SS Oriana (Revell) RC

Menno, je moet je voorstellen wat er gebeurt als de sproeier losschiet. Dan gaat de stroom opeens ongebreideld lopen. En dat probeer je te voorkomen. Door de grotere stroom, die de eindverbruiker vraagt, zal de de draad in de lamp opgloeien. Daardoor wordt de weerstand hoger en loopt de stroom niet verder op dan 1 Ampere. Gr. Klaas.
 
Brutus, motortje is gewoon geschikt voor al die spanningen , gegevens zijn van de hoogste spanning.


Schikbaar voltage "3.0V-6.0V

Spanningssnelheid (geen belasting) stroom

3.0V 8300 rpm 160 ma

3.7V 10250 rpm 175 ma

5.0V 14200 rpm 185 ma

6.0V 17.000 rpm 200 ma

Zulke getalletjes kan ik ook uitrekenen/gokken...
Het probleem is dan alleen dat zo'n torretje dus blijkbaar onbelast 1,2 Watt opneemt op 6 Volt, en dan blijft er niet heel erg veel over voor het belastte draaien, want heel vel meer dan 2 Watt zal zo'n ding niet verdragen, schat ik: er zit maar bitter weinig koper in zo'n ding...
Het klopt ook niet echt, want die stroom zou bij 3 Volt veel lager moeten zijn. Het is natuurkundig vrij onwaarschijnlijk dat een stroom van 160 mA bij 3 volt, na verdubbeling van de spanning slechts 40 mA oploopt: Dat is een stap van 0,5 Watt naar 1,2 Watt, maar alleen al de inwendige wrijving van de motor bij verdubbeling van het toerental zou moeten verviervoudigen.

Ik zie ook geen reden waarom er dan vier tamelijk specifieke spanningen genoemd worden, en niet gewoon "3 tot 6 volt".
 
Volt is spanning en Ampère is stroom.
Dat weet en snap ik.

Ik vergelijk het altijd met een tuinsproeier als ik het even niet snap.
Zo'n draai_ of zwenkding.
De waterleiding is de batterij, de kraan de schakelaar, de slang het snoer en de sproeier de verbruiker.

Kraan niet genoeg open:
Te weinig spanning én te weinig stroom.
Sproeier gaat niet draaien.

Kraan helemaal open, maar er staat iemand op de slang (weerstand) :
Genoeg spanning, maar te weinig stroom.
Sproeier doet het niet.

Nu zet ik er nóg een sproeier tussen die meer liters per minuut nodig heeft om te draaien dan de sproeier aan het einde van de slang.
En die laatste houd ik een beetje tegen.
Dan heeft die sproeier in het midden toch nog steeds te weinig liters per minuut om te gaan draaien/zwenken?

De vergelijking met water is NIET ALTIJD bruikbaar, maar ALS je hem gebruikt, moet je hem wel goed gebruiken: wat jij bschrijft is "parallel bedrijf", het water heeft een keuze of het door de ene tuinsproeier gaat, OF door de andere.

Echter, de situatie met het lampje en de motor, dat staat in serie. ALLE stroom moet door beide apparaten.
Je moet dat zien als een kraan in de muur (de lamp), stuk slang, en aan het eind van die slang nog een kraan.
Als de kraan aan de muur half open staat, en de kraan aan het eind maar een kiertje open, dan is er weinig waterflow in de slang, en is het drukVERSCHIL over de kraan in de muur vrij gering. Het drukverschil over de kraan aan het eind is vrij groot. In de hele slang staat nu nagenoeg de leidingdruk (nagenoeg de volle batterijspanning)
Open je nu de kraan aan het eind (belast je de motor), dan gaat die kraan aan het eind verder open, en neemt de waterstroom toe. Doordat de muurkraan slechts vol half staat, begint die kraan in toenemende mate weerstand op te leveren, en wordt het drukverschil over de muurkraan groter. Dit houdt in dat de druk in de slang, NA de muurkraan lager wordt en er dus een begrenzing optreed van hoeveel water er maximaal kan lopen, en op een gegeven moment kun je die kraan aan het uiteinde van de slang verder open draaien wat je wilt, maar er komt domweg niet meer water uit dan wat die muurkraan toelaat.

