helemaal naar de nulstand (0%) gedraaid te worden. Gebruik je een standaard servo dan dient de stand zich normaal gesproken tussen de 70% en 80% te bevinden.
Het instellen van ‘delay’ en ‘gain’
Om de ‘delay’ en de ‘gain’ correct in te stellen doorloop je de volgende stappen:
1. Zorg ervoor dat de helikopter mechanisch correct is afgesteld;
2. Lees de instructie van betreffende gyro en servo zorgvuldig door;
3. Stel de ‘delay’ (op de gyro) zo in dat de vertraging maximaal is (veelal 100 op de gyro). Dit doe je omdat de reacties op het veranderen van de ‘delay’ en de ‘gain’ op elkaar lijken en je niet in verwarring gebracht wilt worden. De staart voelt door de maximale ingestelde vertraging op de ‘delay’ papperig aan, maar dat nemen we maar even voor lief;
4. Zet ook de ‘gain’ (op de zender laag ([0]);
5. Stel nu de ‘gain’ in:
i. Hover de helikopter voorzichtig met de staart naar je toe en kijk wat de staart doet;
ii. Land en verhoog de ‘gain’ stapje voor stapje totdat de staart begint te waggelen;
iii. Zet daarna de ‘gain’ een klein stukje lager;
iv. Stijg nu vanuit het hoveren snel vertikaal op, zonder de staart te verdraaien. Zie je staart tijdens de klim toch naar één kant bewegen zet dan de ‘gain’ nog een klein stukje lager.
6. Stel nu pas de ‘delay’ in:
i. Hover de helikopter voorzichtig met de staart naar je toe;
ii. Duw de ‘rudder-stick’ vervolgens helemaal naar rechts;
iii. Laat vervolgens je ‘rudder-stick’ los (‘rudder-stick’ in het midden);
iv. Kijk wat de staart doet;
v. Als de staart nog een stukje doordraait voordat hij stopt verminder je de vertraging (zet je de ‘delay’ een beetje lager, dus veelal richting de 0);
Voer stap i t/m v net zolang uit tot dat de staart goed reageert (stopt) zonder daarna spontaan terug te bewegen (te stuiteren). Zie je de staart stuiteren zet de ‘delay’ dan wat lager;
7. Voer de vorige stap ook uit door de ‘rudder-stick’ helemaal naar links te bewegen. Als de helikopter dan anders reageert zet dan de ‘delay’ op het gemiddelde van beide bevindingen.
Aandachtspunten zijn:
1. Hoe hoger de snelheid waarmee de (hef)rotorbladen ronddraaien hoe lager de ‘gain’ zal zijn, en hoe lager de snelheid waarmee de (hef)rotorbladen ronddraaien hoe hoger de ‘gain’ zal zijn
2. De ‘gain’ staat in HH-mode vaak wat lager dan in ‘rate mode’;
3. Staat de ‘gain’ erg laag maak dan de actieve lengte van de servo-arm wat korter om de ‘gain’hoger in te kunnen stellen v.v, maar stel daarna wel de ‘limit’ weer juist in (de ‘tailpitch-slider’ mag de zijkanten van het staarthuis niet raken);
4. Blijft de staart uitbreken bij het snel opstijgen dan kun je overwegen de ‘throttle-curve’ wat aan te passen (bijvoorbeeld in idel-up van 100, 75, 50, 75, 100 naar 100, 90, 80, 90, 100);
5. Slaat de staart op en neer dan zullen je (hef)rotorbladen mogelijk te strak staan. Los dit eerst op voordat je de ‘delay’ en de ‘gain’ instelt.
Groeten
Martin