[voldoening] Aaaaah ....

Voor dit scherm zit, op moment van schrijven, een tevreden man.
Ik heb namelijk nog eens mogen modelbouwen, prutsen, dremelen, passen, smeren, ... aan een rc-autootje kunnen werken.
From scratch (lees: gesloten doos) tot rijdend geheel.
Alleen al voor en door dit aspect ben ik een tijdje geleden (iets meer dan een jaar) met RC begonnen.
Het eerste project was een Tamiya Rising Storm (DF-02)(bouwverslag elders op dit forum) en daarna volgde ook nog eens een Tamiya Susuki Swift (M-03) (bouwverslag eveneens op dit forum)
Ik heb in m'n korte RC-carrière wél al een klein wagenparkje bij elkaar verzameld maar jammer genoeg zitten daar ook enkele tweedehandsmodellen tussen.
...
Mijn portefeuille protesteert nu heel even en vind m'n vorige bewering niet correct. Tweedehands betekent ook voor een lagere prijs een degelijke wagen, al dan niet direct ook vergezeld van een lading reserve-onderdelen.
'k Moet toegeven dat dat klopt ... maar toch is het jammer omdat IMHO (In My Humble Opinion) niets kan tippen aan het openen van een nieuwe doos, het bestuderen van de schramloze, blinkende onderdelen en het vol eerbied, nauwkeurigheid en zorg in elkaar monteren tot een werkend geheel. (kwijl)
In de loop der jaren heb ik ook al geleerd dat een mens zichzelf wel eens kan voor de gek houden. Ik doel daarmee op het vinden van argumenten om een zaak te bewijzen waar je tegelijk van weet dat het eigenlijk toch niet helemaal klopt.
Ben ik onduidelijk?
Effe verklaren: Ik heb ondertussen RUIMSCHOOTS genoeg wagentjes om vlot te kunnen rijden. Zelfs zo voldoende dat het telkens een hele klus wordt om alle materiaal compact bij elkaar te scharen als ik eens ergens ga rijden, enkel al omdat ik het niet over m'n hart krijg om een model thuis te laten.
So, I do NOT need a new one.
Vrouwlief bekijkt het immers ook soms met een frons en onlangs betrapte ik m'n zoontje van 5 op een zin als "jamaar, dat ligt hier wéér vol met auto's"
.. en toch vond ik ook deze keer een gaatje in de verdediging
M'n betoog:
Ik mag namelijk al eens deelnemen in de Belgische Tamiya-cup in de GT2-klasse met m'n TA-05. Zoonlief, Robbe, kwam dan al eens mee en reed dan met m'n Tamiya Swift in de Mini-klasse. Ik stelde ook een speciaal profiel in voor hem waarbij de throthle (het "gas") gelimiteerd en de stuuruitslag gelimiteerd worden. Daarmee kan hij met een rustig wagentje aan zijn eigen beginnerstempo meerijden. Tijdens de laatste manches van onze Belgische Tamiya-cup waren daarenboven telkens ook wat kinderen aanwezig en dat maakt het voor hen des te leuker.
But ... papa is het nu beetje beu om GT2 te rijden, heeft begrepen dat hij nog veeel extra training kan gebruiken voor hij de betere rijders eens écht kan volgen en heeft ook wel zin om mee te rijden met z'n Swift.
Die Swift , het M-03-chassis, is immers een absolute aanrader qua aanleer- en fun-klasse.
.. en dus moet er een andere auto komen voor zoonlief, eentje waarmee hij rustig kan rondrijden, zonder dat papa of hijzelf zich zorgen moet maken omwille van mogelijke kreukels.
Het antwoord: de Tamiya TT-01.
Dit is een eenvoudige wagen die in onze Belgische Tamiya-cup gebruikt wordt in de stock-klasse. De wagen wordt er enkel toegelaten met originele componenten én (bijgeleverde) eenvoudige Mabushi-motor. Het is een UITSTEKENDE leer-auto, met vierwielaandrijving in tegenstelling tot de 2WD M-03 en beperktere instelmogelijkheden.
Daarnaast had maatje Bacardiboy ook een TT-01 in elkaar gestoken voor één van zijn kids en zou het misschien extra motiverend zijn of leuk voor onze kinderen om met dezelfde wagen en/of binnen dezelfde klasse te kunnen rijden.
