Bouw van de onderzeboot VII/C van Engel

Mijn naam is Piet en dit is mijn eerste bericht op deze site.
Ik overweeg om de VII/C van Engel aan te schaffen.
Is er iemand die hier al ervaring mee heeft ?

 

hallo Piet,

Welkom op het forum.
Heb je al de knop "zoeken" gebruikt?

 

Ik heb alles afgezocht maar niets gevonden. Toch bedankt voor je snelle reactie

Piet

 

Halo Piet,

Allereerst welkom in dit onderwaterhoekje!

Over de VII van Engel is één draadje geweest, deze. Ik vermoed dat we met z'n allen een beetje tegen de prijs aan hikken ....

Over de boten van Engel in het algemeen is al wel het nodige geschreven. Met de zoekterm "Engel" en dan alleen in het subforum "duikboten" moet je toch wel aardig wat kunnen vinden.

 

Lex,

Bedankt voor je reactie. Inderdaad kon ik hier het een en ander vinden.
Ik begreep van de heer Engel dat er de afgelopen tijd veel modificaties op de VII/C zijn door gevoerd. De Beta test fase zou dus over moeten zijn.
In Nederland ben ik nog niemand tegen gekomen die deze sub gebouwd heeft.
Ik zal maar beginnen om de tekeningen op te vragen en daarna zie ik wel.

Groet,

Piet

 

Heb de tekeningen en de bouw instructie van Engel ontvangen en ben deze nu aan het bestuderen. Wat mij opvalt is dat de op CD geleverde foto's niet overeenkomen met de bij geleverde tekeningen en de volgorde van bouwen. Zal hiet een verslag van maken.

 

Dag Piet,

Ik heb vanmorgen op het duitse forum iemand gevonden die het heeft aangedurft en hij nu aan het test varen toe, 5 pagina,s info en reacties over deze boot.

Er schijnen zins het uitbrengen van deze boot al diverse updates gemaakt te zijn (zoals je al zelf zegt zag ik) door de Firma Engel. en opbouwende kritiek lijken ze wel serieus te nemen als ik het zo inschat.

Uit mijn eigen ervaring weet ik dat er snel op verzoeken via E-mail door Gregor gereageerd wordt, altans bij mij dan, al weet ik dat er ook andere geluiden zijn.

Zie : Deutsches Marine- und U-Boot -Forum - Engel VII/C

Vriendelijke groeten,

Jan huizenga.

 

Bedankt voor je reactie.
Heb eerst de handleiding vertaald naar het Nederlands en heb inmiddels de VII/C bij Engel besteld.
Kreeg vandaag bericht van Engel dat hij verlaat verzonden zal worden vanwege de grote drukte van uit het buitenland

Groet,

Piet

 

Hier alvast een deel van de vertaling van de handleiding van de VII/C

1.Technologie RACK©.4
2.Werken aan de romp.5
3.Het installeren van de rompspanten.6
4.Functionele test van de vergrendeling.10
5.Romp toevoegen.10
6.Installatie boegroeren.11
7.Installatie van de leidingen.13
8.Achter duikroeren.13
9.Installatie van het transmissieblok [A].14
10.De roeren en drager van de schacht16
11.De roeren.17
12.De installatie van de R/C componenten.20
13.Servo’s.21
14.De koppeling van de energie.22
15.Verbindingen.24
16.Boeg roeren.24
17.Achter duikroeren en stuurstangen.24
18.De onderhoud luiken.28
19.De verdere montage, de reling en de set snijder29
20.Het Mg en het kanon.29
21.Maken van de commando toren.30
22.De bedrading van de antenne.31
23.De drijvers.31
24.De ballast.32
25.Einde.32
26.De test op lekkage en trimmen.32
Algemene Waarschuwing:33
27.De controle bij de eerste vaartocht.34
28.Onderhoud van het model.34
29.Het oplossen van problemen.35

[FONT='Arial','sans-serif'][/font]
[FONT='Arial','sans-serif'] [/font]Voor dat u begint aan de bouw
Alvorens met de bouw van het model te beginnen, is het raadzaam om enkele voorbereidingen te maken. Eerst zou men een degelijke bootstandaard moeten maken; dit vergemakkelijkt het werk aan de romp. De kadertekening in de bijlage moet hier als suggestie dienen. Een geprefabriceerde standaard van Plexiglas., aluminium en roestvrij staal is naar keuze beschikbaar (item nr. 1591-z).

Noodzakelijk hulpmiddelen en materiaal voor assemblage:
Voor de voorbereiding van de overstroom openingen en alle verdere doorvoeringen en boringen, wordt het geadviseerd om een miniboor (Proxxon of Dremel) te gebruiken. Het vergemakkelijkt ook het werk voor de hars en van pvc delen. Vier vijlen van uitstekende kwaliteit van 1 mm zouden moeten volstaan voor het openen van de openingen. Voor de grotere openingen is een vijl van 2 - 2,3 mm adequaat. Als u van plan bent een handboor te gebruiken is (item nr. 3552-10/3552-23 respectievelijk) een goede keus. Voor de rechte sleuven kunnen de diamantvijlen (punt nr. 3550-10/3550-20 respectievelijk) worden gebruikt.
Voor het afwerken van de gleuven en gaten kan men het beste een diamantvijl gebruiken: (de nummers tussen de haakjes zijn de item nummers)
- halfronde 5,1 x 1,7 mm [ 3526 ]
- rond 2,9 mm [ 3527 ]
- vierkant 2,4 x 2,4 mm [ 3528 ]
- vlakke * 4,8 x 1,1 mm [ 3530 ] * met ronde randen.
Verdere hulpmiddelen:
- spiraalvormige boor (HSS): 1.0mm [ 3545-10 ],
3.2mm [ 3545-32 ],
4.0mm [ 3545-40 ],
4.5mm [ 3545-45 ]
- schuurpapier: Korreling 60.100.600 (nat)
- schurend blok
- modellering mes of gelijkaardig [ 3510 ]
- handspanzaag - zijsnijders [ 3490 ]
- punttang
- schroevendraaiers van verschillende grootte
- Inbussleutel - 1.5mm [ 3485 ])
- soldeerbout (min. 80 Watts) en tin soldeer.

Noodzakelijk materiaal:
- Epoxy van één uur [ 9507 ]
- Micro- Ballons [ 9567 ]
- Superglue, middel [ 95040 ]
- Sterke Super lijm, [ 96020 ]
- plakband band
- tweezijdige band

- Servo uitbreiding:
- 70 cm 2x [ 9470 ]
- 100 cm 2x [ 9473 ]
- 115 cm 3x [ is 9475 ]

R/C van het Systeem
Het R/C systeem moet minstens vier kanalen hebben voor de basisverrichting van het model. De kanalen zouden onderling verwisselbaar moeten zijn om een servo aanpassing en een servo centrale positieverschuiving te steunen. Nochtans, om alle functies te kunnen gebruiken, zijn R/C Systeem met acht kanalen nodig.
Beschrijving van de kanalen (CH): de kanaal nummers zijn een bijvoorbeeld

CH 1: roer links/rechts
CH 2 duik /achterin omhoog/omlag
CH 3: speedcontroller 1 vooruit/achteruit
CH 4: speedcontroller 2 vooruit/achteruit
CH 5: de tanks vullen/legen
CH 6: de tank trimmen voor/achter
CH 7: de tank fijn trimmen
CH 8: contact met een schakel module


De ontvangers mogen niet groter zijn dan 55x23x15 mm en zouden bij voorkeur horizontale servo contactpennen en kristalopname moeten hebben.
Door een multifunctionele schakelaarmodule (bijv. Multischakelaar Robbe) kunnen meerdere functies kan worden gerealiseerd. Ook kunnen de positielampen direct door een dergelijke module worden geschakeld. Als het Controlemechanisme van de Hoogte & van de Diepte LTR5 wordt gebruikt, kan de module van hand tot automatisch worden overgeschakeld.

Om de grote krachten op de stuurstangen voor de roeren en de duik roeren aan te kunnen, volstaan alleen servo’s met grote krachten, kogellagers en die snel kunnen reageren. Voor de achter roeren kan een standaard grootte servo worden gebruikt. Voor de boeg duikroeren is een minder krachtige servo voldoende.

Elke speed controller zou 25A en een hoge frequentie van de motorimpuls moeten aanbieden (hec), evenals een sterke levering van BEC kort moeten weerstaan. Twee Rokraft 120 (art. Nr. 9315) zullen een buitengewoon goed werk in deze boot doen.

Voor de spanning aan boord zijn 20 cellen van grootte D zijn noodzakelijk. Wij verstrekken deze opmaat gemaakte batterijpak (12V/16A, item nr. 5560) voor dit model. Met deze configuratie is een vaartijd van meer dan twee uren uitvoerbaar.

