Ga d'r maar mee door sleur, wellicht handig voor een ander..
Ja, da's waar. Nu al genoeg verzameld dus het plaatsen is minder werk.

Komt-ie dan...
Overbodig te vermelden dat je Phoenix start, controleer eventueel op updates zodat je zeker weet dat je de nieuwste versie hebt.

Kies je eigen vliegveld/omgeving en het helikoptermodel dat je zelf wil. Om alles te kunnen benutten is het wel handig om een model te kiezen dat ook over alle functies beschikt (dus geen coaxiaal of fixed pitch model). In dit voorbeeld gebruik ik mijn eigen DX7 maar in principe geldt voor elke zender dezelfde procedure en ook de toewijzingen zijn geheel naar eigen smaak in te vullen.
1. Eerst even de zender opnieuw calibreren om zeker te zijn dat alles goed ingesteld is. Zorg ervoor dat de modelkeuze in de zender op vliegtuigmode staat (dus geen heli, Phoenix mixt zelf de swash!!!) en er geen mixes en trims actief zijn. Klik in Phoenix in het menu op
System en vervolgens
Your transmitter.
2. Volg de hele procedure voor het inregelen van de sticks. Alle stappen worden eenvoudig uitgelegd. Eerst de stick neutraal/in het midden. Dan alle sticks, schuiven en dingen bewegen maar niet de schakelaars! Vervolgens alle schakelaars en klaar zijn de instellingen. Als de procedure klaar is, afsluiten met de knop
Finish.
3. Nu moet de stick- en schakelaarbezetting worden ingesteld. Klik in het menu op
System en vervolgens op
Your controls.
4. Selecteer nu uit de lijst de zender die gebruikt wordt. Waarschijnlijk is al een zender gekozen na eerste procedure sinds de installatie van de software. Deze kan dus gebruikt worden. Zo kunnen ook meerdere virtuele zenders gemaakt worden met bijvoorbeeld verschillende instellingen voor exponentieel (later meer) of andere schakelaars (veelal bij vliegtuigen interessanter). Na de keuze de knop
edit klikken.
5. Klik rechtsboven in het venster de knop
Detailed controls zodat alle individuele instellingen zichtbaar worden. Je kunt nu via de pull-down menu's achter elke functie de gewenste sticks en schakelaars toekennen. De oranje balken zijn real-time zodat je makkelijk kunt zien welke schakelaar op welk kanaal zit. Toekennen is dus eenvoudig. Het venster wordt afgesloten met de knop
Finished
6. Tussentijds kan met het model gecontroleerd worden of alle functies goed om werken. Indien dit niet het geval is, ga dan terug naar de instellingen vanaf punt 4. Achter het balkje van een kanaal staat een getal 100 (niet noodzakelijk maar hiermee kun je uitslagen beperken of vergroten, zeg maar de end-points) en daarachter een vakje voor servo reversing. Een vinkje zorgt ervoor dat het kanaal andersom functioneert. Controleer dan nogmaals tot alles helemaal goed is ingesteld.
7. Als er tekort kanalen zijn op de zender, bijvoorbeeld bij gebruik van een simpelere zender op de sim die over minder kanalen beschikt, dan kun je schakelaars ook aan toetsen op het keyboard toekennen. Selecteer dan in de pull-down de optie
Keyboard key(s).
8. Soms is het wenselijk de reactie-curve van een stick te voorzien van een exponentieel verloop. Bijvoorbeeld om het begin wat minder direct te reageren op rollen of hoogte. Hiervoor kan dan een algemene expo op de zender per kanaal ingesteld worden. In het menu van punt 4/5 kan geklikt worden op de knop met de drie puntjes. Er verschijnt een venster waar de curve ingesteld kan worden. Vaak wordt een curve van 25% tot 40% gebruikt. Dit geheel naar eigen wens. Experimenteer hier gewoon wat mee als alle basisfuncties goed ingesteld zijn.
Als al je instellingen klaar zijn, met alles gewoon goed werken. Daarna kun je naar hartelust fine tunen met de instellingen per model. Ook per model kun je expo, mixing etc. nog instellen. Dat is dan per model verschillend en niet algemeen voor de zender.
Hoop dat het een beetje helpt.