Even rondgekeken naar de mogelijkheden en gekozen voor een laatst uitgebracht model, de TT-01E. Bij dit E-type zijn er een paar kleine wijzigingen qua stuur-inrichting en de extra aanwezigheid van een bovendek. Zo'n bovendek zal bijdragen tot het stijver maken van het chassis, iets wat op tapijt zelden kwaad kan.
Op onderstaande foto staat (links) de gewone TT01 ter vergelijking naast de TT-01E (rechts .. dus ..
)
M'n lokale dealer had er (nog) eentje staan: de TT-01E Porsche 911GT3 CUP07.
Deze doos was wat duurder dan de andere TT-01-modellen. Bleek achteraf waarom: er zit direct ook een LED-kit bij om de body bij te "pimpen". Ik denk niet dat ik die kit monteer. Mijn auto's dienen om te rijden, niet om bewonderingsstof te verzamelen. Dus, als er iemand interesse heeft in dat LED-kitje, laat maar horen
Verder denk ik er sterk over om hem helemaal af te werken zoals op de doos, dus in dezelfde kleuren ... maar zoonlief moet die knoop doorhakken.
Op deze pagina op Tamiya-USA kan je wat meer info vinden over dit model, alsook over de onderdelen en de hop-ups.
Ok, genoeg geleuterd!
Let's build!
Here we go:
de doos
Onderaan de doos zie je ook al een zakje kogellagers liggen. Dat is momenteel zowat de enige hop-up waarmee ik de prestaties van dit karretje toch wat wil verbeteren. Eigenlijk enkel omdat ik het zonde vind om in de bouw veel zorg te steken ... en dan te laten draaien op plastic lagers.
Verder kan je op de zijkant van de doos ook merken dat de LED-kit inbegrepen is. Verder zit er natuurlijk nog de ESC en de Mabushi-motor bij.
Je hebt dus verder enkel nog accu, zender en ontvanger nodig om deze wagen te laten lopen.
Trouwens, ik herinner me van vorige builds dat de elektronica ook al nodig blijkt te zijn TIJDENS de bouw, dus ik haal alvast m'n zender en extra ontvanger boven en leg een stick-pack aan de lader.
Plechtig de doos geopend en die blijkt prettig gevuld te zijn.
Zoals bij elke doos van Tamiya vind je bovenop een handleiding die naar Tamiya-traditie erg volledig is (maar ook erg druk). Je dient letterlijk best élke passage te lezen, elke afbeelding te bekijken om er zeker van te zijn dat je niets mistte of een foutje maakte in de bouw.
Eigenlijk moet je trouwens beginnen met het rustig doorlezen van de hele bouw-manual. Hier en daar moet je soms keuzes maken (ook bij deze wagen het geval (keuze wielspacers, afhankelijk van de gebruikte body...).
Lezen en eventueel nota's maken. Helpt écht!
... Maar dan moet je natuurlijk wel je bouwdrift kunnen bedwingen
Verder uitpakken en den kom je traditionele pakjes tegen. Tamiya zorgt ervoor dat alle onderdelen netjes verpakt zitten in "beletterde" zakjes. In de bouwbeschrijving staat dan ook aangegeven welke zakjes je dient te openen in een bepaald bouwstadium. Af en toe moet je wel eens gaan zoeken welk vijsje precies bedoeld wordt maar de manual is erg duidelijk en alle onderdelen worden op schaal 1:1 afgebeeld dus je komt er altijd wel uit.
Na het doorsnuisteren van alle zakjes, het identificeren van alle onderdelen, ... begonnen aan het klaarmaken van de werkplek.
En dan breekt het moment aan dat je plechtig het chassis uit het eerste zakje haalt:
De afwerking is Tamiya-waardig: strak, degelijk, sterk, ... en verder betrouw ik er natuurlijk op dat het een "proven concept" is, m.a.w. dit chassis rijdt al ettelijke jaren rond en heeft zijn deugdelijkheid bewezen. Ik ben er vrij zeker van dat de wijzigingen van de TT-01 type E ten opzichte van de TT-01 degelijk zullen zijn.