Om de onderzeeër onder water de grootste mogelijke stabiliteit te geven, wordt een hoogtecontrolemechanisme geadviseerd. De buiten aansluiting voor de LTR5 is al geïntegreerd in het achter bulkhoofd (die door de transmissiedoos bij achterdeks overgaat).

De bovengenoemde RC componenten zijn niet alleen dure supplementen. Zij zijn noodzakelijk voor het veilig varen met een modelonderzeeër. Een aangetaste bedrading of een te zwak afgemeten component RC leidt vaak tot een "totale mislukking" en zelfs verlies van de boot. Daarom moet het materiaal met uitstekende kwaliteit worden uitgevoerd.

1. Technologie RACK©.

De Technologie Rack© bestaat uit negen secties, die niet aan elkaar mogen worden gelijmd. De twee zuigertanks worden met alle noodzakelijke geprefabriceerde spanten geleverd.

Alvorens de geprefabriceerde spanten en dragers los te maken is het raadzaam om de individuele delen met de aangewezen partnummers te merken. Om de delen uit de CNC platen te halen, is een miniboor (Proxxon of Dremel) met 1 mm boor het best te gebruiken.
Daarna moeten alle boorresten weg worden geschuurd.

De bouw, in overeenstemming met ingesloten tekeningen, wordt uitgevoerd van achtersteven tot boeg. Bij het uitvoeren hiervan, is het verplicht om aandacht voor de correcte positie van de spanten te hebben. Vermijd bouw fouten, en plaats eerst alle onderdelen samen, d.w.z. zonder lijm.
De medium viscositeit superglue (Cyano) moet voor de delen worden gebruikt die moeten worden samen gelijmd (RAPID CA., item.-96040).

- NOTA! De resterende stukken van spant [ G ] moeten voor later gebruik worden bewaard.

Daarna moeten de laadbare batterijen in de revolver worden geplaatst. Secties 3 en 4, 4 en 5, 5 en 6 evenals 6 en 7 kunnen nu samen worden vast gemaakt. Schroeven van secties 4 en 5 evenals 5 en 6 zou hoofdzakelijk "los moeten zijn". Dit is omdat de spanten na het aanbrengen van de batterijen zich zullen uit richten. Nadat de individuele secties gereed zijn, worden de buizen [ S7 ] [ S11 ] ook naar binnen geduwd. Dit kan een vrij een strakke pasvorm zijn. Dit is, echter, bedoeld aangezien een hogere stabiliteit van Technologie Rack© daardoor wordt bereikt.

De drie lange aluminiumstaven [ S1 ] en beide messingstaven [ S6 ] worden geschroefd in het transmissieblok [ A ].

Om de bouw te vergemakkelijken, is het raadzaam om Technologie Rack© op een gelijke oppervlakte te zetten om het buigen van de staven te vermijden. Dit moet met grote zorg moeten worden gedaan. De staven zouden met weinig wrijving naar binnen moeten kunnen worden geduwd. Wanneer dit niet het geval is, vergroot de boring lichtjes zoveel als nodig. Dit is belangrijk, aangezien de volledige techniek van de constructie met deze vijf staven gerealiseerd word.

Tot slot worden de twee paddenstoelschroeven [ R20] geschroefd in het transmissieblok. Om de correcte hoogte aan te passen, gebruikt men een afvalstuk dat van de plaat van 5 mm pvc wordt gesneden; dit moet onder de paddenstoel schroeven worden geduwd. Na correcte aanpassing zouden de paddenstoel schroeven met secondelijm moeten worden beveiligd.

Vervolgens worden in spant [ M ], drie paddenstoel schroeven [ R20 ] gedraaid en vastgezet met secondelijm. Ook hier wordt de nauwkeurige afstand bepaald met een schrootstuk van de plaat van 5 mm pvc.

Voor het testen van de sluitfunctie, kan sectie 9 (die later wordt geïnstalleerd in de boegconus) worden vastgemaakt en worden gesloten. Het schuiven van de paddenstoelschroeven op pvc kan met één of ander smeermiddel/vet worden verbeterd.

Technologie Rack© kan nu voor dit moment opzij worden gezet.

2. Werken aan de romp.

Alvorens met het daadwerkelijke boorwerk te beginnen, is het raadzaam om met de materiële eigenschappen van GRP vertrouwd te maken. Dit kan met de niet gebruikte delen.
Na deze "droge oefening", worden alle verdiepte groeven geopend met een frees van 1 mm en met een diamantvijl bijgewerkt. Bovendien moeten alle openingen voor laten werken van het model (d.w.z. de uitgangen enz. van de steunschacht.) worden geopend. De drie inspectie openingen op dek evenals opening die de achter duikroeren toegankelijk maakt worden langs de lijnen uitgezaagd.

NOTA! Voor deze bewerkingen worden frezen van het 1 en 2 mm vereist. Indien de frezen heet wordt of de snijkant bot wordt, moet de boor, onmiddellijk worden vervangen. Anders verbrandt de Gelcoat of wordt explosief.

NOTA! De nieuw geplaatste frees heeft nu de volledige breedte; daarom wordt voorzichtigheid vereist.

Met de voorbereiding van de groeven in de drie inspectie dekken moet worden opgemerkt dat dit materiaal wezenlijk zachter en gevoeliger is dan GRP.

Tijdens al het boorwerk NOOIT volledig tot de rand van het daadwerkelijke boren. Dit is omdat de definitieve vorm van de gaten slechts door met een diamantvijl te bewerken wordt bereikt!

Als al het boren en het vijlen is voltooid, moet de binnenkant met schuurpapier (korrel 80-100) worden geschuurd. Hier, moet aandacht aan veiligheid op het werk worden besteed! (gebruik handschoenen)

3. Het installeren van de rompspanten.

Alvorens rompspant [ R2 ] te lijmen, moet spant [ M ] er worden uitgehaald, zonder de binnenste ring er uit te halen (ring); de ring dient de stabiliteit van het frame en kan slechts na het in lijmen uit het frame [ R2 ] worden verwijderd.

Het spant [ R2 ] moet aan de achterkant van de huid met secondelijm gelijmd worden en dan volledig met Epoxy van één uur worden gelijmd. Slechts na het absolute uitharden van het frame (ong. 24 h) mag de ring er worden uitgehaald.


De vorm van spant [ R2 ] mag niet worden veranderd - de huid moet zich aanpassen aan het spant, en niet anders om!

Nu, kan de opening van [R2] aan de buitendiameter van WTC (water dicht compartiment) worden aangepast [ R6 (WTC)]. Hier moet het zich ervan vergewissen, dat het openen slechts wordt uitgebreid tot de graad zodat de WTC er zelf zich eenvoudig in laat duwen.

Spant [ R3 ] wordt in de romp door de midden onderhoudsopening geplaatst zodanig dat de voorkant van het spant zich tegen de achterrand van de onderhoudsopening richt. Nu wordt WTC [ R6 ] geduwd in eerstgenoemde [ R2 ] en spant [ R3 ].






De afstand van de buitenkant van spant [ R2 ] tot aan achterkant van spant [ R3 ] bedraagt 490 mm. De nauwkeurige positie van spant[ R3 ] wordt nu duidelijk op de binnenkan van de huid met een potlood afgetekend.

Verwijder opnieuw het WTC en spant [ R3 ] en lijm de oppervlakte binnen het gebied waarin spant [R3] moet komen met Epoxy van één uur, gemengd met Micro-Ballons. Neem nu spant [R3 ] en schuif deze terug WTC in opnieuw. De positie van het spant [ R3 ] moet dan opnieuw worden onderzocht. Eveneens zou men er zich van moeten overtuigen dat WTC absoluut over de middellijn binnen de huid loopt. Later zullen correcties niet meer mogelijk zijn.
Laat het rusten tot het volledige verharden van de band wordt bereikt.

De nauwkeurige situatie van het druklichaam wordt nu gegeven, zodat spant [ R4 ] nu kan worden gelijmd. De afstand tussen de buitenrand van spant [ R2 ] en de achterrand van spant [ R4 ] bedragen ong. 780 mm.



Hier, hetzelfde als met spant [ R3 ]: Merk eerst de positie met potlood, dan met een laag Epoxy van één uur bedekken, druk het druklichaam er in. Laat het rusten tot de volledige uitharding van de lijm is bereikt.(24 uur)

De lengte van WTC moet worden gecontroleerd ALVORENS het nauwkeurige te kunnen bepalen van de plaats van spant [ R5 ]! Plaats binnenwaarts de boegkegel op de buis, glijd het TECH RACK en sluit het. Als de buis in de lengte op het TECH RACK kan worden bewogen, moet dit te klein in lengte in overweging worden genomen voor het bepalen van het standpunt van spant [ R5 ]. Als het TECH RACK niet goed sluit, schuur (zorgvuldig!) de buis terug naar de gewenste lengte.

