@Erwin, als die bellen in het echt ontstaan, is de schipper op z'n minst érg sjagrijnig...
Als een sub dicht aan de oppervlakte vaart, of net ondergedoken is, kan, door de snelheid van de schoef cavitatie (die gasbellen) ontstaan.
De schroef draait dan zodanig snel dat hij in feite 'gaten' in het water slaat. De waterdruk is dan vlak voor het schroefblad dusdanig laag dat het water bij lage temperaturen kookt. Meteen achter de schroef heerst geen onderdruk meer, dus slaan die bellen dicht. Het lawaai wat dat maakt, is op een gevoelige hydrofoon mijlenver te horen.
Als een van de schroefbladen een beschadiging heeft, kan dat blad meer cavitatie krijgen, of een andere verstoring vertonen. Dat zorgt voor een acoustische 'handtekening' van dat specifieke schip. Een tegenstander kan aan de snelheid, gecombineerd met het toerental van de schroef het type boot bepalen; als de boot in kwestie dan ook een typisch geluidsprofiel heeft door een iets beschadigde schroef, kan men het exacte schip bepalen. Ze kunnen nog net niet het pennantnummer lezen, maar dat hoeft dan ook niet meer.
De sub op het plaatje vaart zo te zien redelijk snel, en vrij dicht aan de oppervlakte, dus cavitatie zóu kunnen. Maar op het plaatje is het een beetje overtrokken. Moderne subschroefbladen zijn meestal sikkelvormig juist om cavitatie te voorkomen.