Nu heeft een lamp de rare eigenschap dat de weerstand oploopt naarmate dat filamentje heter wordt En dat moet je je voorstellen alsof die muurkraan zich automatisch wat verder dichtdraait als het aantal liters per minuut te fors toeneemt.
 
Ik volg je verhaal wel.
Alleen, als ik het vertaal naar het bootje begrijp ik niet wat dan de kraan aan het einde van de slang is.
Er zit toch maar één batterijpack in de stroomkring?
 
Menno, Die kraan aan het eind van de slang is je motor (of verbruiker). Als daar meer stroom door wil lopen dan goed is voor de motor en/of regelaar dan gaat er iets stuk. Dat kan de motor of regelaar zijn. Vandaar de beveiliging in de vorm van de lamp. Gr. Klaas.
 
Oké, zo langzamerhand wordt het duidelijk.
Wel apart dat het bij zoveel bootjes dan goed gegaan is.
Maar dat komt misschien doordat ik toen niet gehinderd werd door kennis.:)
Als een kind: gewoon doen en we zien wel.
 
Ik volg je verhaal wel.
Alleen, als ik het vertaal naar het bootje begrijp ik niet wat dan de kraan aan het einde van de slang is.
Er zit toch maar één batterijpack in de stroomkring?
Je batterijpack is het waterleidingbedrijf.
Het lampje is de eerste kraan (de muurkraan), de motor is de tweede kraan aan het einde van de slang. Als je het heel ver door wilt voeren, loopt het water uit die tweede kraan terug in de grond, sijpelt daar in het grondwater, en pompt het waterleidingbedrijf uiteindelijk dat water weer terug in het systeem. Maar dat is wat minder belangrijk.

Wat belangrijk is om te onthouden, is dat een stilstaande motor in principe een volle kortsluiting is voor de stroomkring, en een draaiende motor cru gezegd een toerental-afhankelijke "weerstand" (dit is niet correct, maar de werkelijke theorie is nogal vergaand, en helemaal niet nodig): als een motor onbelast loopt, kan er maar weinig stroom passeren, want het toerental is maximaal, en daarmee de "weerstand" ook. ALLE vermogen wat in die toestand nog opgenomen wordt door de motor, wordt omgezet in warmte, via wrijving in de lagers, koper weerstand, etc. De details daarvan zijn óók volkomen onbelangrijk. Ga je de motor belasten (afremmen door een "nuttig apparaat", dan daalt het toerental, en daarmee loopt de stroom op. Een KLEIN deel van dat extra opgenomen vermogen wordt omgezet in warmte, maar het grootste deel wordt afgestaan aan het aangedreven ding (in jouw geval een schroef) en dus gebruikt voor voortstuwing.

Nu schakel je de lamp in serie, en ALLE stroom die door de motor moet, MOET ook door die lamp.
Eerst een klein stukje electro theorie, saai, maar belangrijk.
-stroombron heeft (in jouw geval) 4,8 volt aan de plus, 0 volt aan de min.
-IEDERE stroomkring die hier op aangesloten wordt, vertoont dus een "spanningsval" van 4,8 volt naar 0 volt, een beetje op dezelfde manier als dat een beekje met watervallen, een hoogtedaling vertoont, waarbij je de watervalletjes kunt zien als "verbruikers" of "weerstanden"
-stel je dus twee weerstanden/verbruikers in serie op, dan zal er een stroom lopen, en is de spanning na de eerste verbruiker gedaald, precies in verhouding met de verhouding van de twee weerstanden, en na de tweede weerstand is de spanning nul.

Maar net als bij de keuze voor de motor, is de keuze van de lamp (voltage en wattage) zeer sterk bepalend voor het resultaat.

Oké, zo langzamerhand wordt het duidelijk.
Wel apart dat het bij zoveel bootjes dan goed gegaan is.
Maar dat komt misschien doordat ik toen niet gehinderd werd door kennis.:)



Een lamp is een temperatuur-afhankelijke weerstand.
Bij lage stroomsterkte is de weerstand laag, en het ding heeft relatief weinig invloed op het geheel, de motor is dan de dominante weerstand, (nagenoeg) de volledige spanningsval vind over de motor plaats.
Nu ga je de motor remmen (belasten) en de stroomsterkte loopt op. De lamp zal nu opwarmen, en de weerstand neemt toe. Hierdoor verplaatst de spanningsval zich van de motor, naar de lamp. De spanning aan de motor zal dus dalen, en de stroomsterkte beperkt zich.

Als ik je goed begrijp, kwamen al je voorgaande motortjes uit JOUW rommelbak. De motortjes waar je nu problemen mee hebt, komen uit iemand anders zijn rommelbak.
Mensen hebben de neiging steeds hetzelfde te doen. Vermoedelijk heb jij, bewust of onbewust, je motortjes zelf altijd uit een bepaalde soort bronnen (bepaalde types apparaten of speelgoed, wat dan ook) betrokken, en degene wiens motortjes je nu gebruikt, uit een andere bron, omdat hij een andere voorkeur voor de te gebruiken spanning had.
 
images.jpg
 
Ben nooit verder gekomen als Veiligheidsadviseur en het rode boekje voor schakelbevoegdheid. Maar voor ons geknutsel vind ik 24 Volt al hoog zat. Één keer gezien welk een schade een oliegevulde 3 KV schakelunit aan kan richten. Bleef halverwege hangen, trok een vlamboog door de olie en toen die verdampt was volgde een explosie. Het hele schakelstation, op de muur tussen de trafo's na (letterlijk) plat. En de voedingspompen voor een fabriek ook stil. Gr. Klaas.
 
Was er gelukkig niet bij Roel. Gebeurde overdag en wij hadden nachtdienst. 3 van de 4 muren om en het dak op de schakelkasten gevallen. De brokstukken weg gehesen. Van stellingen, planken en zeildoek een tent gebouwd. Schakelunits gerepareerd c.q. vervangen, fabriek weer opgestart en in de tent een nieuw schakelstation gemetseld. Naast het station stonden gescheiden door muren 3 trafo's. Daarom was de muur aan die kant blijven staan. Het ergst geschrokken was de onderhoudsmonteur, die in het schakelstation aan het werk was. Toen het ging sissen maakte hij benen en was net in de deuropening tijdens de knal. Had niets gebroken! De grootste schade was de stilliggende fabriek. Gr. Klaas.
 
Pfoei, die monteur hoefde nooit meer aan staatsloten te beginnen, zijn portie geluk was voor de rest van zijn leven weg gebruikt....
Moet er niet aan denken dat ik dat mee ga maken...
 
Ach , misschien helpt het als ik zeg dat zelf na 15 jaar RC modelbouw ook ik zit te klootten in het werkend krijgen van mijn brandweertruck.
Gelukkig helpen andere forum leden mij ook een oplossing te vinden.
Je staat er dus nooit alleen voor hier, en straks als jouw scheepje vaart ga je met je huidige probleem zelf kunnen lachen.
 
Menno, Zo'n gevoel heb ik ook wel eens gehad en het was nog op mijn werk ook. Toch maar de stoute schoenen aangetrokken en langzaamaan weer begonnen. Zag die drempel steeds maar groeien. Neem lekker een zomerstop en steek de energie in je 1:1 boot. Staat die op de kant, of ligt die in het water? Van 1978 tot 2009 hebben we een boot gehad. Eerst eentje van 6 meter en daarna een van 9,5 meter. Met plezier en gelukkig mee gevaren en steeds het onderhoud zelf gedaan. In de periode dat ik nog werkte gaf dat in het voorjaar wel eens stress want rond 1 april moest alles wat op de kant stond weer te water. En na 15 maart was er een stofstop en mocht er niet meer worden geschuurd. Maar met een polyester boot hoef je (bijna) niet te schuren. En na het te water gaan een dag prikken dat de havenmeester de masten erop kon hijsen. Wel eens gehad dat ik er op het laatste moment achter kwam dat de balk die over drie spanten onder de hoofdmast lag verrot was. De vuren balk was netjes met eiken gefineerd. Net op tijd een Bankirai balk gescoord en die geplagieerd. Was nauwkeurig werk want aan de kopse kanten van die balk waren de tafelpoten bevestigd. Door het vaste middenstuk van de tafel ging de mast. Op de balk lag een alu T-stuk, waar de mast op rustte en met een pen kon worden geborgd tegen het heen en weer glijden. Als de hoofdmast éénmaal op dat alu spoor stond met de pen erin kon je de rest op je gemakje doen. Al met al was je eer de zeilen waren aangeslagen een dag zoet. Gr. Klaas.
 
Back
Top