Alvorens te lijmen, moet [ R5 ] worden geschuurd om zich aan de interne vorm van de huid aan te passen. De afstand van de buitenkant van spant [ R2 ] aan tot de achterkant van spant [ R5 ] bedragen aan ong. 1195 mm. De correcte positie van de eerstgenoemde wordt bereikt, als het tussen de twee overstroom openingen zit (zoals aangetoond in het plan). Nu zou het spant eenvoudig moeten kunnen worden vastgezet.

Om de rompspant [R5] te kunnen lijmen, moet de boegkegel [ R7 ] aan WTC [ R6 ] worden vastgemaakt.



Dit wordt als volgt gedaan: Leg de boegkegel door de middenonderhoud opening die voor spant [ R4 ] zit, neem WTC tot hij spant [R4] bereikt en maak dan de kegel vast. Duw de gedeeltelijke assemblage tot eerstgenoemde [ R5 ], zodat WTC precies gelijk met de achterrand van de huid zit. Voor de optimale pasvorm naar het eind van de buis moet hij doorlopen tot het eind van spant [R2].

Daarna, kan het spant door het voor onderhoudsluik wordt gelijmd met secondelijm. Dan verwijder opnieuw WTC en lijm volledig het kader in de huid met Epoxy van één uur met Micro- Ballons wordt gemengd.
Laat het rusten tot de lijm volledig is uitgehard
4. Functionele test van de vergrendeling.

Om de vergrendeling van Technologie Rack© te testen, plaats eerst sectie 9 van Technologie Rack© in de boegkegel [ R7 ]. De positie van de drie boringen in spant [ O ] voor de tapschroeven [ R31 ] wordt, overgebracht naar de steunen in de boegkegel met een potlood. Deze moeten met een 2 mm boortje, ong. 16mm diep worden geboord. Sectie 9 kan nu in boegkegel worden geschroefd. De boegkegel wordt nu geduwd in spant [ R5] en aan het kader met delen vastgemaakt [ S15 ], [ S23 ] en [ S24 ]. Duw nu WTC [ R6 ] in de romp, tot het tegen de boegkegel duwt. Duw de WTC met een lichte schroef beweging op de boekkegel. Om dit te doen, zou één of ander vet (d.w.z. Vaseline) op de twee O-ringen [ X36 ] moeten worden toegepast.

Daarna moet men verifiëren dat de WTC precies met spant [ R2 ] sluit(achter huid).
Wanneer dit niet het geval is, moet WTC (d.w.z. schuren of vijlen) opnieuw worden bewerkt.

Nadat alles is ingeschoven, kan de WTC tegen uit schuiven, met de twee klem schroeven [ R21 ] worden vast gezet. Het openen en het sluiten van Technologie Rack© moet nu kunnen worden getest.

Wegens de torsiekrachten die optreden bij het sluiten van Technologie Rack© binnen WTC, is het mogelijk dat het apparaat in sectie 9 nog niet goed is.

Als remedie zijn verschillende mogelijkheden beschikbaar, waardoor de positie van sectie 9 moet worden veranderd; een mogelijkheid is om de boegkegel [ R7 ] naar achteren te halen; dit kan, door extra ringen op de boegkegel [ R7 ] worden geschoven. OF de sectie 9 zelf wordt verder geplaatst door ringen onder de schroeven deze sectie in de boegkegel te plaatsen.

Na volledige installatie van alle componenten in Technologie Rack© kunnen de twee zuiger tanks evenals de batterijrevolver stevig met plakband (met in water oplosbare lijm, GEEN plasticplak band gebruiken!) worden vastgemaakt. Dit vermindert wezenlijk de torsiekrachten en verbetert ook behandeling van Technologie Rack©.

5. Romp toevoegen.

Nu kunnen enkele delen worden gelijmd aan de huid. Gelieve van nota te nemen, dat de oppervlakten van de huid lichtjes zouden moeten worden geschuurd. Eerst zijn de boegneus [ H3 ], de kielflanken [ H10 2x ], de diepteroer drager van het duikvluchtroer [ H7 ] en het achterdek torpedoluik [ H9 ] wordt samen gelijmd aan de huid en geschuurd.
Voor deze toepassing is Epoxy van één uur (item nr. 9507), dat met Ballons Mikro wordt gemengd (het item nr. 9567) hoogst geadviseerd. Het schuren van deze delen wordt later wezenlijk vergemakkelijkt door Epoxy met Micro- Ballons te mengen. Indien de details tijdens het schuren van de harsdelen en de huid worden verloren, kunnen deze met de Epoxy of hoge viscositeit van één uur worden gebruikt (superglue item nr 96020).

Nadat de Epoxylijm volledig (bij omgevingstemperatuur na ong. 40 min.) is verhard, kan men overtollige lijm, met het gebruik van een zeer scherp mes zorgvuldig verwijderen. Gebruik een stof vrije doek en wat alcohol (terpentine), hiermee kan het overgebleven lijm(film) worden verwijderd. Schuren van de lijm zal dan niet noodzakelijk zijn. Om de nauwkeurige tijd van adhesie te onderzoeken, wordt een test met de lijm geadviseerd.

De montage op dek (als positielampen, kaapstander enz.) moet als laatste worden gelijmd.

6. Installatie boegroeren.

Schuif allereerst de as [ H27 ] in de schacht van duikroeren [ H22 ]. Gelieve er nota van te nemen, dat de duikroeren als assemblage worden geleverd. Slechts één van de duikroeren kan worden verwijderd ,de andere blijft op de schacht!
Nu, met één duik roer verwijdert, wordt de schacht met de twee ringen geduwd in de boringen (O.D. 5 mm) in de huid. Dan wordt elke ring met een kleine hoeveelheid superglue aan de binnenkant van de huid gelijmd. Daarna wordt de schacht teruggetrokken en de ringen worden geplakt met Epoxy van één uur. Verzeker, dat geen lijm in de ringen uitpuilt.

De stelring [ X1 ] moet op controlearm [ X2 ] worden gesoldeerd. Aan de positie van het gat voor de schroefstop M3x3 [ X15 ] moet aandacht worden besteed; dit moet van boven toegankelijk zijn. Dan boor door de kraag in controlearm een gat met een 4 mm boortje.

Op dezelfde manier, kunnen alle andere controlearmen (3x) ook worden voorbereid.

Neem nu het duikroer in de respectieve ring op, schuif de tweede stelring [ X1 ] (om te zorgen dat de roeren precies in het midden zitten) en duw het controlearm door de tegenover gestelde ring.

Duw zorgvuldig het eerder losgemaakte duikroer op de schacht. Verzeker, dat twee roeren vrij kunnen worden bewogen zonder de huid te raken. Na het nauwkeurige richten van de roeren wordt de stelring [ X1 ] bevestigd op de schacht op een dergelijke manier, dat de schacht slechts minimum maar voldoende ruimte heeft.

Daarna worden de boegroer beschermingen [ H20 ] aangebracht. Zoals in het geval van alle delen welke onder mogelijke spanning komen, wordt hier gelijmd met Epoxy van één uur.

Op dit punt is het belangrijk om de duikroeren in absolute neutrale positie te zetten (GELIJK en HORIZONTAAL) (ten opzichte van de kiel) en alles vast te zetten met tape. De messingdraden die moeten stevig met Epoxy aan de binnenkant van de huid worden gelijmd.

NOTA! Zodra de beschermingen gelijmd zijn, kunnen de duikroeren slechts worden losgemaakt door de bescherming af te breken.

De zij steunen voor de voordiepte roeren worden elk op maat gemaakt van 1 mm messing [ X53 ] tot ong. 212 mm. Eén eind is gesoldeerd aan de bescherming, het andere eind wordt geboord en gelijmd in de huid.

7. Installatie van de leidingen.

8. Achter duikroeren.

Zoals eerder bij de boegroeren wordt beschreven, worden de ringen [ H28 ] voor de achter duikroeren eerst gelijmd in de drager van het duikroer [ H7 ]. Aangezien de montageruimte beperkt is, moet een kleine hoeveelheid lijm moeten worden toegepast.

Duw nu de schacht naar binnen, maak de hefboom voor de duikroeren [ X3 ] vast en duw het tweede blad van het diepte roer naar binnen. Zorg dat alles soepel draait. Gelieve van nota te nemen, dat zoals voor de boeg duikroeren, slechts één roer van de schacht kan worden getrokken - andere wordt bevestigd en blijft op de schacht!