't Valt me ook direct op dat het gebruikte plastic erg sterke en stijf is. Wellicht zal dit het gebruik van de zelftappende vijsjes niet vergemakkelijken.
But, mais, maar ...vooraleer ik verder ga, of beter gezegd, begin met de bouw ga ik eerst nog wat anders doen: het inlopen van de motor.
Bij deze kit zit een Mabuschi-motor bijgeleverd. Dit zijn erg eenvoudige motortjes die tegen een aardige stoot kunnen. Ze kunnen en mogen ook niet opengewerkt worden om de gevolgen van slijtage aan te pakken.
Je kan zonder problemen zo'n motortje recht uit de doos in je wagen monteren ... maar ik niet
Eerst krijgt het van mij een vertroetel-behandeling om het los te werken, voor te bereiden, binnen de mate van het mogelijke en de reglementen, zodat het motortje zo optimaal inloopt.
Ik denk niet dat ik hiermee "overdrijf". Ik zal er later nog een stukje over schrijven, specifiek over dit inlopen, omdat ik versteld heb gestaan van wat ik merkte bij dit inlopen. Dat heb je dus van me te goed, beste Lezer.
Leuk zijn ook deze stickers op het chassis, die ik nog niet eerder zag. Het is een detail maar 't staat me wel aan en versterkt het gevoel van "afwerking".
We kunnen dus echt aan de slag en ik scheur de eerste zakjes open, na eerst nog maar eens de handleiding geconsulteerd te hebben.
Ik had immers al netjes zakje A opengemaakt ... en daar vond ik de spur die als eerste gemonteerd wordt, niet in. Effe rondkijken en gevonden in een ongenummerd zakje, zoals er nog een paar zijn. Uitkijken dus, maar verder niets moeilijk.
In de handleiding staat ook aangegeven welke onderdelen voorzien moeten worden van wat smerend vet. Er zit daartoe een klein tubetje vet bijgeleverd. Ik heb dat tubetje, dat geen afsluitdop heeft, gewoon dichtgelaten en ander Tamiya-vet gebruikt dat ik heb.
Voor de montage van de spur en bijbehorende cardan-as gebruikte ik "Anti-Wear Grease" van Tamiya. Dat is wat stroef maar dat geeft niet in dit geval. Het is immers niet de bedoeling dat de propellor joints en de cardan geen grote bewegingen gaan maken ten opzichte van elkaar.
Je kan dit zilveren vet op de foto hierboven zien uitpiepen uit de propellor joint.
Verder nog een belangrijke raadgeving: WEES SPAARZAAM met dat vet.
De Tamiya-handleiding heeft niet helemaal ongelijk als ze het insmeren met vet aangeven, maar hier en daar kan je er toch minstens "erg spaarzaam" mee zijn.
Laat je niet verleiden tot het vet-aanbrengen op extra plekken want meestal is dat onnodig en creëer je er zelfs extra slijtage door.
Vet zal immers ook stof, zand gevangen houden, en nét deze onzuiverheden kunnen voor slijtage gaan zorgen als ze tussen bewegende delen terecht komen en blijven zitten.
Ik heb alle onderdeelplaten naast me gelegd op de grond waar ik er makkelijk aankon.
Ze hebben een vermelding A, B, D, F, P, ... en elk onderdeel heeft een nummertje. Het is dus absoluut onverstandig om alle onderdelen eerst los te gaan maken en verzamelen, zoals ik eens iemand zag doen. De benummering staat geprint naast het onderdeel en als je alles losmaakt ben je dat dus kwijt en wordt het een heel gepuzzel om soms bijna-identieke-maar-toch verschillende onderdelen te gaan identificeren via afbeeldingen in de handleiding. Het viel me ook op dat deze plastic-onderdeel-platen allemaal uit verschillende soorten plastic gemaakt zijn. De ene is hard, zoals het chassis, de andere zijn dan weer soepel en dat is vanzelfsprekend geen toeval. De onderdelen uit het zachtere, soepele materiaal zijn bijvoorbeeld de delen van de ophanging zodat deze zullen resistenter zijn tegen beschadiging bij crashen.
Onmiddelijk viel ook mijne frank (rolde mijn euro) dat ik opnieuw best een voor-tap-vijsje zou maken om het invijzen van de vijsjes in de hardere onderdelen zoals het chassis te vergemakkelijken.
