Arno, mooi dat je de hobby weer oppakt. Ik neem aan dat je bedoelt dat je je model kan laten afzinken. Een boot die deels afzinkt is meestal in meerdere stukken...
Bij Vaargroep Overbetuwe was een van de leden die zo'n schip gebouwd heeft. Lastig!
Je moet met veel zaken rekening houden, niet in het minst met de ballast. Het meest kritische moment is als het dek onderwater gaat.
Wat hij gedaan heeft: een aantal PVC-buizen onderdeks gelegd en afgedopt. Een forse pomp in het voorschip gezet aangedreven door een (wederom forse) elektromotor. (Denk niet dat je er met een Graupner-pompje bent, want dan ben je meer dan een uur aan het pompen)
Vanuit de pomp redelijk dikke siliconenslangen naar de PVC-buizen geleid.
Aan de achterzijde van de buizen wederom siliconenslang aan de bovenzijde van de buizen. Die komen uit in de schoorstenen van het model.
Op het moment dat je de handel volpompt moet de lucht in de PVC-buizen ergens heen: precies, naar die slangen die in de schoorstenen zitten.
Wil je leegpompen, moet er ook weer lucht in de PVC-buizen; en die komt binnen via die slangen in de schoorsteen.
Hou er rekening mee dat je in het middenschip niet veel hoogte hebt. En daar moet AL je variabele ballast komen! En dat is veel.
Een globaal rekensommetje:
Stel, je model even als een simpele balkvorm voor van van 140 x 30 x 10. (LxBxH, waarbij de hoogte de hoogte is tot de normale waterlijn)
5 cm ligt dus al onder water. Blijft over 140 x 30 x 5 = 21.000 kubieke centimeters. 21 liter!
En dan ligt je bootje nét met het dek aan de waterspiegel. En daarna moet je oppassen, want met alleen het voorschip boven water: twee keer met je ogen knipperen en de handel zinkt. Want dat voorschip heeft een stuk minder volume... Er zal links en rechts nog wel iets aan mijn berekening niet helemaal goed zitten, maar het is een voorbeeld, om de gedachten te bepalen.
Tot zover het meest simpele deel. Moeilijker wordt het exacte ballasten. Daarvoor moeten die, ik noem ze maar 'ballastbuizen'
helemaal vol of helemaal leeg zijn. Halfvol houdt in: slingerende ballast en dat moet je voorkomen; dan gaat je model ook scheef liggen of kop- of neuslastig zijn. Misschien moet je er wel extra trimtanks in zetten, zoals de onderzeebootjongens het soms doen. Een verdeelventiel op de slangen naar de buizen wat je radiografisch kan bedienen, zou een optie kunnen zijn.
OF je moet exact uitrekenen hoeveel water je nodig hebt om het dek bijv 5 cm onder water te krijgen. Dan kun je namelijk een ander schip 'meenemen'.
De 'echte' Mighty Servant 3 is volgens mij gezonken door een fout tijdens het ballasten.
Verder is het aan te raden om het model in 3 compartimenten te verdelen:
Boeg met elektronica, accu's, eventueel boegschroef, verlichting e.d.
Middenschip met ballastbuizen
Achterschip met de motoren en regelaars.
En waarom de accu's in het voorschip? a) je hebt daar de meeste ruimte b) je hebt daar behoorlijk wat gewicht nodig om het schip recht te houden.
Als laatste: verkijk je niet op het gewicht. Zowel van al het water wat je moet verpompen, maar ook van het model zelf.
Het model bij Vaargroep Overbetuwe was ongeveer 1,40 meter lang, de eigenaar/bouwer was een redelijk gespierd iemand, maar wilde bijzonder graag dat een van de andere leden een handje meehielp om het model in het water te zetten en (belangrijker) er weer uit te halen.
Onderstaand een plaatje van één van de Mighty Servants met een Amerikaans fregat als lading.
Het gevolg van 'foutje, bedankt!': Mighty Servant wordt geborgen nadat ze gezonken is.