Leg nu de schroefhouder [ H30 ] in de uitsparing van de drager van het duikroer [ H7 ] en sluit de duikroeren en de roeren aan met twee messing pinnen [ H19 ]. Merk nu de positie van de drie boringen (O.D. 2 mm) op de drager van het duikroer. De duik roerdrager [ H30 ] zou slechts los met schroeven [ H32 ] moeten worden vastgezet [ H33 ] (d.w.z. maak nog niet stevig vast).


NOTA! De duikroer drager [ H30 ] kan onregelmatigheden met betrekking tot juiste positionering van de schacht en/of de schroefschachten van het duikroer tonen. Dit wordt technisch geconditioneerd en moet worden aangepast door de drager in de symmetrie zorgvuldig te buigen die voor het respectieve model wordt vereist.


Vóór definitieve bouw van de duik roerdrager [ H30 ], moet het transmissieblok [ A ] eerst in de staartsectie zijn gelijmd.

9. Installatie van het transmissieblok [A].

De achterhuid sectie en Technologie Rack© worden nu een stabiele eenheid.
De versnellingsbak wordt uitgevoerd met een flexibel slang die met een messingknop gesloten kan worden. Deze slang zal later worden gebruikt voor het testen van lekkage en het egaliseren van de druk ingeval van een lekkage.

Eerst worden de versterkingen [ GC ] voor de versnellingsbak gelijmd aan het transmissieblok [ A ] met superglue. De versterkingen moeten zodanig aan de vorm worden geschuurd zodat ze stevig tegen de binnenkant van de huidsectie passen. Om een nauwkeurige pasvorm te verzekeren, moet Technologie Rack© in de WTC worden geduwd (die eerder in de voorsectie van de huid werd geïnstalleerd). Dit zal het gemakkelijker maken om te bepalen of de voorkant en de achterkant goed op elkaar aansluiten.

Op dit punt, moeten de schroefschachten [ H42 ] door de ringen van de drager van de schroefsteun worden geduwd [ H30 ] en aan de drijfassen van het transmissieblok [ A ] met koppelingen [ H40 ] worden vastgemaakt.




Nu zou alles "regelmatig" moeten lopen: aandrijving en schroef de schachten zouden synchroon moeten lopen, is de pasvorm van de twee huiddelen bevredigend, en de duikroeren moeten kunnen wordt bewogen zonder wrijving.

Het transmissieblok wordt nu aangesloten bij aan het voorste deel met superglue, en de drager van het duikvluchtroer en de leidraaddrager worden nu samen bevestigd.

Daarna, moeten de schroefschachten [ H42 ] opnieuw worden verwijderd. Het transmissieblok wordt gelijmd samen met de versterkingen gebruikend Epoxy van één uur (lichtjes dik gemaakt met Micro- Ballons).

Bij het lijmen van het transmissieblok zou het voor en achterhuid deel zich moeten aansluiten. Hier moet het worden genoteerd, dat het surplusmateriaal, dat zich door het hiaat tussen de achter dek huid en het transmissieblok terugtrekt niet samen met het huidkader [ R2 ] plakt. Om dit te vermijden, zijn het kader [ R2 ] evenals de buitenoppervlakte van de huid binnen dit gamma met een laag bedekt met vet (b.v. Vaseline), dat dan als scheidingmiddel dient. Het is ook nuttig, als de volledige huid op zijn boog wordt geplaatst. Laat het rusten tot het volledige verharden van de band wordt bereikt.

Het scheidingmiddel (d.w.z. vet of Vaseline) wordt nu verwijderd opnieuw met alcohol (terpentine) en teruggetrokken Epoxy wordt weg geschuurd. Verzeker, dat de oppervlakten van het transmissieblok [ A ] en kader [ R2 ] regelmatig op elkaar lopen, zodat het sluiten apparaat van Technologie Rack© vrij en gemakkelijk draait.

10. De roeren en drager van de schacht

Voor de definitieve installatie van de drager van de schroeven [ H30 ], de schroefschachten [ H42 ] moet zich bij met de koppelingen [ H40 ] opnieuw aansluiten. Nu kunnen de motoren bij een lager voltage inwerking worden gesteld (6V) ,om te onderzoeken, of de belangrijkste aandrijving met schachten regelmatig en zonder wrijving loopt.
Als dit het geval is, wordt de drager van de steunschacht stevig geschroefd. De einden van de drager die aan de binnenkant van de huid uitpuilt moeten met Epoxy van één uur worden gelijmd (dik gemaakt met Micro- Ballons). De twee schroeven [ H32 ] kunnen ook worden geplakt, Plak geen schroef [ H33 ], aangezien deze bepaalde schroef opnieuw moet later worden verwijderd.

Als de aandrijving niet naar tevredenheid loopt, moet de drager van de steunschacht worden aangepast door het zorgvuldige te buigen. Besteed aandacht aan het lager van de duik roeren, zodat de duikroeren soepel blijven lopen.
Als het gat in de drager van de schroef waarin de pin[ H19 ] moet komen niet volledig nauwkeurig blijkt, dan moet het gat als nog worden aangepast. Wegens technische redenen kan dit zeer goed mogelijk zijn.

Voor het plaatsen van de schachtdekking [ H11 ] moeten de schroefschachten opnieuw worden verwijderd.

11. De roeren.

De installatie van messingringen [ H29 ] wordt gemaakt zoals met de duikroeren. De ringen worden voorlopig bevestigd met weinig superglue.
Verder moet men zich ervan vergewissen dat de roeren (aan de gelijke kiel) zich absoluut parallel en precies verticaal bevinden. Met een schrootstuk van pvc wordt de positie van de twee ringen dan gestabiliseerd. Lijm het geheel stevig met Epoxy van één uur. Beide roeren kunnen zich nu bij met de vroeger gesoldeerde controlearmen, de twee balverbindingen [ X12 ] en de ingepaste staaf [ X13 ] evenals de aaneenschakeling tussen daarna aangepaste twee aansluiten.

Nu moet de y-vormige roer bescherming [ H30.1 ] worden geïnstalleerd. Eerst, moet het messingblad [ H30.2 ] met een 3 mm boortje worden geboord om schroef [ H33 ] te laten passen.

Voor boring, plaats de plaat onder een stuk van plakband, plak door het op een stuk van hout en boor. Dit is de beste manier om dit vrij dunne en kleine stuk van messing te boren.

Dan wordt de messingplaat [ H30.2 ] met schroef [ H33 ] vastgezet aan de reeds geïnstalleerde drager [ H30 ].

In overeenstemming met de tekening,buig de vork kant van de schroefbescherming [ H30.1 ] zorgvuldig naar boven en de boringen op de vooruitstekende pennen van de roerschachten plaatsen. Pas de afstand tussen twee gaten aan door de vork zorgvuldig te buigen tot deze precies aan de positie van de roeren beantwoorden. Merk nu de met een potlood de positie van de boring in de steunbalk van de drager van de steunschacht op de beschermbeugel. Gebruik een 2.5 mm boortje voor het boren. Schroef bout in[ H31 ]. Dan controleer opnieuw vlotte loop van de schroeven. Tot slot wordt de voorkant van de beschermbeugel omhoog gebogen en op messingblad [ H30.2 ] gesoldeerd.

12. De installatie van de R/C componenten.

De schakeleenheid [ TMX ] wordt vastgezet met vier schroeven [ R28 ] in sectie 2 van Technologie Rack©. De twee snelheidscontrolemechanismen kunnen met tweezijdige plakband worden bevestigd zoals die op de tekening worden getoond.

De meeste snelheidscontrolemechanismen worden voorzien van veel te lang afgemeten kabels. Wegens beperkte ruimte in deze sectie, kan deze door kabels met 1 mm (dwarsdoorsnede) worden vervangen. Nochtans, daardoor verlopen garantie eisen.

De motor draden van de snelheidscontrolemechanismen moeten direct op de motoren worden gesoldeerd. De motoren zijn al uitgerust met interne interferentie onderdrukkende condensatoren. Nochtans, als de storende interferentie die door de motoren wordt veroorzaakt blijft, moeten de HF condensatoren aan de motoren worden toegevoegd om "interferentie" te minimaliseren.

De schakelaars van de snelheidscontrolemechanismen worden opgenomen in de gaten in drager [ T1 ]. Het apparaat van BEC van de snelheidscontrolemechanismen is absoluut noodzakelijk voor de verrichting van de boot.

NOTA! Hier moet het worden genoteerd, dat de draden die het snelheidscontrolemechanismen aansluiten aan de ontvanger, precies de zelfde lengte moeten hebben. Voorts bezetten zij twee kanaalcontactdozen liggend naast elkaar in de ontvanger. Voor het verbinding van de snelheidscontrolemechanismen aan de ontvanger, is de uitbreiding met ong. 100 cm lengte vereist (item nr. 9473).