Ik legde dit al eens uit in m'n vorige bouwbeschrijving. Het komt er op neer dat ik een vijsje met m'n dremel voorzie van een scherpe snede in de schroefdraad. Met dit vijsje dat veel makkelijker het plastic wegsnijdt of wegtapt, ga ik eerst alle vijsgaatjes voortappen. Een klein tikje vet aan dit voortapvijsje maakt het nog makkelijker.
Ik weet wel dat het mezelf dubbel werk bezorgt, maar ik vind dat het loont en hierdoor ga je niet knoeien bij de montage en kan je strak monteren zonder al te veel moeite.
Deze foto toont het meest gebruikte gereedschap, denk ik. Alle onderdelen werden immers netjes losgeknipt uit de onderdeel-raampjes met dit tangetje en vervolgens de bramen weggevijld. Weer maar eens kan dit overbodig werk lijken. Je kan immers vaak de onderdelen zo lostrekken of losdraaien ... maar dan loop je kans op beschadiging ...
+ ik hou gewoon veel te veel van netjes werk en wil het gewoon GOED doen.
Ook erg traditioneel is het aanvankelijk bouwen van de differentiëlen of diffs.
Hier gaat het om tandwieldiffs. Deze zijn eenvoudig in montage en zeker ook in gebruik. Ze zijn moeilijker afstelbaar dan bijvoorbeeld kogeldiffs maar zijn erg stevig en raken niet snel deffect en al zeker niet ontregeld.
Het viel me ook op dat deze (achter)-diff 'dichter' is dan de diff van m'n M-03. Ik bedoel hiermee dat de M-03-diff eigenlijk niet of zeer moeilijk afsluitbaar is waardoor je er eigenlijk geen dikke diff-olie in kan doen om de diff-werking wat bij te stellen. Dat goedje komt er zowiezo uit.
Deze diff lijkt me hier meer geschikt voor, alhoewel zeker niet "waterdicht". Ik besluit om deze diff, zoals aangegeven in de handleiding te voorzien van een beetje gewoon vet, niet te veel, om de werking ervan te smeren. Achteraan wil ik gewoon een soepel lopende diff. En ik besluit om de voor-diff anders aan te pakken ... en dus markeer ik deze Rear-diff eventjes met een R om ze niet door elkaar te halen.
Ook de andere delen van de aandrijflijn worden enkel zeer lichtjes ingevet, zodat ze het soepel lopen niet gaan tegenwerking door de plak-eigenschap van vet.
De onderdelen van de achter-ophanging losgesneden en braampjes bijgevijld. Best dat je alle onderdelen al klaarmaakt vóór de assemblage van de achteraandrijving. Je merkt ook hoe al deze onderdelen sterk op elkaar lijken maar toch niet hetzelfde zijn.
Ook bestond de mogelijkheid om de onderdelen in een andere configuratie te gebruiken waardoor je een kortere wielbasis krijgt. Ik monteerde ze in de langste opstelling ... maar bij nader inzien was dat niet de configuratie die bij m'n Porsche-body past. (Ik maakte nog een paar kleine detail-foutjes later ... dus moet zowiezo toch de boel eens uit elkaar gooien en herbeginnen, ... en daar leer je uit
)
Vooraleer ik de achteraandrijving assembleer, smeer ik hier de randjes van de diff-behuizing is met Green Slime. Dit groene goedje sluit de diffbehuizing af, eventueel binnendringend stof of vuil vangend vooraleer het in de tandwielen kan terecht komen. Er hing nog een kloddertje aan m'n vinger en die smeerde ik gewoon uit aan de binnenkant van de diffbehuizing. Alles wat daaraan blijft hangen, zal alvast niet aan of in de tandwielen hangen
Bij het monteren en dichtvijzen van de diffbehuizing kwam m'n voortapvijsje al van pas.
Tadaaaaaa, de montage is nu echt vertrokken, vind ik.
... more to come


Voor dit scherm zit, op moment van schrijven, een tevreden man.
Ik heb namelijk nog eens mogen modelbouwen, prutsen, dremelen, passen, smeren, ... aan een rc-autootje kunnen werken.

