'Camber' is engels voor 'Welving'.
Het slaat op de maximale uitwijking die de skeletlij maakt ten opzichte van de koorde.
Zie
Vleugelprofiel - Wikipedia
Een symmetrisch profiel heeft een camber van 0.
Over het algemeen hebben profielen met meer welving een hogere maximale liftcoefficiënt (zijn dus geschikt voor eel langzaam vliegen), ten koste van wat meer profielweerstand bij zeer lage liftcoefficient (bij snel vliegen).
Dus: als je snel vliegt wil je weinig camber en als je langzaam vliegt juist veel camber.
Wat je dus eigenlijk wilt is de camber tijdens het vliegen verstellen, en dat kun je dus doen door je flaps èn je rolroeren samen iets omhoog of omlaag te verstellen en zo iets minder respectievelijk meer camber te verkrijgen. Het is natuurlijk wel een beetje een paardemiddel met zo'n scherpe knikin je profiel, maar bij kleine hoeken (enkele graden) werkt het prima.
Bij landen werkt het helemaal goed omdat je dan juist blij bent met extra weerstand. Door de flaps flink omlaag te zetten (veel camber), bv. 60 graden, kan dat deel van de vleugel veel lift leveren en doet dat met enorm veel weerstand. Je kunt dus langzaam vliegen (door de hoge camer) en je glijhoek is vrij steil (door de hoge weerstand). Perfect!
Dat zelfde zou je ook met de rolroeren kunnen doen, alleen wordt daarmee het model wel slecht bestuurbaar. Daarom worden de rolroeren vaak iets omhoog gezet (negatieve camber). Hierdoor worden de buitenste delen van de vleugel bij een kleinere invalshoek aangestroomd en zullen dus niet overtrekken. Doordat de stroming op de tips blijft aanliggen blijft het model luisteren naar de rolroeren. Die combinatie van flaps omlaag en rolroeren omhoog wordt 'butterfly' genoemd, of 'crow brake'.
Overigens moet je ook aardig wat down meemixen als je de flaps zo ver omlaag zet.
Succes