De bedrading van de schakelaareenheid wordt afzonderlijk gemaakt volgens het diagram in bijlage. De kabels [ Y1 ] en [ Y2 ] worden geleid tot de zuigertanks en de batterijpakken de door buizen [ S7 ] en [ S8 ]. Voor de verbinding van de batterijpakken, de snelheidscontrolemechanismen en de schakelaareenheid Tmax, kan een kroonsteentje [ Y7 ] worden gebruikt. Voor verbinding van de schakelaareenheid Tmax aan de ontvanger, leidt uitbreiding drie met ong. 115 cm lengte wordt vereist (item nr. 9475).

De drukschakelaar [ WDS ] wordt binnen in sectie 8 geïnstalleerd zoals per tekening aangegeven. De Electro verbinding met kabel [ Y4 ] wordt nu gemaakt.

NOTA! Slechts kan schakelaarspeld 1 en 3 van de drukschakelaar worden bezet.

De tweekern draad wordt geleid door de lange gaten in de spanten naar de schakelaareenheid. De pijp op de drukschakelaar wordt verbonden met buis [ S10 ] met een stuk van silicone buizenstelsel [ X33 ]. Het zelfde wordt gedaan bij de achterdek verbindende buis [ S10 ] aan het buitenkant van het transmissieblok [ A ].

Ontvanger (Rx) moet in de lagere waaier van sectie 8 worden gevestigd. De antennedraad wordt door plastic buis [ S13 ] gevoerd.
13. Servo’s.

Twee servos (voor achter duikroeren en roeren) worden opgenomen in Technologie Rack© zoals die op de tekening wordt geïllustreerd.

De servo kabels lopen enerzijds hierboven naar de boeg, die ontvanger (Rx) bereikt. Uitbreiding twee leidt (het item nr. 9470) met ong. 70 cm lengte wordt vereist voor de verbinding van servos aan Rx.

Servo voor de voorroeren wordt gevestigd in sectie 9 binnen de boegkegel.
14. De koppeling van de energie.

Om de verbinding van de servo voor de duikroeren binnen de boegkegel met de ontvanger in sectie 8 te realiseren, wordt een zogenaamde energiekoppeling gebruikt. Deze bestaat uit twee geprefabriceerde circuit boards. De achterplaat [ R11 ] is uitgerust met gold-plated veer pennen; op de boeg zijde stelt de plaat [ R10 ] de overeenkomstige glijdende contacten voor. De toewijzing van de respectieve contactpennen en de glijdende contacten op een dergelijke manier moeten zou worden gemaakt, dat drie contactpennen en de schurende stegen, die naast elkaar liggen, bezet zijn. De kabel van de boeg duikt roer servo moet dienovereenkomstig worden gescheiden, zodat de kabellengte aan kringsplaat [ R10 ] volstaat en het resterende stuk (met stop) van de achter zijraad aan de ontvanger kan worden gebruikt.


Beide contactraad wordt geplaatst op verbindingsstukken [ R12 ] en met schroeven [ R13 ] aan de respectieve sectie vastgemaakt.

De resterende contacten dienen voor verdere opties, zoals controle van de torpedoluiken, positie lampen, DUIKEN enz.
15. Verbindingen.

16. Boeg roeren.

Eerst wordt de stang [ X6 ] voor de boeg roeren verkort in die mate, dat, met de ingepaste soldeerselkoppeling in bijlage omvat [ X5 ], de algemene lengte volstaat om het stuurarm van servo in sectie 9. te bereiken Nu is de soldeerselkoppeling [ X5 ] gesoldeerd op staaf [ X6 ], en de trekhaak [ X4 ] wordt geschroefd. De aaneenschakeling kan nu in het servo stuurarm worden opgenomen.

In een latere stadium, wordt binnen dergelijke manier voorbereide sectie 9 assemblage gegleden in de neuskegel, en zette de servo aaneenschakeling door uitvoering liet in I de neuskegel. Later, wordt sectie 9 assemblage opgenomen in de boegkegel en de controlestaaf die door de rubberblaasbalg wordt geduwd.

NOTA! Zorg ervoor dat de rubberblaasbalg [ X31 ], eerder aangesloten, niet beschadigd wordt

Nu kan de tweede trekhaak [ X4 ] worden geschroefd op het ingepaste eind van de duwstaaf [ X6 ].
De boeg kegel kan dan worden beveiligd in bulkhoofd [ R5 ] worden geduwd en. Tot slot kan de koppeling met de controlearm van de boeg duikroeren worden gemaakt.
17. Achter duikroeren en stuurstangen.

Wordt het lagerblok ondersteunend de klokkrukas [ X9 ] gesneden van een schrootstuk van de plaat van 5 mm pvc (ong. 15 x 20 mm) en met een 2 mm boortje geboord. Zet de klokkrukas [ X9 ] met messingschroef [ X10 ] en noot [ X11 ] op. Dan pas de schakelaar van de duwstaaf [ X14 ] op de klokkrukas en beveilig de schakelaar met sluitring [ X14.1 ].

Nu, wordt de trekhaak [ X4 ] geschroefd op duwstaaf [ X13 ]. Buig de duwstaaf [ X13 ] zoals per tekening te vormen, en het te glijden in de klokkrukas. Vroeger, droeg in de klokkrukas moet tot ong. 2 mm zijn gestegen. Om de nauwkeurige plaats van het lagerblok te vinden, de trekhaak op controlewapen [ X9 ] zich verticaal bevinden passen en het lagerblok tot de klokkrukas bewegen. Bevestig het lagerblok in deze positie met Epoxy van één uur (gemengd met Micro- Ballons).

Hull Vroegere 1 wordt geassembleerd van delen [ R1 ], de overblijfselen over verlaten van bulkhoofd [ G ], pijp [ S12 ], blaasbalgkoppelingen [ X30 ], vier onttrekkend schroeven [ R29 ], twee rubberblaasbalgen [ X31 ] en twee stukken van silicone buizenstelsel [ X33 ] (besnoeiing aan ong. 15 mm lengte). De tekeningen illustreren deze procedure in detail.

Deze eerstgenoemde dient als inrichting en dichtingsproduct voor de controlekabels voor roeren en duikt roeren. Plaats klaar gebouwde eerstgenoemde in de achterdek sectie van de huid zoals die op het installatieplan wordt getoond, en lijm met Epoxy van één uur (dik gemaakt met Micro- Ballons).

De buizen van de controlekabel [ S14 ] worden getrokken met pre-opgenomen controlestaven door spanten [ D ], [ C ], [ B ] en [ A ] (in deze opeenvolging) al manier om eerstgenoemde te huidlen [ R1 ] en geduwd in messingbuizen [ S12 ]. Alvorens dit te doen, glijd een stuk van silicone buizenstelsel [ X33 ] op de buizen die de achterkant van de transmissiedoos [ A ] uitpuilen.


NOTA! Zorgvuldig ben wanneer het gebruiken van punttang. Zij kunnen voor het duwen van de controlekabels door de transmissiedoos worden gebruikt. MAAR de controlekabels zouden niet moeten worden geplooid. Dit kan gedeeltelijk worden vermeden door de kabelbuizen [ S14 ] met opgenomen staven door de spanten en de transmissiedoos te duwen.

Daarna, moeten de binnen controlestaven opnieuw worden verwijderd.

Het ontwerpen eind van de controlebuizen bij bulkhoofd [ D ] (achterin zie van te buigen) zou ongeveer 5 mm lang moeten zijn. Deze positie is nu duidelijk dienovereenkomstig en afgesneden. Voor het vastmaken van de buizen in hun aangewezen positie, snijd twee ong. 5 mm lange stukken van silicone buizenstelsel [ X33 ] en ééndelige dia elk op de controlebuizen.

Dan neem de controlekabels (van binnen Technologie Rack© aan achterdeks) op en verbind premounted clevises aan de servoleidingswapens. De bovenmatige lengte van de controlekabels bij achterdeks (naar de van de leidraadaaneenschakeling en klok krukas) zou ongeveer 10 mm moeten zijn. De controlekabels worden gesneden op dit punt en in de schakelaars van de duwstaaf [ X14 ] opgenomen. Pas de roeren weer aan en duik roeren en sluit de controlekabels met rupsschroeven [ X15 ].

NOTA! Voor het bepalen van de nauwkeurige lengten van de controlekabels en de juiste aanpassing van de controlehoornen moeten servos in neutrale positie worden gebracht. De bouw kan met de assemblage van de commando toren en de gehechtheid van de montage op dek worden voortgezet.
18. De onderhoud luiken.