From scratch (lees: gesloten doos) tot rijdend geheel.
Alleen al voor en door dit aspect ben ik een tijdje geleden (iets meer dan een jaar) met RC begonnen.
Het eerste project was een Tamiya Rising Storm (DF-02)(bouwverslag elders op dit forum) en daarna volgde ook nog eens een Tamiya Susuki Swift (M-03) (bouwverslag eveneens op dit forum)
Ik heb in m'n korte RC-carrière wél al een klein wagenparkje bij elkaar verzameld maar jammer genoeg zitten daar ook enkele tweedehandsmodellen tussen.
...
Mijn portefeuille protesteert nu heel even en vind m'n vorige bewering niet correct. Tweedehands betekent ook voor een lagere prijs een degelijke wagen, al dan niet direct ook vergezeld van een lading reserve-onderdelen.
'k Moet toegeven dat dat klopt ... maar toch is het jammer omdat IMHO (In My Humble Opinion) niets kan tippen aan het openen van een nieuwe doos, het bestuderen van de schramloze, blinkende onderdelen en het vol eerbied, nauwkeurigheid en zorg in elkaar monteren tot een werkend geheel. (kwijl)
In de loop der jaren heb ik ook al geleerd dat een mens zichzelf wel eens kan voor de gek houden. Ik doel daarmee op het vinden van argumenten om een zaak te bewijzen waar je tegelijk van weet dat het eigenlijk toch niet helemaal klopt.
Ben ik onduidelijk?
Effe verklaren: Ik heb ondertussen RUIMSCHOOTS genoeg wagentjes om vlot te kunnen rijden. Zelfs zo voldoende dat het telkens een hele klus wordt om alle materiaal compact bij elkaar te scharen als ik eens ergens ga rijden, enkel al omdat ik het niet over m'n hart krijg om een model thuis te laten.
So, I do NOT need a new one.
Vrouwlief bekijkt het immers ook soms met een frons en onlangs betrapte ik m'n zoontje van 5 op een zin als "jamaar, dat ligt hier wéér vol met auto's"
.. en toch vond ik ook deze keer een gaatje in de verdediging

M'n betoog:
Ik mag namelijk al eens deelnemen in de Belgische Tamiya-cup in de GT2-klasse met m'n TA-05. Zoonlief, Robbe, kwam dan al eens mee en reed dan met m'n Tamiya Swift in de Mini-klasse. Ik stelde ook een speciaal profiel in voor hem waarbij de throthle (het "gas") gelimiteerd en de stuuruitslag gelimiteerd worden. Daarmee kan hij met een rustig wagentje aan zijn eigen beginnerstempo meerijden. Tijdens de laatste manches van onze Belgische Tamiya-cup waren daarenboven telkens ook wat kinderen aanwezig en dat maakt het voor hen des te leuker.
But ... papa is het nu beetje beu om GT2 te rijden, heeft begrepen dat hij nog veeel extra training kan gebruiken voor hij de betere rijders eens écht kan volgen en heeft ook wel zin om mee te rijden met z'n Swift.
Die Swift , het M-03-chassis, is immers een absolute aanrader qua aanleer- en fun-klasse.
.. en dus moet er een andere auto komen voor zoonlief, eentje waarmee hij rustig kan rondrijden, zonder dat papa of hijzelf zich zorgen moet maken omwille van mogelijke kreukels.
Het antwoord: de Tamiya TT-01.
Dit is een eenvoudige wagen die in onze Belgische Tamiya-cup gebruikt wordt in de stock-klasse. De wagen wordt er enkel toegelaten met originele componenten én (bijgeleverde) eenvoudige Mabushi-motor. Het is een UITSTEKENDE leer-auto, met vierwielaandrijving in tegenstelling tot de 2WD M-03 en beperktere instelmogelijkheden.
Daarnaast had maatje Bacardiboy ook een TT-01 in elkaar gestoken voor één van zijn kids en zou het misschien extra motiverend zijn of leuk voor onze kinderen om met dezelfde wagen en/of binnen dezelfde klasse te kunnen rijden.

Even rondgekeken naar de mogelijkheden en gekozen voor een laatst uitgebracht model, de TT-01E. Bij dit E-type zijn er een paar kleine wijzigingen qua stuur-inrichting en de extra aanwezigheid van een bovendek. Zo'n bovendek zal bijdragen tot het stijver maken van het chassis, iets wat op tapijt zelden kwaad kan.


Op onderstaande foto staat (links) de gewone TT01 ter vergelijking naast de TT-01E (rechts .. dus ..


M'n lokale dealer had er (nog) eentje staan: de TT-01E Porsche 911GT3 CUP07.

Deze doos was wat duurder dan de andere TT-01-modellen. Bleek achteraf waarom: er zit direct ook een LED-kit bij om de body bij te "pimpen". Ik denk niet dat ik die kit monteer. Mijn auto's dienen om te rijden, niet om bewonderingsstof te verzamelen. Dus, als er iemand interesse heeft in dat LED-kitje, laat maar horen

Verder denk ik er sterk over om hem helemaal af te werken zoals op de doos, dus in dezelfde kleuren ... maar zoonlief moet die knoop doorhakken.
Op deze pagina op Tamiya-USA kan je wat meer info vinden over dit model, alsook over de onderdelen en de hop-ups.
Ok, genoeg geleuterd!
Let's build!
Here we go:
de doos
Onderaan de doos zie je ook al een zakje kogellagers liggen. Dat is momenteel zowat de enige hop-up waarmee ik de prestaties van dit karretje toch wat wil verbeteren. Eigenlijk enkel omdat ik het zonde vind om in de bouw veel zorg te steken ... en dan te laten draaien op plastic lagers.
Verder kan je op de zijkant van de doos ook merken dat de LED-kit inbegrepen is. Verder zit er natuurlijk nog de ESC en de Mabushi-motor bij.
Je hebt dus verder enkel nog accu, zender en ontvanger nodig om deze wagen te laten lopen.
Trouwens, ik herinner me van vorige builds dat de elektronica ook al nodig blijkt te zijn TIJDENS de bouw, dus ik haal alvast m'n zender en extra ontvanger boven en leg een stick-pack aan de lader.
Plechtig de doos geopend en die blijkt prettig gevuld te zijn.
Zoals bij elke doos van Tamiya vind je bovenop een handleiding die naar Tamiya-traditie erg volledig is (maar ook erg druk). Je dient letterlijk best élke passage te lezen, elke afbeelding te bekijken om er zeker van te zijn dat je niets mistte of een foutje maakte in de bouw.
Eigenlijk moet je trouwens beginnen met het rustig doorlezen van de hele bouw-manual. Hier en daar moet je soms keuzes maken (ook bij deze wagen het geval (keuze wielspacers, afhankelijk van de gebruikte body...).
Lezen en eventueel nota's maken. Helpt écht!
... Maar dan moet je natuurlijk wel je bouwdrift kunnen bedwingen

Verder uitpakken en den kom je traditionele pakjes tegen. Tamiya zorgt ervoor dat alle onderdelen netjes verpakt zitten in "beletterde" zakjes. In de bouwbeschrijving staat dan ook aangegeven welke zakjes je dient te openen in een bepaald bouwstadium. Af en toe moet je wel eens gaan zoeken welk vijsje precies bedoeld wordt maar de manual is erg duidelijk en alle onderdelen worden op schaal 1:1 afgebeeld dus je komt er altijd wel uit.
Na het doorsnuisteren van alle zakjes, het identificeren van alle onderdelen, ... begonnen aan het klaarmaken van de werkplek.
- een handdoek als ondergrond zodat kleine onderdelen niet makkelijk wegrollen
- de onderdelen binnen handbereik
- een kniptangetje, philips-schroevendraaier, mesje, vijltjes, ...
- diff-vet en andere smeersels
- pincet
- een bord en enkele kommetjes: hierin maak ik de zakjes leeg zodat alles bij elkaar blijft én makkelijk identificeerbaar (tegen de witte ondergrond)
- enzovoort ...
En dan breekt het moment aan dat je plechtig het chassis uit het eerste zakje haalt:
De afwerking is Tamiya-waardig: strak, degelijk, sterk, ... en verder betrouw ik er natuurlijk op dat het een "proven concept" is, m.a.w. dit chassis rijdt al ettelijke jaren rond en heeft zijn deugdelijkheid bewezen. Ik ben er vrij zeker van dat de wijzigingen van de TT-01 type E ten opzichte van de TT-01 degelijk zullen zijn.
