Ik volg je verhaal wel.
Alleen, als ik het vertaal naar het bootje begrijp ik niet wat dan de kraan aan het einde van de slang is.
Er zit toch maar één batterijpack in de stroomkring?
Je batterijpack is het waterleidingbedrijf.
Het lampje is de eerste kraan (de muurkraan), de motor is de tweede kraan aan het einde van de slang. Als je het heel ver door wilt voeren, loopt het water uit die tweede kraan terug in de grond, sijpelt daar in het grondwater, en pompt het waterleidingbedrijf uiteindelijk dat water weer terug in het systeem. Maar dat is wat minder belangrijk.
Wat belangrijk is om te onthouden, is dat een
stilstaande motor in principe een volle kortsluiting is voor de stroomkring, en een draaiende motor cru gezegd een toerental-afhankelijke "weerstand" (dit is niet correct, maar de werkelijke theorie is nogal vergaand, en helemaal niet nodig): als een motor onbelast loopt, kan er maar weinig stroom passeren, want het toerental is maximaal, en daarmee de "weerstand" ook. ALLE vermogen wat in die toestand nog opgenomen wordt door de motor, wordt omgezet in warmte, via wrijving in de lagers, koper weerstand, etc. De details daarvan zijn óók volkomen onbelangrijk. Ga je de motor belasten (afremmen door een "nuttig apparaat", dan daalt het toerental, en daarmee loopt de stroom op. Een KLEIN deel van dat
extra opgenomen vermogen wordt omgezet in warmte, maar het grootste deel wordt afgestaan aan het aangedreven ding (in jouw geval een schroef) en dus gebruikt voor voortstuwing.
Nu schakel je de lamp in serie, en ALLE stroom die door de motor moet, MOET ook door die lamp.
Eerst een klein stukje electro theorie, saai, maar belangrijk.
-stroombron heeft (in jouw geval) 4,8 volt aan de plus, 0 volt aan de min.
-IEDERE stroomkring die hier op aangesloten wordt, vertoont dus een "spanningsval" van 4,8 volt naar 0 volt, een beetje op dezelfde manier als dat een beekje met watervallen, een hoogtedaling vertoont, waarbij je de watervalletjes kunt zien als "verbruikers" of "weerstanden"
-stel je dus twee weerstanden/verbruikers in serie op, dan zal er een stroom lopen, en is de spanning na de eerste verbruiker gedaald, precies in verhouding met de verhouding van de twee weerstanden, en na de tweede weerstand is de spanning nul.
Maar net als bij de keuze voor de motor, is de keuze van de lamp (voltage en wattage) zeer sterk bepalend voor het resultaat.
Oké, zo langzamerhand wordt het duidelijk.
Wel apart dat het bij zoveel bootjes dan goed gegaan is.
Maar dat komt misschien doordat ik toen niet gehinderd werd door kennis.
Een lamp is een temperatuur-afhankelijke weerstand.
Bij lage stroomsterkte is de weerstand laag, en het ding heeft relatief weinig invloed op het geheel, de motor is dan de dominante weerstand, (nagenoeg) de volledige spanningsval vind over de motor plaats.
Nu ga je de motor remmen (belasten) en de stroomsterkte loopt op. De lamp zal nu opwarmen, en de weerstand neemt toe. Hierdoor verplaatst de spanningsval zich van de motor, naar de lamp. De spanning aan de motor zal dus dalen, en de stroomsterkte beperkt zich.
Als ik je goed begrijp, kwamen al je voorgaande motortjes uit JOUW rommelbak. De motortjes waar je nu problemen mee hebt, komen uit iemand anders zijn rommelbak.
Mensen hebben de neiging steeds hetzelfde te doen. Vermoedelijk heb jij, bewust of onbewust, je motortjes zelf altijd uit een bepaalde soort bronnen (bepaalde types apparaten of speelgoed, wat dan ook) betrokken, en degene wiens motortjes je nu gebruikt, uit een andere bron, omdat hij een andere voorkeur voor de te gebruiken spanning had.