De onderhoud luiken bij de staart en de conning toren worden vastgezet met magneten [ H12 ]. Elke magneet wordt gelijmd in een geboord gat in de huid. De tegenhanger wordt gemaakt van blik [ X50 ] (die aan ongeveer 10x10 mm wordt gehalveerd) dat in het onderhoudluik wordt gezet.


Het dek bij de boeg wordt vastgemaakt met deel [ U14 ], dat op de correcte detector lijkt. Voor dit is het noodzakelijk om een steun in de huid te lijmen die van 0.5 mm- messingblad [ X51 ] wordt gemaakt. Vooraf, moet deze strook centraal met een 3,5 mm boortje worden geboord; daarna is de messingsnoot [ H8 ] gesoldeerd boven droeg (zie fotosectie).

Voor installatie van het steun [ X51 ] teken de positie van de steun op de binnenkant van de huid. Dan buig de steun aan u-vormig zodat het zich bijna door zuivere spanning houdt. Dan schroef de dekking van de boeg inspectiedek met deel [ U14 ] aan de steun. Behandel het gebied dat binnen de huid met Epoxy van één uur moet worden geplakt (dik gemaakt met Micro- Ballons). Plaats de onderhouddekking over het openen, daardoor glijdend de steun in de huid. Het laten tot lijm heeft geplaatst (ong. 1 uur). Dan schroef deel [ U14 ] los en neem het inspectiedek weg.

Controleer de adhesie van de steun. Pas indien nodig extra lijm toe.
19. De verdere montage, de reling en de set snijder

Voegen alle montage op dek, met inbegrip van de net snijder en het traliewerk toe, zoals aangegeven op plantekeningen met superglue.


De kabels tussen traliewerk [ U21 ] evenals [ U22 ] en [ U23 ] worden gemaakt van het geleverde koord [ X59 ]. De koordeinden kunnen met een aansteker worden beveiligd tegen het verzwakken.

Wanneer het smelten van de koordeinden, trek snel het materiaal met twee vingers aan lengte. Dit vergemakkelijkt een combinatie van de einden in de ooggaten op het traliewerk. De einden kunnen dan als lijn worden gevormd en samen met superglue worden geplakt.
20. Het Mg en het kanon.

De assemblage van MG’s en het kanon gemaakt zoals die op de tekeningen wordt getoond. Voor het lijmen van middelgrote viscositeit superglue (het item nr. 96040) wordt geadviseerd.

Het schilderen van Mg en het kanon vóór assemblage zal de afwerking van het model vergemakkelijken.
21. Maken van de commando toren.

Boor eerst de gaten en de openingen voor de hand railing en de railing steunen evenals voor en achter positielamp (zie tekening).

Soldeer messingbuis [ V20 ] aan de radiopeiler [ V19 ] op de toren dek.

Dan plaats de toren die [ V4 ] binnen decking in de commando toren en de lijm met Epoxy van één uur van. Zorg ervoor dat geen lijm in de openingen van de toren stroomt die, vooral binnen het gebied van de de wintertuin decking.

De ontwerpdeflector [ V10 ] is gelijmd met superglue (middelgrote viscositeit, punt nr. 96040). De groeven die de zijantennegidsen [ V11 ] goedkeuren worden reeds voorzien in de ontwerpdeflector. Deze moeten dan navenant in de torenkanten worden geboord duwen zorgvuldig de antennegidsen [ V11 ] en lijm van binnen de commando torenkanten.

Eveneens is de isolatiehuisvesting [ V2 ] gelijmd, samen met de vroeger bij aangesloten isolator [ V3 ], op de binnenkant van de toren. Het gebruiken van een draad van het 1 mm messing zal deze baan vergemakkelijken.

De steunen van het handspoor [ V39 ] moeten worden verkort. Dan duw de draad van het 1 mm messing in de boringen van de steunen en buig aan vorm zoals geïllustreerd. De zo voorbereide leuning kan dan op de commando toren worden geplaatst. Om een constante ontruiming tussen spoor en toren te verzekeren gebruiken de partijen 3 mm dikke gidsen (besnoeiing van schroot 3 mm pvc). Dan bevestig op zijn plaats de sporen met band en lijm met middelgrote viscositeit superglue (SNELLE CA, item nr. 96040) van binnen de commando toren.

De ventilatorwachten [ V5 ] moeten lichtjes worden voorgevormd om de straal openingen in de bolwerken aan te passen. Deze worden dan geplaatst over de openingen van hierboven en met superglue gelijmd.

Het bolwerk bestaat uit drie afzonderlijke delen [ V6 ], [ V7 ] en [ V8 ] die in de commando toren in een opeenvolging met de wijzers van de klok mee worden opgezet. Het instrumentenpaneel [ V12 ] wordt voltooid met delen [ V13 ] [ V15 ] zoals die op de tekeningen wordt getoond. Het mondstuk [ V16 ] wordt opgenomen van hierboven in het instrumentenpaneel en aan de toren die met superglue decking gelijmd. De twee loopvlakken [ V17 ] en [ V18 ] zijn ook gelijmd met superglue tegen het bolwerk.

Buig het houvast van de draad van het 1 mm messing en lijm het om uit te broeden [ V27 ]. Voeg handspoel [ V28 ] aan toe en lijm het geassembleerde broedsel op messing dek van de commando toren zoals geïllustreerd.

De andere montage van de commando toren wordt opgezet zoals aangetoond in de tekeningen.

Tot slot wordt de volledig samengestelde commando toren geplaatst op het midden onderhouddek en met Epoxy van één uur vast gelijmd.
22. De bedrading van de antenne.

De antennedraden worden gemaakt van staaldraad [ X58 ], spanschroef [ U3 ], isolatie [ U5 ], koker [ U6 ] en haken [ U28 ].

Buig een ring van de draad van het 1 mm messing. Dit verbind de netsnijder [ U1 ] aan spanschroef [ U3 ]. Een stuk van staalkant [ X58 ] (lengte ong. 670mm) wordt geschoven door aan de andere kant van de spanschroef, en een kleine klink wordt gevormd en gesoldeerd.

NOTA! De spanschroef moet volledig worden gesloten, d.w.z. moeten beide oogbouten al binnenwaarts worden gedraaid.

Vier isolatie [ U5 ] moet op het voorkant worden geduwd. Het resterende staalkant [ X58 ] wordt gesneden aan lengte van ong. 1150mm en een kleine klink wordt gevormd op de respectieve einden door haken [ U28 ] en gesoldeerd. De twee haken worden gegleden in de respectieve oogbout [ U27 ]; daarom is het noodzakelijk, om de kleinere lijn van de haken te openen of te verkorten. Dan duw negen isolatie [ U5 ] op elk kant.

Trek beide 1150mm lang kant door de gidsen op de ontwerpdeflector. Eerst, plaats de resterende isolatie op het kortere kant. Dan duw koker [ U6 ] op dit kortere kant en breng alle drie kant binnen de koker bijeen. Trek alle drie einden met buigtang (ja, zal dit twee mensen om dit nemen te doen) zodat alle drie kant volledig gespannen is. Dan plooi de koker met buigtang. Voorts pas wat soldeersel op elk eind van de koker toe. De isolatie wordt geplaatst zoals per plan en met superglue geplaatst.

Voor het openen van het model, moet de spanschroef lichtjes worden geopend (niet volledig!) en de haken stegen de oogbouten op.
23. De drijvers.

De drijvers wordt gemaakt van de twee voorgesneden polystyreenraad [ X52 ]. Elk blok is verdeeld zoals per plantekening. Elk element moet aan vorm worden geschuurd om de interne contour van de zadeltanks aan te passen.

NOTA! De symmetrie van de linker en rechter vlotters moet zo nauwkeurig mogelijk zijn, zodat de boot niet later in het water aan één kant kapseist. Daarnaast moeten de vlotters met Epoxy van één uur om recentere misvormingen te verhinderen door waterdruk worden verzegeld, evenals penetratie te vermijden van water in de poriën van het materiaal.

Voor het plakken van de vlotters in de zadeltanks kan het standaardsilicone worden gebruikt. Hier moet het aandacht aan het feit dat worden besteed geen holten zich zouden moeten vormen.
24. De ballast.

De uitrusting omvat vier stukken van gerold lood [ X60 ]; van ong. 800g. Deze worden dan met siliconen geplakt in het ruim zoals getoond op het Plan van de Installatie. Hier moet men zich ervan vergewissen dat er geen holten open blijven.

