Aansturen achterste duikroeren.

Hallo,

Laatst heb ik met Lex contact gehad over de LR2 in combinatie met de achterste duikroeren. Nu heb ik hier nog vragen over en vind dat dit op het forum hoord zodat er meer mensen iets aan hebben.
Het volgende; er werd mij aanbevolen en dit vind ik ook terug in meerdere artikelen, dat de achterste duikroeren "tegen-sturen " aan de voorste duikroeren, wat gebeurt er nu als de achterste "mee-sturen "aan de voorste? Mij lijkt dat de onderzeeer dat horizontaal gaat duiken, wat zijn hier de voor- / nadelen ervan?

Hans
 
Ik ben geen "onderzee man" maar het lijkt mij dat als je met de neus vooruit duikt (dus voor en achter tegen sturen) dat je veel sneller duikt doordat je veel betere penetratie door het water hebt.
Wanneer de roeren "gelijk" sturen gaan de achterkant en de voorkant even snel naar beneden en moet je met een véél groter oppervlak water aan de kant duwen.
Bekijk het eens zo:
zet eens de punt van koksmes op een tomaat, die glijd als vanzelf door de schil en in de tomaat, zet nu het mes eens met de snijkant op de tomaat, er gebeurd helemaal niets, en waarom niet?
Omdat de dezelfde kracht uitoefent maar over een veel groter oppervlak.

Ik hoop dat je hier wat aan hebt.

Groetjes, Jesse.
 
Hoi Hans,

Bij parallel aansturen (beide roeren dezelfde kant op) blijft de boot horizontaal liggen, en wordt op en neer getrokken / gedrukt door de roeren. Voordeel: vlak en rustig varen, ook op periskoopdiepte. Nadeel: geen snel op of onderduiken mogelijk in noodsituaties. De boot moet immers 'plat' door het water gedrukt worden, en dat geeft veel weerstand. Hoe groter de boot, hoe lastiger dat wordt.

Bij tegengestelt aansturen draaien de roeren de boot om een denkbeeldige as door het midden, en zo gaat de boot hoger of lager varen. Op de gewenste diepte leggen de roeren de boot weer horizontaal. Voordeel: realistisch varen, snel uitwijken mogelijk. Nadeel: wat onrustiger op periskoopdiepte te houden.

Maar nu met de LR2 in het plaatje. Dan krijg je een combinatie van de beide methodes. Je stuurt de roeren dan tegengestelt aan, met de LR2 op de achterste roeren geschakelt. Vaart de boot vlak, dan corrigeert de LR2 het stuursignaal maar de achterste roeren. In de praktijk betekent dat dan dat je als het ware de boeg met de voorste roeren naar een bepaalde diepte stuurt. De LR2 'overruled' het stuursignaal naar de achterste roeren (min of meer, afhankelijk van de afstelling van de gevoeligheid), en laat die parralel aan de voorste tegensturen in een poging de boot horizontaal te houden. Het achterschip volgt dan automatisch de boeg. Dan heb je dus het stabiele vaargedrag van parallel aansturen. Moet / wil je nu ineens steil onder of opduiken dan stuur je een grotere roeruitslag aan. De LR2 laat vanaf ongeveer 50% roeruitslag het stuursignaal belangrijker worden dan z'n eigen horizontaal-signaal. De roeren gaan dan dus tegensturen, zoals je ze aangesloten had. Dan kan de romp dus wel schuin in het water gelegd worden, en kun je snel duiken. Meestal is snel weer boven komen belangrijker trouwens ....... :wink: :roll:

Bovenstaand verhaal is mijn visie, als ik het verkeerd zie hoor ik het graag. Ik heb al m'n boten zo geconfigureerd, en persoonlijk vind ik dat het fijnste varen. Stabiel horizontaal, en als het moet toch de volle manouvreerbaarheid ter beschikking.
 
Back
Top