't Valt me ook direct op dat het gebruikte plastic erg sterke en stijf is. Wellicht zal dit het gebruik van de zelftappende vijsjes niet vergemakkelijken.
But, mais, maar ...vooraleer ik verder ga, of beter gezegd, begin met de bouw ga ik eerst nog wat anders doen: het inlopen van de motor.
Bij deze kit zit een Mabuschi-motor bijgeleverd. Dit zijn erg eenvoudige motortjes die tegen een aardige stoot kunnen. Ze kunnen en mogen ook niet opengewerkt worden om de gevolgen van slijtage aan te pakken.
Je kan zonder problemen zo'n motortje recht uit de doos in je wagen monteren ... maar ik niet

Eerst krijgt het van mij een vertroetel-behandeling om het los te werken, voor te bereiden, binnen de mate van het mogelijke en de reglementen, zodat het motortje zo optimaal inloopt.
Ik denk niet dat ik hiermee "overdrijf". Ik zal er later nog een stukje over schrijven, specifiek over dit inlopen, omdat ik versteld heb gestaan van wat ik merkte bij dit inlopen. Dat heb je dus van me te goed, beste Lezer.
Leuk zijn ook deze stickers op het chassis, die ik nog niet eerder zag. Het is een detail maar 't staat me wel aan en versterkt het gevoel van "afwerking".
We kunnen dus echt aan de slag en ik scheur de eerste zakjes open, na eerst nog maar eens de handleiding geconsulteerd te hebben.
Ik had immers al netjes zakje A opengemaakt ... en daar vond ik de spur die als eerste gemonteerd wordt, niet in. Effe rondkijken en gevonden in een ongenummerd zakje, zoals er nog een paar zijn. Uitkijken dus, maar verder niets moeilijk.
In de handleiding staat ook aangegeven welke onderdelen voorzien moeten worden van wat smerend vet. Er zit daartoe een klein tubetje vet bijgeleverd. Ik heb dat tubetje, dat geen afsluitdop heeft, gewoon dichtgelaten en ander Tamiya-vet gebruikt dat ik heb.
Voor de montage van de spur en bijbehorende cardan-as gebruikte ik "Anti-Wear Grease" van Tamiya. Dat is wat stroef maar dat geeft niet in dit geval. Het is immers niet de bedoeling dat de propellor joints en de cardan geen grote bewegingen gaan maken ten opzichte van elkaar.
Je kan dit zilveren vet op de foto hierboven zien uitpiepen uit de propellor joint.
Verder nog een belangrijke raadgeving: WEES SPAARZAAM met dat vet.
De Tamiya-handleiding heeft niet helemaal ongelijk als ze het insmeren met vet aangeven, maar hier en daar kan je er toch minstens "erg spaarzaam" mee zijn.
Laat je niet verleiden tot het vet-aanbrengen op extra plekken want meestal is dat onnodig en creëer je er zelfs extra slijtage door.
Vet zal immers ook stof, zand gevangen houden, en nét deze onzuiverheden kunnen voor slijtage gaan zorgen als ze tussen bewegende delen terecht komen en blijven zitten.
Ik heb alle onderdeelplaten naast me gelegd op de grond waar ik er makkelijk aankon.
Ze hebben een vermelding A, B, D, F, P, ... en elk onderdeel heeft een nummertje. Het is dus absoluut onverstandig om alle onderdelen eerst los te gaan maken en verzamelen, zoals ik eens iemand zag doen. De benummering staat geprint naast het onderdeel en als je alles losmaakt ben je dat dus kwijt en wordt het een heel gepuzzel om soms bijna-identieke-maar-toch verschillende onderdelen te gaan identificeren via afbeeldingen in de handleiding. Het viel me ook op dat deze plastic-onderdeel-platen allemaal uit verschillende soorten plastic gemaakt zijn. De ene is hard, zoals het chassis, de andere zijn dan weer soepel en dat is vanzelfsprekend geen toeval. De onderdelen uit het zachtere, soepele materiaal zijn bijvoorbeeld de delen van de ophanging zodat deze zullen resistenter zijn tegen beschadiging bij crashen.
Onmiddelijk viel ook mijne frank (rolde mijn euro) dat ik opnieuw best een voor-tap-vijsje zou maken om het invijzen van de vijsjes in de hardere onderdelen zoals het chassis te vergemakkelijken.
Ik legde dit al eens uit in m'n vorige bouwbeschrijving. Het komt er op neer dat ik een vijsje met m'n dremel voorzie van een scherpe snede in de schroefdraad. Met dit vijsje dat veel makkelijker het plastic wegsnijdt of wegtapt, ga ik eerst alle vijsgaatjes voortappen. Een klein tikje vet aan dit voortapvijsje maakt het nog makkelijker.
Ik weet wel dat het mezelf dubbel werk bezorgt, maar ik vind dat het loont en hierdoor ga je niet knoeien bij de montage en kan je strak monteren zonder al te veel moeite.
Deze foto toont het meest gebruikte gereedschap, denk ik. Alle onderdelen werden immers netjes losgeknipt uit de onderdeel-raampjes met dit tangetje en vervolgens de bramen weggevijld. Weer maar eens kan dit overbodig werk lijken. Je kan immers vaak de onderdelen zo lostrekken of losdraaien ... maar dan loop je kans op beschadiging ...
+ ik hou gewoon veel te veel van netjes werk en wil het gewoon GOED doen.
Ook erg traditioneel is het aanvankelijk bouwen van de differentiëlen of diffs.
Hier gaat het om tandwieldiffs. Deze zijn eenvoudig in montage en zeker ook in gebruik. Ze zijn moeilijker afstelbaar dan bijvoorbeeld kogeldiffs maar zijn erg stevig en raken niet snel deffect en al zeker niet ontregeld.
Het viel me ook op dat deze (achter)-diff 'dichter' is dan de diff van m'n M-03. Ik bedoel hiermee dat de M-03-diff eigenlijk niet of zeer moeilijk afsluitbaar is waardoor je er eigenlijk geen dikke diff-olie in kan doen om de diff-werking wat bij te stellen. Dat goedje komt er zowiezo uit.
Deze diff lijkt me hier meer geschikt voor, alhoewel zeker niet "waterdicht". Ik besluit om deze diff, zoals aangegeven in de handleiding te voorzien van een beetje gewoon vet, niet te veel, om de werking ervan te smeren. Achteraan wil ik gewoon een soepel lopende diff. En ik besluit om de voor-diff anders aan te pakken ... en dus markeer ik deze Rear-diff eventjes met een R om ze niet door elkaar te halen.
Ook de andere delen van de aandrijflijn worden enkel zeer lichtjes ingevet, zodat ze het soepel lopen niet gaan tegenwerking door de plak-eigenschap van vet.
De onderdelen van de achter-ophanging losgesneden en braampjes bijgevijld. Best dat je alle onderdelen al klaarmaakt vóór de assemblage van de achteraandrijving. Je merkt ook hoe al deze onderdelen sterk op elkaar lijken maar toch niet hetzelfde zijn.
Ook bestond de mogelijkheid om de onderdelen in een andere configuratie te gebruiken waardoor je een kortere wielbasis krijgt. Ik monteerde ze in de langste opstelling ... maar bij nader inzien was dat niet de configuratie die bij m'n Porsche-body past. (Ik maakte nog een paar kleine detail-foutjes later ... dus moet zowiezo toch de boel eens uit elkaar gooien en herbeginnen, ... en daar leer je uit

Vooraleer ik de achteraandrijving assembleer, smeer ik hier de randjes van de diff-behuizing is met Green Slime. Dit groene goedje sluit de diffbehuizing af, eventueel binnendringend stof of vuil vangend vooraleer het in de tandwielen kan terecht komen. Er hing nog een kloddertje aan m'n vinger en die smeerde ik gewoon uit aan de binnenkant van de diffbehuizing. Alles wat daaraan blijft hangen, zal alvast niet aan of in de tandwielen hangen

Bij het monteren en dichtvijzen van de diffbehuizing kwam m'n voortapvijsje al van pas.
Tadaaaaaa, de montage is nu echt vertrokken, vind ik.
... more to come

Laatst bewerkt: