Uittreksel uit KNVvL nieuwsbrief:
Modelvliegsport en SERA
15 januari 2015
Veel thema's zijn en worden in Europa onder de loep genomen. Een daarvan is de regeling voor de indeling en het gebruik van het luchtruim; dit is de regeling Standardized European Rules of the Air (SERA). Medio december benaderde de Directie Luchtvaart van het ministerie Infrastructuur en Milieu de afdeling Modelvliegsport met het verzoek te overleggen over dit thema. Naast de afdeling Modelvliegsport was ook de commerciële evenknie DARPAS bij dit overleg aanwezig. Onlangs is nog een extra vergadering geweest, samen met onder andere de Luchtvaart Politie, Verkeersleiding Nederland en het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
De Directie Luchtvaart overweegt op korte termijn aanpassingen te doen aan de indeling van het luchtruim. In de eerste plaats vanwege SERA, maar ook vanwege andere overwegingen zoals de toename van het aantal waarnemingen van vliegende objecten op lage hoogte. Hiermee wordt bedoeld de toename van het gebruik van zogenaamde drones dat gepaard gaat met een toename van het aantal near misses.
Als we over de indeling van het luchtruim hebben, praten we al snel over de vlieghoogte. We zijn blij met dit overleg en dat we kunnen meedenken over een acceptabele aanpassing van SERA. Maar we zijn ook bezorgd, want naar een beperking van de huidige vlieghoogte kijken we echt niet uit.
De afdeling Modelvliegsport verwacht dat de Directie Luchtvaart over een aantal weken een definitief standpunt zal innemen. Zodra wij hiervan kennis genomen hebben, laten wij je dit weten.
--------------
Mijn vrees is, dat lijnbestuurde modellen ook onder algemene richtlijnen voor modelvliegtuigen zullen vallen.
We moeten er voor zorgen, dat wetgevers te weten komen, dat de vlieghoogte van lijnbestuurde modelle per definitie (FAI) niet hoger KAN zijn dan 25 m (piloot 2 m, arm 1m, 22 m lijn). Daarom benutten lijnvliegers het "luchtruim" eigenlijk niet.
Wordt dit de KNVvL duidelijk gemaakt?
Groeten,
Wolfgang
Modelvliegsport en SERA
15 januari 2015
Veel thema's zijn en worden in Europa onder de loep genomen. Een daarvan is de regeling voor de indeling en het gebruik van het luchtruim; dit is de regeling Standardized European Rules of the Air (SERA). Medio december benaderde de Directie Luchtvaart van het ministerie Infrastructuur en Milieu de afdeling Modelvliegsport met het verzoek te overleggen over dit thema. Naast de afdeling Modelvliegsport was ook de commerciële evenknie DARPAS bij dit overleg aanwezig. Onlangs is nog een extra vergadering geweest, samen met onder andere de Luchtvaart Politie, Verkeersleiding Nederland en het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
De Directie Luchtvaart overweegt op korte termijn aanpassingen te doen aan de indeling van het luchtruim. In de eerste plaats vanwege SERA, maar ook vanwege andere overwegingen zoals de toename van het aantal waarnemingen van vliegende objecten op lage hoogte. Hiermee wordt bedoeld de toename van het gebruik van zogenaamde drones dat gepaard gaat met een toename van het aantal near misses.
Als we over de indeling van het luchtruim hebben, praten we al snel over de vlieghoogte. We zijn blij met dit overleg en dat we kunnen meedenken over een acceptabele aanpassing van SERA. Maar we zijn ook bezorgd, want naar een beperking van de huidige vlieghoogte kijken we echt niet uit.
De afdeling Modelvliegsport verwacht dat de Directie Luchtvaart over een aantal weken een definitief standpunt zal innemen. Zodra wij hiervan kennis genomen hebben, laten wij je dit weten.
--------------
Mijn vrees is, dat lijnbestuurde modellen ook onder algemene richtlijnen voor modelvliegtuigen zullen vallen.
We moeten er voor zorgen, dat wetgevers te weten komen, dat de vlieghoogte van lijnbestuurde modelle per definitie (FAI) niet hoger KAN zijn dan 25 m (piloot 2 m, arm 1m, 22 m lijn). Daarom benutten lijnvliegers het "luchtruim" eigenlijk niet.
Wordt dit de KNVvL duidelijk gemaakt?
Groeten,
Wolfgang