Robert,
Hieronder staat een stukje met de uitleg hoe een servo binnen in werkt. Het komt uit een artikel voor onze clubkrant dat ik jaren geleden al eens geschreven heb. Ik hoop dat de werking van een servo hierdoor duidelijk voor je zal worden.
De servo is eigenlijk een heel erg slim apparaatje dat elektronische informatie omzet in een mechanische beweging. Een moderne servo moet zo klein mogelijk zijn en toch moet er een hoop in. Meestal is de elektronica in de moderne kleine servo’s met de zogenaamde SMD onderdelen gemaakt. Dit betekent dat de kleinste onderdelen die er zijn worden gebruikt. De wat oudere servo's zijn meestal groter en hierin worden meestal standaard onderdelen gebruikt. De elektronica ziet er dus nogal klein uit maar schijn bedriegt, er zit nog heel wat in, zie het blokschema van figuur 5.
Figuur 5.
Voor het gemak heb ik ook hier de stroomvoorziening maar weggelaten anders wordt de tekening te onoverzichtelijk. Je moet je inbeelden dat elk blok een verbinding heeft met de accu, via het servo snoertje.
De puls afkomstig van de ontvanger komt binnen en gaat direct naar de ingang (IN A) van de PULSVERGELIJKER en naar de PULSGENERATOR. Op het moment dat er een puls uit de ontvanger komt zal de pulsgenerator ook een puls opwekken. De breedte van die puls is afhankelijk van de stand van de POTMETER. Een potmeter is een verstelbare weerstand waarvan de waarde hoger en lager wordt als we hem links of rechtsom draaien.
De uitgang van de pulsgenerator zit aan de tweede ingang (IN B) van de pulsvergelijker. Als beide pulsen even lang duren komt er niets uit de pulsvergelijker en staat de servo stil. Wordt de puls van de zender op ingang A nu breder, doordat we de stuurknuppel bewegen, dan zal op uitgang A>B (A groter dan B) een signaal komen dat de elektronische schakelaars zodanig zet dat de motor b.v. linksom gaat draaien. De motor drijft een stel tandwielen aan die het hefboompje op de servo in beweging brengen en ook de potmeter die op dezelfde as zit. Stel dat de waarde in dit geval hoger wordt dan zal de breedte van de puls die de pulsgenerator opwekt ook breder gaan worden. Dit blijft doorgaan totdat de pulsen weer even breed zijn, op dat moment gaan de elektronische schakelaars weer uit, de motor stopt en de servo staat in een nieuwe (andere) stand.
Wordt de puls weer smaller dan zal uitgang A<B (A kleiner dan B) de elektronische schakelaars de andere kant op zetten en de motor draait rechtsom. De weerstand van de potmeter wordt lager en als de beide pulsen weer even breed zijn stopt de motor weer. Op deze manier kunnen we de servo elke gewenste stand laten aannemen en daarmee het roer dat met die servo verbonden is.
Vrijwel de gehele schakeling die in het blokschema is getekend zit in de speciaal voor servo’s ontwikkelde IC’s. Er zijn maar enkele onderdelen nodig om de werking aan te passen aan onze toepassingen. Deze IC’s worden ook veel in industriële servo’s gebruikt wat betekent dat er een hele grote markt voor is waardoor servo’s nu vrij goedkoop zijn.