Zoals eerder beloofd in mijn draadje over de Smit Mississippi hier de verbouwing van een bestaande romp naar een stoomsloep.
De bouw van de Smit is op een laag pitje gezet omdat de motivatie de laatste weken erg ver te zoeken was en ik toe was aan iets nieuws ter afwisseling.
Nadat ik terugkwam van vakantie kwam ik tijdens een struinavondje op het net een romp / sloep tegen waar een Stuart ketel en Stuart stoommachine inzaten evenals een verstelbare schroef om voor- en achteruit te kunnen varen.
Bod gedaan, mail gestuurd, langs geweest en model meegenomen, je kent dat wel
Thuisgekomen de volgende dag alles rustig bekeken en tot de conclusie gekomen dat de spullen nog functioneel zijn maar een grote schoonmaakbeurt nodig hebben. Bovendien miste de ketel een kijkglas en een goed functionerende afblaasveiligheid.
Na wat speurwerk naar de machine en ketel kwam ik de romp en machine die ik gekocht zowaar tegen op het forum en het blijkt dat Kasper Karssen deze romp een kleine 25 jaar geleden gebouwd heeft als zijnde romp van volharding.
In Januari van dit jaar is het geheel doorverkocht met tekeningen en al aan diegene die het af wilde bouwen. Zo ver heeft het dus echter niet mogen komen.
De spanten van de romp zijn gemaakt van 9 mm multiplex waarop aan de buitenzijde en op het dek eikenhouten latten zijn bevestigd als zijnde de romphuid.
Deze latten zijn gemaakt van eikenhout gezaagd uit een oud, engels bankstel.
Aan de binnenzijde is het hout volledig geimpregneerd met polyesterhars heb ik ondertussen begrepen van Kasper (contact is snel gelegd vantegenwoordig)
Aan de buitenzijde heeft de tand des tijds zijn sporen nagelaten in de vorm dat de plamuurlaag op diverse plaatsen los heeft gelaten van het hout zodat het volledig kaalhalen van de romp waarschijnlijk aan de orde is.
Ook is er op het dek aan de achterzijde een schade ontstaan aan het houtwerk van het dek zodat een gedeeltelijke vervanging ook onvermijdelijk is.
Waarom een stoomboot zullen jullie denken terwijl ik bij de Mississippi juist een moderne sleper aan het bouwen ben.
Ik heb altijd al iets met stoom gehad en daar zal ik niet de enige in zijn denk ik.
Zo'n 6 jaar geleden heeft dat al eens geleid tot het opbouwen van een african Queen van Billing tot functionele stoomsloep. Destijds met de IST-L stoommachine van Graupner. Op zich een betaalbare instap in de stoomwereld maar de afdichting van de cilinders in de zuigers werd gedaan dmv NBR O-ringen die door de hitte en olie binnen 5 tot 10 minuten volledig verpulverde . Ik heb zoveel lopen pielen om tot een varend nodel te komen dat de lol er op een gegeven echt af was en ik het model heb gelaten voor wat het was.
Ondanks de uiterlijke staat van de romp is de manier van bouwen gewoon goed en zijn de lijnen in de romp erg sierlijk. Dit heeft me doen besluiten om het geheel om te gaan bouwen tot een stoomsloep in de schaal van ongeveer 1:6 . Dit zou neerkomen op een sloep van ongeveer 8 meter lengte in de echte wereld.
Een voorbeeld heb ik in dit geval niet maar ik laat me inspireren door wat er in het echte leven rondvaart. De mooiste elementen haal ik er daarbij uit.
Ik ben als eerste begonnen met de schoonmaak van de Stuart D10 stoommachine, naar schatting is de machine een 25 tot 30 jaar oud en het geheel liep nog erg soepeltjes. Wel was de machine voorzien van een bruinige laag wat op blanke lak of aangekoekte olie leek zodat het niet oogde zoals ik het voor ogen heb.
