Volgens mij klopt dat niet. Hoe hoger je de ballast aanbrengt, deste instabieler en tuiteliger een boot wordt, ongeacht de rompvorm. Als je de ballast te hoog aanbrengt zal de boot om gaan.
Is niet geheel en al waar.
Uiteraard, als je het gewicht TE hoog legt, valt de boel om.
Maar TE laag is ook niet goed, en JUIST DAN krijg je een boot die bij het minste of geringste heel heftig gaat bewegen, het zogeheten tuimelaar-effect. Omslaan zal ie niet, maar het is niet ondenkbaar dat je boot zo wreed wordt dat je bij het minste of geringste met de gangboorden door het water gaat, water schept en dan toch afborrelt.
In het echt kan een te laag zwaartepunt voor heftige schade zorgen, omdat de boot na een verstoring TE heftig weer rechtop komt, doorschiet naar de andere kant en geloof me, dan lukt het je al gauw niet meer om gewoon op je beide beentjes te blijven staan. Bij modellen kun je dan bijvoorbeeld vrij makkelijk een los op de boot staande opbouw verliezen.
Er zijn twee soorten stabiliteit: Statische stabiliteit, wat min of meer "het gewicht onderin" is (is niet helemaal waar, maar voor de meeste mensen het begrijpelijkst), en de dynamische stabiliteit, die door de rompvorm bepaald wordt.
Dynamische stabiliteit is niet een kracht of wat dan ook, maar een hoeveelheid energie. Namelijk de hoeveelheid energie die "opgeslagen" wordt in de romp als je die in een bepaalde hellingshoek dwingt. Zie het als een opgespannen veer, als dat makkelijker te begrijpen is.
Hoe verder uit elkaar, hoe langzamer de slinger, maar als ie dan gaat slingeren, is de slingerbeweging ook heftiger omdat de arm groter is geworden tov het middelpunt van de zwaartekracht van de romp. Das gewoon natuurkunde.
Dit is, niet lullig bedoeld, nonsens, dan begrijp je de natuurkunde achter het gedrag van een boot in zeegang niet.
Uitleggen wordt wat minder makkelijk, maar ik ga het toch proberen.
De derde factor, waar heel veel mensen niet eens weten dat die überhaupt bestaat, is het massatraagheidsmoment, wat een moeilijk woord is voor "vliegwiel-effect", en dat heeft te maken met hoe het totaal van de massa van de romp verdeeld is. Één klont lood, precies in het midden van het schip geeft een héél ander gedrag dan dat het lood zo veel mogelijk over de hele lengte van het schip, zo ver mogelijk naar de zijden te brengen. Dat laatste vergroot het massatraagheidsmoment, en DAT is weer, als je het combineert met een "rotatiesnelheid" een hoeveelheid energie.
Een boot wordt op niet-vlak water
niet in beweging gebracht door "krachten" maar door "slinger-energie", want dat is nu eenmaal wat golven, net als wisselstroom, licht en geluid zijn: energie.
Als dynamische stabiliteit "een hoeveelheid energie per graad hellingshoek" is, en massatraagheid maal rotatiesnelheid OOK een hoeveelheid energie is, dan volgt daaruit, dat als een golf een bepaalde hoeveelheid energie aan die romp geeft, dat
een deel van die energie EERST geabsorbeerd wordt door dat vliegwiel effect en pas wat overblijft opgeslagen wordt in de hellingshoek. Met andere woorden, hoe groter de massatraagheid, des te wijder je dat lood door de boot verspreidt,des te
kleiner de slingerbeweging wordt...
Bij het terugrollen van de boot na de golfpassage is er minder energie in de hellingshoek opgeslagen omdat die uiteindelijke hellingshoek kleiner is, en omdat het vliegwieleffect zich verzet tegen richtingsverandering, is het terugrollen ook veel beheerster.
Leg je alle gewicht onderin en op een punt, dan zal die golfenergie maar heel weinig door de massatraagheid geabsorbeerd worden, en dus omgezet worden in een grotere hellingshoek. Die grote hellingshoek levert doordat je al het gewicht onderin de boot geconcentreerd hebt, ook nog eens een grote terugrollende kracht op en de boot rolt HARD en WREED terug, en komt makkelijk in resonantie met de golven.
Je hoeft me niet te geloven, maar het is echt waar. En ik kan je dat vrij simpel laten zien met een filmpje van een van mijn eigen bootjes. Kijk maar:
Lood in de zijden, op en deels zelfs boven de waterlijn. In totaal ik meen ongeveer 1,5 kilo lood. Absolúút geen lood op de bodem, ALLE gewicht, en dat is inclusief een motor plus vliegwiel (samen bijna anderhalve kilo) ligt op of héél mischien 1 a 2 cm onder de waterlijn. Diepgang is plm 8 cm.
Ik vaar daar dwars op de golven, en de golfhoogte is ongeveer gelijk aan het vrijboord op vlak water.
Er is nagenoeg GEEN slingering in de boot. Wind is ergens tussen 2 en 3 Bft, er is nagenoeg géén hellingshoek ten gevolge van wind.Ik heb die middag iets van een uur zo gevaren, en aangezien er wat buiswater was, ongeveer 10 ml water in de boot. Meer niet.
Je moet natuurlijk NIET het ballastlood op het dak leggen, dat ook weer niet, want op een gegeven moment wordt de stabiliteit neutraal en vlak daarna negatief...