Algemene Waarschuwing:

Het lood kan voor uw gezondheid schadelijk zijn. Gebruik handschoenen om direct contact met huid te vermijden. Rook of verbruik geen voedsel terwijl u werk met lood. Als er contact met de huid geweest is, was uw handen grondig met zeep en water. Snijd het gerolde lood met scherp mes. Indien er gezaagd wordt met een elektrische zaag of gelijkaardig verzeker juiste ventilatie van gebouw en inhaleer geen dampen. Houd lood buiten bereik van kinderen! Streef naar medische behandeling indien geslikt. In normale omstandigheden vertegenwoordigt het geleverde loodmateriaal geen bedreiging voor u of uw milieu zolang u de hierboven genoemde veiligheidsinstructies volgt. Voor het fijne trimmen van de boot moet hij worden geschilderd.
25. Einde.

Alvorens de volledige boot te schilderen moet hij grondig worden schoongemaakt; wij adviseren voor dit een zeepsop of een terpentine. Het model kan met acryl 2-component verf ("autoverf") of airbrush verf worden bespoten.

De lagere huid kan in RAL7024,
De bovenhuid in RAL7001 worden geschilderd.

Er was een verscheidenheid van kleurenschema's voor alle u-Boten, afhankelijk van hun operationeel gebied. Verder varieerden de kleuren tijdens de oorlog. Gelieve te verwijzen naar Internet voor verdere informatie. Er is ook vrij uitgebreide beschikbare literatuur, jammer genoeg kunnen wij u alleen de Duitse bronnen van het ogenblik geven.

Referentiewerk: Originele zum Modell van Vom: Uboottyp VII C, ISBN 3-7637-6002-4 Anstriche und Tarnanstriche der deutschen Kriegsmarine, deutschen ISBN 3-7637-5964-6 Geschichte des u-Bootbaus, Band 1+2, ISBN 3-86047-153-8 Al gepubliceerde Bernard & Graefe Verlag. _
26. De test op lekkage en trimmen.

Zet eerst de zender en ontvanger aan, duw het staartdeel in de WTC en sluit het en open de boeg en achter onderhoud openingen.

Trek het gesloten eind van de luchtslang terug die onder het onderhouddek zit. Open de slang en blaas lucht met uw mond (Gebruik geen pomp) in de WTC om een overdruk binnen de WTC tot stand te brengen. Sluit de buis met de messing knop opnieuw

Plaats het schip in het water. Controle op mogelijke lekkages door de nog niet gesloten onderhoudopeningen bij achterdeks en boeg, evenals rond de scheiding tussen achterdeks en boegdeel van de huid . Het te voorschijn komen de luchtbellen zijn een duidelijke aanwijzing van een lek. Dit moet onmiddellijk worden geconstateerd en worden hersteld.

Wegens tolerantie van de transmissiedoos, de boegkegel of de O-ringen zelf, is er een waarschijnlijkheid van lekken aanvankelijk, hoewel het model nog gloednieuw is. Deze tolerantie kan worden gelijkgemaakt door een dun stuk van plakband (d.w.z. Schots) te gebruiken die in de respectieve groef van of de transmissiedoos of boegkegel gelijmd is.
Vul nu de tanks 4 tot 6 seconden en leeg de tanks hierna. Doe dit meerder keren tot dat alle lucht uit de tanks is

Nadat het model zijn eerste lekkagetest met succes heeft overgegaan, neem het opnieuw uit het water en maak de onderhouddekking bij achterdeks en boeg vast.

De volgende stap maakt de boot in orde. In tegenstelling tot een oppervlakteschip, zijn het drijfvermogen en de versiering van een onderzeeër absoluut kritiek voor verrichting. Terwijl het in orde maken van om het even welk onderzees model, moet men zorg nemen wat de toegevoegde hoeveelheid ballast (lood) in correlatie met het gewicht de componenten R/C en batterijen is. De spanning van het water (afhankelijk van watertemperatuur en kwaliteit) zal, het opnieuw trimmen noodzakelijk maken telkens als het gebruikt wordt. Het correct in orde maken hangt af van hoe uw model wat betreft drijfvermogen en horizontale plaats "zich gedraagt".
Algemene Waarschuwing:

Het lood kan voor uw gezondheid schadelijk zijn. Gebruik handschoenen om direct contact met huid te vermijden. Rook of verbruik geen voedsel tijdens het werken met lood. Als het er contact met huid is geweest was dan uw handen grondig met zeep en . Snijd het gerolde lood met scherp mes. Indien gesneden met een elektrische zaag of gelijkaardig verzeker juiste ventilatie van gebouw en inhaleer geen dampen. Blijf lood buiten bereik van kinderen houden! Streef naar medische behandeling indien geslikt.

In normale omstandigheden vertegenwoordigt het geleverde loodmateriaal geen bedreiging voor u of uw milieu zolang u de hierboven verklaarde veiligheidsinstructies volgt.

Eerst, laat de boot in het water. Dan, door de horizontale positie van het model te controleren, plaats kleine stukken van gerold lood op het dek van de boot, tot een horizontaal niveau van het model wordt bereikt. Voorts moet de waterlijn (duidelijke "KL" op het Algemene Plan) ook in acht worden genomen. Als meer ballast voor het in orde maken noodzakelijk is, adviseren wij gebruikend te maken van bandgewichten (lokale bandwinkel), extra gerold lood of loodkogels (kanonopslag).

Als u het model vindt overhellend aan één kant, is dit waarschijnlijkst veroorzaakt door de lucht die binnen de huid wordt gevangen. Draai de modellinkerzijde en het recht dergelijke luchtzakken van de hand te doen. Als dit niet helpt, zou een andere mogelijkheid een discrepantie in de vlotters kunnen zijn die in de zadeltanks worden gelijmd. Op dit punt kan dit tekort slechts worden gecompenseerd door te plaatsen leidt tot de respectieve kant van de boot.

nu beide zuigertanks gevuld. Bij ongeveer 85% vullend volume zullen beide tanks automatisch ophouden (zie Handboek voor de Eenheid Tmax van de Schakelaar). Nu zou het model moeten in een staat van perfect drijfvermogen zijn betekent, dat het niet te voorschijn komt of, maar houdt zijn diepte onderdompelt. Wanneer dit niet het geval is, moet het lood of uit de toegevoegde huid of verder het lood worden genomen.

Het aanvankelijke in orde maken wordt nu voltooid. Van de bepaalde hoeveelheid lood (dat nog op het dek wordt geplaatst) ongeveer 20-25% moet worden tegengehouden alvorens deze stukken in het ruim te lijmen.

De boot is nu klaar voor zijn eerste reis.

27. De controle bij de eerste vaartocht.

Test alle functies van het model alvorens het in het water te laten. Een lekkagetest wordt geadviseerd voorafgaand aan elke reis.

Plaats de boot in het water dicht bij de kant. Nu, bij geen snelheid, vul de zuigertanks. De tanks zullen bij ongeveer 85% automatisch stoppen. Voor het testen van de drukschakelaar vul de tanks tot 100% - voor deze functionele test moet er een waterdiepte van ongeveer 2 meter zijn. De drukschakelaar zal de duik eindigen zodra het model een diepte van ongeveer 1,8 heeft bereikt - de zuigertanks zullen beginnen te blazen. Als de duikstand nog is geactiveerd (door de zender) het model zal boven 1,8 meters toenemen waarna zullen de tanks om in water beginnen opnieuw te zuigen. Als de versieringswijze wordt geactiveerd (opnieuw via de zender) het model zal boven 1,8 meters tot het punt van "neutraal drijfvermogen" toenemen. De tweede test, "verlies van signaal" kan worden gecontroleerd door de zender uit te schakelen. Zorg ervoor dat voor deze manoeuvre de boot dicht bij kant ligt en het water ondiep is.

De wijziging van snelheid terwijl het model wordt ondergedompeld zal klaarblijkelijk leiden tot een wijziging van de horizontale positie van dit soort dat onderzeeër, de aanpassing van de het duiken vliegtuigen noodzakelijk maakt. Daarom adviseren wij om een hoogtecontrolemechanisme (zoals het Minicontrolemechanisme van de Hoogte LR2 OF Pitch & Depth Controlemechanisme LTR5) voor automatische correctie van horizontale positie te gebruiken voor het model
28. Onderhoud van het model.

Na ong. 50 uren gebruik zou de ring van het spiltoestel (naast het de motortoestel van de zuigertank) ook met vet moeten worden gesmeerd. Pas enkel een daling van olie tussen het hoofd van de behoudende bout en het toestel toe. Dan stel kort de zuigertank in werking; de olie zal dan gezogen worden binnen door beweging van het toestel. Het model zou moeten na elke reis worden geopend en worden geopend, zodat WTC geventileerd is. Dit wordt geadviseerd in het bijzonder na de verrichting in gechloreerd water (zwembad) om corrosie van de elektronische componenten, zoals servos, ontvanger enz. te verminderen. De O-ring moet zo nu en dan worden ingevet. Doe dit niet teveel, een dun laagje is voldoende. Voor vervoer en opslag zou het model niet aan permanent zonlicht of andere bronnen van hitte moeten worden blootgesteld.
29. Het oplossen van problemen.

Hier zijn sommige voorbeelden van de voorkomende problemen:
A. Probleem: Lekke zuiger en andere lekkages.
B. Oorzaken: Tijdens de het duiken wijze is de lucht binnen de huid persen tegen de zuiger toelatend niet de pomp om volledig worden gevuld. Het model ligt niet in een nauwkeurige horizontale positie terwijl geparkeerd onder water. De luchtbellen komen uit het inham/afzetgat te voorschijn wanneer de Tank van de Zuiger wordt leeggemaakt. Deze hoeveelheid lucht (of druk) mist nu wat veroorzaakt dat een vacuüm wordt gevormd binnen de huid. Het vacuüm wordt verder verhoogd door veelvoudige van de Tank van de Zuiger te vullen en leeg te maken die veroorzaakt dan de Schakelaar van de Druk om de Tank van de Zuiger in de nieuwe wijze die (niet de Tank van de Zuiger toelaat om worden gevuld) te dwingen. Alternatief kan de lekkage ook door vuil of zand binnen de cilinder worden veroorzaakt.
C. Oplossing: Neem model uit het water. Maak cilinder met zeepwater schoon. Als u de zuiger om vindt te lekken demonteer de Tank van de Zuiger en pas vet op de zuigerrand en de binnenkant van de cilinder toe. Vervang indien nodig zuiger.
D. B. Probleem: De Tank van de zuiger loopt niet op de het duiken wijze.
E. Oorzaak: Het verschil in temperatuur tussen lucht en water veroorzaakt dat een vacuüm wordt gevormd binnen de huid. De pompen reageren zoals in # 1.
F. Oplossing: Maak druk gelijk zoals die in punt A. C.
Probleem : De revolutie van schroef vermindert op de het duiken wijze.
G. Oorzaak: Het te voorschijn gekomen model vermindert wezenlijk zijn snelheid wanneer de pompen worden gevuld (het duiken wijze).
H. Oplossing: De hoofd aandrijving batterij is zwak. Direct het model aan uit het water halen en onmiddellijk herladen.
I. D. Probleem: Het slot van de bajonet kan niet worden geopend.
J. Oorzaak: Een onderdruk heeft developped binnen de huid toe te schrijven aan een lekkage. Dit veroorzaakt dat de boeg en de achterdek sectie van de huid samen worden gezogen.
K. Oplossing: Stel de Tank van de Zuiger in werking onderdompelen (vullend) wijze die daardoor de druk gelijkmaakt zodat kan het model worden geopend. Identificeer de lekkage en bevestig het vóór verdere verrichting van het model.
L. E. Probleem: De luchtbellen gaan de huid door het sluitenapparaat wanneer weg het vullen van de Tank van de Zuiger.
M. Oorzaak: De O-ring zou kunnen worden uitgeput. Alternatief volkomen past de O-ring niet de groef.
N. Oplossing: Plaats ÉÉN laag van (Schotse) band in de groef van het bajonetslot onder de O-ring. Pas eveneens een kleine hoeveelheid vlek van de Vaseline het rondom de O-ring toe. Pas teveel Vaseline niet toe aangezien dit de O-ring ook zou kunnen veroorzaken om te lekken!

De VERDERE Algemene Waarschuwing van de RICHTLIJNEN van de VEILIGHEID: Deze uitrusting bevat lood voor het in orde maken van het model. Het lood kan voor uw gezondheid schadelijk zijn. Draag handschoenen om direct contact met huid te vermijden. Rook of verbruik geen voedsel terwijl u aan het werken bent met lood. Als er contact is geweest met de huid, was uw handen grondig met zeep en water. Snijd het gerolde lood met een scherp mes. Indien gezaagd wordt met een elektrische zaag of gelijkaardig, zorg voor juiste ventilatie van de ruimte en inhaleer geen dampen. Houd lood buiten bereik van kinderen! Streef naar medische behandeling indien geslikt. stelt nooit de Tank van de Zuiger zonder volledig verbonden schakelaareenheid Tmax in werking! De verrichting zonder een volledig verbonden schakelaareenheid zal leiden tot schade van de ballasttank en zal bijgevolg in de totale mislukking van het systeem resulteren. Neem zorg wanneer het laden van batterijen! De batterijen die totaal eisen worden verzegeld kunnen gas ook vrijgeven indien verkeerd vooral behandeld (bijvoorbeeld: een te hoge het laden stroom, of om tijd, of ongeschikte lader in gebruik lang te laden). De batterijen hebben een veiligheidsklep om het even welke mogelijke interne overdruk vrij te geven. Het geproduceerde gas is hoogst explosief en heeft een enorme vernietigende macht. Om veiligheidsredenen MOETEN de batterijen NOOIT binnen de huid worden geladen! De lader en de batterij zouden in een open goed geventileerde ruimte moeten zijn. Daarom moeten ALLE batterijen uit de huid tijdens de het laden periode worden verwijderd. Zelfs staan de zogenaamde "verzegelde" batterijen een opbouw van waterstofgas terwijl toe wordt geladen die beurtelings een ernstige EXPLOSIE kan veroorzaken, tearing het model in stukken en het in gevaar brengen van zijn direct milieu. De installatie van het laden van contactdozen in de huid zal in de GARANTIE resulteren die ONGELDIG en NIETIG is! De DIENST Als u om het even welke vragen betreffende de assemblage of het functioneren van het systeem hebt, gelieve te aarzelen niet om te contacteren ons door:

 

Dag Piet,

In één woord....
Zeer onder de indruk, ook gezien uw tempo.

Sucses met de bouw en voorpret, we spreken elkaar vast nog wel, gaat u trouwens ook naar de seabottum subseal as Zondag?

Groeten,

Jan Huizenga.

 

Jan,

Ik zal er zeker zijn.
Tot zondag

Piet

 

Jan,

Ik heb de VII/C ontvangen. Wat een pakket !.
Het bestaat uit 3 dozen waarvan er een is van meer dan twee meter.
Ik zal een verslag maken van de vorderingen en er mogelijk ook foto's bij doen
al weet ik niet hoe ik dit moet doen. In de bouw handleiding stonden ook foto's maar
die werden niet over genomen. (Ik had die gezet in Word en gecopieerd naar het forum.

Je hoort van mij.

Groet,

Piet

 

Ik ben begonnen met de bouw.
Eerst een test of ik foto's kan laten zien.
Het pakket bestaat uit 3 dozen waarvan 1 van 2 meter !
Na het openen valt gelijk op dat alles netjes aangegeven is wat waar in zit. Dit uiteraard in combinatie met de artikel lijst.



De bouw.

Zoals al eerder aan gegeven begint de bouw met het TechRek. Dit is het binnenste van de sub met de druk tanks en de elektronica. Hij bestaat uit negen secties, waarvan tekeningen worden meegeleverd. Dit met uitzondering van sectie 3 waarvan geen tekening aanwezig is. Was dus even zoeken hoe de nummering van de secties in elkaar zat. De documentatie is summier. Het bestaat uit
detailtekeningen, overzichtstekeningen en foto's.
Ik ben begonnen met sectie 2. Dit is het transmissieblok met die onderdelen waar de de speedcontrollers in gezet moeten worden.

Om zeker te zijn dat alles goed past heb ik de TMAX alvast gemonteerd. De speedcontrollers doe ik later wel.

 

Nou Piet, een goed begin is het halve werk, dus ik denk dat het helemaal goed gaat komen, wat een voorbereidingen :shock:

Ik kom zeker nog eens kijken in dit draadje

 

Dag Piet,

Heb je Engel daar nog naar gevraagd dan, wat die missende tekening aangaat?

Toch wel een beetje slordig zal ik maar zeggen.

Groeten,

Jan.

 

Jan,

Dat viel wel mee. Het bleek en voor geinstalleerde druktank tezijn. En Engel ging er vanuit dat daar geen tekening van nodig was. Klopt wel, achteraf.

Groet,

Piet

 

Hoi Piet,

Oke' valt dan weer mee, zeg raad eens wat voor tekeningen pakket ik vanmorgen binnen heb gekregen.

Ziet er wel erg mooi uit allemaal.

En ontzettend Lafajette achtig tech rek en dat werkt perfect vind ik.

Groeten,

Jan.

 

Jan,

Zijn het tekeningen voor een sub ?

 

Ja, dezelfde waar jij mee bezig bent.

Groeten,

Jan.

 

Jan,

Ga je de VII/C ook aanschaffen ? Zo ja dan heb ik wel wat leuke tips.

Groet

Piet