Uit elkaar halen was een kleine twee uur werk waarbij er opvallend veel onderdelen in zo'n kleine machine verwerkt zitten.
Daarna alles een nachtje in de thinner gelegd met als doel de bruine aanslag weg te krijgen. Dat lukte aardig maar bracht wel een opvolgende, andere kleur bruine, aanslag naar voren. Ditmaal was het roest en op diverse plaatsen zoals in de schuifkasten was er materiaal weggevreten door de roest zodat een goede afdichting van de onderdelen dubieus was.
Alles een nachtje in de coca cola gelegd (gietijzer slaat daarbij donkergrijs uit) om de roest op te lossen. Het werkt nog steeds goed maar geeft je tocht te denken over wat je naar binnen giet bij grote dorst.
Daarna hebben de delen die een kleurtje mogen krijgen achtereenvolgens een ijzermenielaag en een kleurlaag gekregen. De lak is van Simprop, is PU lak, 100% olie- en hittebestendig maar helaas niet meer te krijgen aangezien de fabriek waar het gemaakt werd een 6 jaar geleden is afgebrand. Ik had nog wat staan op de plank.
De gietijzeren delen die geen kleur krijgen zijn op de plaatsen waar de roest de afdichting had beschadigt vlakgefreesd om de roestpitten weg te krijgen en daarna met achtereenvolgens grit 400, 800, 2000 en 2500 schuurpapier tot bijna hoogglanzend opgeschuurd. Een beetje Brasso maakte het af.
Bij Sauerbier grafietkoord opgehaald ter vervanging van de afdichtingen tussen de zuigerstang en de cilinderdoorvoer aan de onderzijde en tbv de afdichting van de schuifkast. Ook de zuigers hebben een stuk grafietkoord gekregen ter afdichting.
Verder pakkingmateriaal meegenomen om het oude te vervangen dat niet geheel meer afsloot.
En als laatste nog een liter stoomolie in een jeneverfles
, een kijkglas voor op de ketel en een nieuw afblaasventiel meegenomen. Het budget is weer snel op zo.
Het geheel van het weekeinde weer in elkaar gezet waarbij er meteen drie oliecupjes zijn gemaakt om de assen langduriger te kunnen smeren.
Op zondag de ketel gevuld, opgestookt en alles getest en hozannah, alles doet het!
Wel een paar dingen die ik anders wil zien.
Het duurt een eeuwigheid voordat de ketel op druk is (denk aan langer dan 20 minuten) en als de ketel op druk is kan deze de stoomconsumptie van de machine amper aan. Bij ongeveer 300 toeren per minuut op de machine houdt de ketel het vol op circa 1 bar maar erg veel kracht heb je dan niet op de machine staan.
Nu is de ketel niet geisoleerd wat nog een hoop scheelt. Ook is het ontwerp van de ketel (stuart 504) eerder geschikt om een stationaire steamplant aan te drijven dan om in een boot ingebouwd te worden. Daar moet ik verder aan werken.
Het grafietkoord is niet slijtvast genoeg, binnen 5 minuten had ik een bak stoomlekkage op de afdichtingen waardoor de opwaarste slag nagenoeg geen effect had terwijl de neerwaartse slag voldoende was.
Ik heb daarop bij één cilinder de afdichting vervangen door een Viton O-ring en dat werkte bij de tweede testrun al veel beter. Ik weet niet hoe lang de o-ringen het vol houden maar dat zal de tijd uitwijzen.
Daarmee is het nu tijd om de op de romp te storten.
Behoudens deze startpost zal ik minder tijd in dit verslag steken dan dat ik in mijn verslag van Smit Mississippi doe. Ik houdt het verder bij kortere updates, voorzien van foto's. De vragen komen dan vanzelf wel (of niet natuurlijk).
Hieronder nog wat foto's en dan schei ik er voor vandaag weer mee uit.
Zoals het ooit begon.
Zoals door mij aangekocht na een globale opknapbeurt door de vorige eigenaar.
De site van de originele bouwer Untitled Document
Hier nog wat foto's van tijdens het opknappen van de machine.
Filmpje van de tweede test op stoom
De bouw van de Smit is op een laag pitje gezet omdat de motivatie de laatste weken erg ver te zoeken was en ik toe was aan iets nieuws ter afwisseling.
Nadat ik terugkwam van vakantie kwam ik tijdens een struinavondje op het net een romp / sloep tegen waar een Stuart ketel en Stuart stoommachine inzaten evenals een verstelbare schroef om voor- en achteruit te kunnen varen.
Bod gedaan, mail gestuurd, langs geweest en model meegenomen, je kent dat wel

Thuisgekomen de volgende dag alles rustig bekeken en tot de conclusie gekomen dat de spullen nog functioneel zijn maar een grote schoonmaakbeurt nodig hebben. Bovendien miste de ketel een kijkglas en een goed functionerende afblaasveiligheid.
Na wat speurwerk naar de machine en ketel kwam ik de romp en machine die ik gekocht zowaar tegen op het forum en het blijkt dat Kasper Karssen deze romp een kleine 25 jaar geleden gebouwd heeft als zijnde romp van volharding.
In Januari van dit jaar is het geheel doorverkocht met tekeningen en al aan diegene die het af wilde bouwen. Zo ver heeft het dus echter niet mogen komen.
De spanten van de romp zijn gemaakt van 9 mm multiplex waarop aan de buitenzijde en op het dek eikenhouten latten zijn bevestigd als zijnde de romphuid.
Deze latten zijn gemaakt van eikenhout gezaagd uit een oud, engels bankstel.
Aan de binnenzijde is het hout volledig geimpregneerd met polyesterhars heb ik ondertussen begrepen van Kasper (contact is snel gelegd vantegenwoordig)
Aan de buitenzijde heeft de tand des tijds zijn sporen nagelaten in de vorm dat de plamuurlaag op diverse plaatsen los heeft gelaten van het hout zodat het volledig kaalhalen van de romp waarschijnlijk aan de orde is.
Ook is er op het dek aan de achterzijde een schade ontstaan aan het houtwerk van het dek zodat een gedeeltelijke vervanging ook onvermijdelijk is.
Waarom een stoomboot zullen jullie denken terwijl ik bij de Mississippi juist een moderne sleper aan het bouwen ben.
Ik heb altijd al iets met stoom gehad en daar zal ik niet de enige in zijn denk ik.
Zo'n 6 jaar geleden heeft dat al eens geleid tot het opbouwen van een african Queen van Billing tot functionele stoomsloep. Destijds met de IST-L stoommachine van Graupner. Op zich een betaalbare instap in de stoomwereld maar de afdichting van de cilinders in de zuigers werd gedaan dmv NBR O-ringen die door de hitte en olie binnen 5 tot 10 minuten volledig verpulverde . Ik heb zoveel lopen pielen om tot een varend nodel te komen dat de lol er op een gegeven echt af was en ik het model heb gelaten voor wat het was.
Ondanks de uiterlijke staat van de romp is de manier van bouwen gewoon goed en zijn de lijnen in de romp erg sierlijk. Dit heeft me doen besluiten om het geheel om te gaan bouwen tot een stoomsloep in de schaal van ongeveer 1:6 . Dit zou neerkomen op een sloep van ongeveer 8 meter lengte in de echte wereld.
Een voorbeeld heb ik in dit geval niet maar ik laat me inspireren door wat er in het echte leven rondvaart. De mooiste elementen haal ik er daarbij uit.
Ik ben als eerste begonnen met de schoonmaak van de Stuart D10 stoommachine, naar schatting is de machine een 25 tot 30 jaar oud en het geheel liep nog erg soepeltjes. Wel was de machine voorzien van een bruinige laag wat op blanke lak of aangekoekte olie leek zodat het niet oogde zoals ik het voor ogen heb.
Uit elkaar halen was een kleine twee uur werk waarbij er opvallend veel onderdelen in zo'n kleine machine verwerkt zitten.
Daarna alles een nachtje in de thinner gelegd met als doel de bruine aanslag weg te krijgen. Dat lukte aardig maar bracht wel een opvolgende, andere kleur bruine, aanslag naar voren. Ditmaal was het roest en op diverse plaatsen zoals in de schuifkasten was er materiaal weggevreten door de roest zodat een goede afdichting van de onderdelen dubieus was.
Alles een nachtje in de coca cola gelegd (gietijzer slaat daarbij donkergrijs uit) om de roest op te lossen. Het werkt nog steeds goed maar geeft je tocht te denken over wat je naar binnen giet bij grote dorst.

Daarna hebben de delen die een kleurtje mogen krijgen achtereenvolgens een ijzermenielaag en een kleurlaag gekregen. De lak is van Simprop, is PU lak, 100% olie- en hittebestendig maar helaas niet meer te krijgen aangezien de fabriek waar het gemaakt werd een 6 jaar geleden is afgebrand. Ik had nog wat staan op de plank.
De gietijzeren delen die geen kleur krijgen zijn op de plaatsen waar de roest de afdichting had beschadigt vlakgefreesd om de roestpitten weg te krijgen en daarna met achtereenvolgens grit 400, 800, 2000 en 2500 schuurpapier tot bijna hoogglanzend opgeschuurd. Een beetje Brasso maakte het af.
Bij Sauerbier grafietkoord opgehaald ter vervanging van de afdichtingen tussen de zuigerstang en de cilinderdoorvoer aan de onderzijde en tbv de afdichting van de schuifkast. Ook de zuigers hebben een stuk grafietkoord gekregen ter afdichting.
Verder pakkingmateriaal meegenomen om het oude te vervangen dat niet geheel meer afsloot.
En als laatste nog een liter stoomolie in een jeneverfles



Het geheel van het weekeinde weer in elkaar gezet waarbij er meteen drie oliecupjes zijn gemaakt om de assen langduriger te kunnen smeren.
Op zondag de ketel gevuld, opgestookt en alles getest en hozannah, alles doet het!
Wel een paar dingen die ik anders wil zien.
Het duurt een eeuwigheid voordat de ketel op druk is (denk aan langer dan 20 minuten) en als de ketel op druk is kan deze de stoomconsumptie van de machine amper aan. Bij ongeveer 300 toeren per minuut op de machine houdt de ketel het vol op circa 1 bar maar erg veel kracht heb je dan niet op de machine staan.
Nu is de ketel niet geisoleerd wat nog een hoop scheelt. Ook is het ontwerp van de ketel (stuart 504) eerder geschikt om een stationaire steamplant aan te drijven dan om in een boot ingebouwd te worden. Daar moet ik verder aan werken.
Het grafietkoord is niet slijtvast genoeg, binnen 5 minuten had ik een bak stoomlekkage op de afdichtingen waardoor de opwaarste slag nagenoeg geen effect had terwijl de neerwaartse slag voldoende was.
Ik heb daarop bij één cilinder de afdichting vervangen door een Viton O-ring en dat werkte bij de tweede testrun al veel beter. Ik weet niet hoe lang de o-ringen het vol houden maar dat zal de tijd uitwijzen.
Daarmee is het nu tijd om de op de romp te storten.
Behoudens deze startpost zal ik minder tijd in dit verslag steken dan dat ik in mijn verslag van Smit Mississippi doe. Ik houdt het verder bij kortere updates, voorzien van foto's. De vragen komen dan vanzelf wel (of niet natuurlijk).
Hieronder nog wat foto's en dan schei ik er voor vandaag weer mee uit.
Zoals het ooit begon.




Zoals door mij aangekocht na een globale opknapbeurt door de vorige eigenaar.


De site van de originele bouwer Untitled Document
Hier nog wat foto's van tijdens het opknappen van de machine.




Filmpje van de tweede test op stoom
Laatst bewerkt door een moderator: