Zwaartepunt voor thermiekvluchten

  • Topicstarter Topicstarter Matthias
  • Startdatum Startdatum
M

Matthias

Guest
Hallo,

ik ben vol op aan het oefenen op thermiekvliegen met mijn zwever, en omdat ik met deze nog maar net vlieg, vlieg ik met een zwaartepunt dat wat meer naar voren ligt, dit vliegt gemakkelijker. Nu ik mijn zwever toch al wat ken zou ik het zwaartepunt wat willen veranderen om beter te kunnen thermieken. Als ik de zwever nu balanceer op het zwaartepunt, hangt de neus ietwat naar voren. Hoe moet de neus staan om het best te kunnen thermiekvliegen, en wat kunnen de gevolgen ervan zijn? (b.v.: Je zwever gaat in vrille door te traag in een bocht te vliegen, je krijgt hem er niet meer uit doordat het zwaartepunt niet zo goed ligt)

Mvg,
Matthias
 
Hoe ik dat doe, en ik heb niet de " steen der wijzen":

E.a. hangt af van je zwever. Bij mijn 2mtr 2-as houtbouwfrutsels schoof ik met het zwaartepunt al naar gelang de windsterkte. Bij meer wind wat verder naar voren, bij rustig weer wat meer naar achteren. Ik deed dat dan meestal zover naar achteren dat je een tandje down moet trimmen. je zult dit dus proef ondervindelijk vast moeten stellen. Stapje voor stapje schuiven met het zwaartepunt.

Bij mijn F3J trainer, zwaardere en snelle zwever, resulteerd een te achterlijk zwaartepunt in een "achteroverhangend" vliegbeeld gekombineerd met een (gevoelsmatig) slecht glijgetal. Hij "loopt" dan niet. De daalsnelheid wordt er ook niet beter op. Ik heb dus bij die zwever maar een instelling. Als het zwaartepunt ietsje te ver naar voren ligt, is wel het glijgetal goed. Ook met de daalsnelheid is dan niets mis. Maar in de bochten heeft de zwever de neiging " er uit te kruipen". Dus schuif ik niet meer met het zwaartepunt.

Wellicht dat als jij het zwaartepunt van je zwever ietsie naar achteren schuift deze veel makkelijk stabiel blijft cirkelen!

Hoe jouw zwever aanvoelt weet ik niet. Bovenstaande omschrijvingen zijn niet echt wetenschappelijk, maar gebaseerd op mijn beleving en gevoel.

Ik zou zeggen probeer verschillende liggingen onder verschillende omstandigheden.....
 
Matthias zei:
Als ik de zwever nu balanceer op het zwaartepunt, hangt de neus ietwat naar voren.
Dat doet hij altijd, waar je het zwaartepunt ook legt.
De stand van het model tijdens het balanceren zegt niet direct wat, het gaat er meer om op welk punt je je model balanceerd.

Het zwaartepunt gewoon stapje voor stapje wat verleggen, voor je model dan onbestuurbaar wordt, heb je vast zelf al wel door dat het minder lekker vliegt.
 
Het zwaartepunt van een model kan maar op een manier worden vastgesteld. Hoogteroer nutraal trimmen, model aanduiken, stuurknuppel loslaten en kijken wat de reaktie is.
Het model moet langzaam en in een geleidelijke weg de normale vliegpositie weer innemen.
Model duikt door: te licht
Model gaat met de neus omhoog: te zwaar
Al mijn F3J wedstrijdzwevers worden op deze manier naar het zwaartepunt toe gevlogen. Mijn persoonlijke voorkeur is dat het model zich heeeeeel langzaam van de duikvlucht hersteld, tegen het ondersnijden aan.
Na het uiteindelijk vaststellen van het zwaartepunt dit onder geen enkele voorwaarde meer veranderen, in welk weer dan ook gevlogen wordt.
 
Matthias schreef:
Als ik de zwever nu balanceer op het zwaartepunt, hangt de neus ietwat naar voren.

Dat doet hij altijd, waar je het zwaartepunt ook legt.
De stand van het model tijdens het balanceren zegt niet direct wat, het gaat er meer om op welk punt je je model balanceerd.

Het zwaartepunt gewoon stapje voor stapje wat verleggen, voor je model dan onbestuurbaar wordt, heb je vast zelf al wel door dat het minder lekker vliegt.

Volgens mij heb jij mij niet goed begrepen, ik weet precies waar het zwaartepunt ligt (staat zelfs op het plan van men zwever). Op die plek waar het zwaartepunt moet zijn, dus alsik op die plek mijn vingers onder de vleugel leg, hangt hij ietwat naar voren. Jij dacht dat ik bv zonder lood in de romp mijn zwaartepunt bepaalde, die dan ergens in de langsas van het vliegtuig zou liggen. Mijn vraag was dus eigelijk=> alsik het zwaartepunt neem (het exacte punt dat ook op mijn plan voorgetekend is) , hoe moet mijn neus dan staan om goed te thermiekvliegen.
Dus zoals Berrie schreef=> - wat meer lood in vanvoor = goed glijgetal, lage daalsnelheid
- Wat minder lood vanvoren (zodat mijn zwever met zijn staart wat naar beneden hangt) goed in de bochten blijven.

Bedankt voor de reacties

Mvgn
Matthias
 
zoals je het nu hebt en dan in de lucht de manier van Arnoud uitproberen om het precies goed te krijgen. Dat is de beste manier van het zwaartepunt uitvliegen bij een zwever.
 
Ik weet eindelijk ook niet hoe dat moet :wink: :lol:
Nee hoor gewoon als bovenstaande.
Hoe beter je het doet hoe meer plezier van je zwever.
trouwens met motor modellen natuurlijk ook.
Maar dan doe je het anderom dan ga je met de motor aan klimmen.
En kijken wat hij doet.
Maar dat is hier even niet ter sprake
 
Matthias zei:
Volgens mij heb jij mij niet goed begrepen, ik weet precies waar het zwaartepunt ligt (staat zelfs op het plan van men zwever).
Nee, op de tekening van je zwever staat waar het zwaartepunt zou MOETEN* liggen. Als je namelijk een kilo lood aan je staart hangt, verandert je tekening niet, maar verschuift je zwaartepunt wel degelijk. Het zwaartepunt is niet het punt waar je de zwever op moet balanceren, maar het punt waar de zwaartekracht lijkt aan te grijpen, en dat kan je verschuiven door massa te verplaatsen.

*niets moet, alles mag.
 
dankje Joost! dat weet ik wel, maar dus: waar het zwaartepunt op de TEKENING ligt probeer ik ook zo te krijgen op mijn zwever. Dus als ik mijn vingers op het punt dat ook op mijn tekening als zwaartepunt is gegeven onder datzelfde punt onder mijn zwever leg, zou ik op dat punt met behulp van lood de zwever in balans moeten kunnen houden. Maar ik zeg dus: op dat punt dat op mijn tekening gegeven is als zwaartepunt, alsik daar mijn vingers onder leg, helt mijn zwever dus naar achteren, dit wil zeggen dat het zwaartepunt meer naar achteren gelegen is. Dit is totwat ik wou bekomen=> als mijn zwaartepunt ietwat (een minime afstand van maximum 2-3 mm) naar achteren is gelegen dan het aangegeven zwaartepunt: goed voor thermiekvliegen, als mijn zwaartepunt wat meer naar voren ligt dan het aangegeven zwaartepunt: goed voor doorsteken op het beste glijgetal.

mvg,
Matthias
 
Mijn persoonlijke voorkeur is dat het model zich heeeeeel langzaam van de duikvlucht hersteld, tegen het ondersnijden aan.

En da's dan ook een hele verstandige voor thermiekvliegen gunstig, want een beperkte pitchstabiliteit maakt een kist een betere aanwijzer voor thermiek. Een kist met een rotsvaste pitchstabiliteit vliegt, zonder verdere aanwijzing, recht door thermiek heen. Met wat meer gevoeligheid steekt de kist de neus in de lucht wanneer ie recht een bel in vliegt en vv.

Na het uiteindelijk vaststellen van het zwaartepunt dit onder geen enkele voorwaarde meer veranderen, in welk weer dan ook gevlogen wordt.

Hmmm. In principe niet, maar een kist die gevoelig is voor pitchvertrimming kan wel eens wat lastig vliegen in sterke turbulentie. De kist wordt daarin telkens verstoord en heeft de neiging slechts langzaam te herstellen. Aan de kust is het bijvoorbeeld (hoe hard het ook waait) bijna niet turbulent en kun je je kist gerust gevoelig vliegen. Op hellingen in het binnenland kan het erg turbulent zijn en gaat het CG bij mij altijd een klein stukje naar voren. De noodzaak daartoe wordt vergroot omdat ik gewoon ben met een nogal achterlijk zwaartepunt te vliegen. Aan de helling kan er wel wat sink bij en prefereer ik een wat voorlijker zwaartepunt.
 
Als je bij je model het zwaartepunt wilt goedleggen volgens tekening dan moet hij horizontaal op je vingers balanceren.

Als het model goed vliegt moet je het onder verschillende weersomstandigheden inderdaad niet meer veranderen. Als je last hebt van de vele turbuntie moetje gewoon een standje down trimmen dan steekt hij hier wel doorheen.

Echter als het zwaartepunt volgens tekening goed licht wil dit nog niet zeggen dat hij goed termiek eigenschappen heeft. Wat hier o.a. ook nog bij komt kijken zijn je verdraaingen in de vleugel (hebben de meeste radio modelllen niet maar een vrijevlucht model wel) en het instelhoek verschil.
Zo heeft een F1A model de vleugel tussen de 1 en 3 graden op de romp zitten en is het instelhoek verschil met het hoogte roer (stabilo) bij mij 2.6 graden. Als ik Zie dat hij in de thermiek (beetje onrustige) niet vooruitkomt krijgt hij een tikje down. Hij steekt dan wat makkelijker door de turbulentie heen.
 
Matthias,

Fabrikanten geven meestal een zwaartepunt aan waarmede een model redelijkerwijs goed zal vliegen. Die positie is echter niet in beton gegoten. :lol:

Vrijwel alle vliegtuigen, van kleine modellen tot verkeersvliegtuigen hebben een "range" van het zwaartepunt, waarbinnen je met het vliegtuig kunt vliegen.
Alle posities hebben hun voor- en nadelen.
Hoe verder je het naar voren legt, hoe "stabieler" het vliegt, tot aan het punt dat je met je hoogteroer de vliegbaan nauwelijks meer kunt veranderen... Vergelijk een knikker die IN een kopje ligt.

Ga je verder naar achter dan wordt het model responsiver op het hoogteroer, tot aan het punt dat je het niet meer kunt besturen, vergelijk een knikker die OP een voetbal ligt. Ook dat wordt weer beïnvloedt door bvb hoeveel maximale hoogteroer uitslag je hebt en het gebruik van Expo of niet.

Het vlieggedrag, oa in de thermiek of snelvliegend wordt natuurlijk niet alléén bepaald door het zpt. Bvb het verschil in instelhoek tussen de vleugel en het stabilo. En het totale gewicht.

Daarnaast heeft iedereen een andere voorkeur, de een zal een direct sturend model prettig vinden, een ander zal graag wat meer rust in de tent willen met een rustig stuurgedrag.

Het blijft allemaal zoeken naar een compromis. Een model wat ideaal thermiekt (licht, groot vleugeloppervlak, dragend profiel, lage snelheid) is een beroerde "steker"(die kan beter zwaar zijn, snel profiel hebben, hoge snelheid vliegen).
Want zo'n thermiekbak zakt als een baksteen als je ermee een stuk rechtuit wilt vliegen.
Vlieg je met wat weer wind dan is een zwaarder model ook beter als een lichter, veel hellingvliegers verzwaren hun model, naar gelang de windsterkte.
Om korte bochten te kunnen draaien in de thermiek is een grote vleugel nodig met weinig gewicht, maar dat zich tegen je keren bij snel vliegen.

Omdat je met een zwever nooit alléén thermiekt, moet je het gedrag aanpassen aan de algemene omstandigheden waaronder je vliegt, dat kan nooit alléén het thermiek vlieggedrag zijn.

Ofwel, gewoon lekker experimenteren en neem de combinatie de je prettig vindt.
 
Dat een thermiekbak zakt als een baksteen klopt niet. Dan zou mijn F1A zakken als een baksteen als je hem rechtuit zou kunnen sturen.
En dat doet hij niet.
Het klopt wel dat je op deze kisten geen snelheid krijgt tijdens het vliegen want daar zorgt een erg hol profiel wel voor.

Verder ben ik het wel moet je eens. Mooie knikker vergelijking trouwens.
 
Het zwaartepunt zoals dit op tekening is aangegeven is een advies, een 1e aanduiding. Vanuit dit gegeven ga je proefvliegen en afstellen om tot een vliegbeeld te komen wat bij jouw vliegstijl, kunde en wensen past.

Zwaartepunt tikje voorlijk: Stabiel, vrij ongevoelig voor verstoringen, makkelijk op 1 snelheid af te trimmen.

Zwaartepunt achterlijk: Model moet continu gestuurd worden. reageert op de kleinste verstoringen, je moet continu zelf de gewenste snelheid in de gaten houden.

Overigens test je bij de zogenaamde duiktest een combinatie van zwaartepunt en instelhoekverschil.
Het is wel een makkelijk uit te voeren test. Met goed interpreteerbare resultaten. Is je instelhoekverschil echter onjuist, dan kom je er met alleen aanduiken en zwaartepunt verschuiven aan de hand van het vliegbeeld, niet uit.

Bij twijfel kun je een stukje rugvlucht proberen (ja ook met een zwever) Is het model totaal niet in rugvlucht op hoogte te houden, dan zou het instelhoekverschil weleens te groot kunnen zijn.

Groeten,
Gerben
 
Zwevers met een groot vleuegloppervlak voor hun gewicht thermieken zeer goed, maar als het op doorsteken aankomt ...:lol: .
Zoals bij de 1:1 zwevers heb je ook zeer goede thermiekzwevers zoals bv: Als jij in een thermiekbel vliegt met een astir en in diezelfde bel zit ook een Ka 8 dan zal je zien dat die Ka 8 je gewoon met gemak inhaalt op stijgen, maar alsje dan uit de bel bent en wilt doorsteken naar een andere thermiekbel zie je plots dat die Ka 8 weer diep onder je zit.
Maar let op! Het glijgetal en het minimum aantal dalen van je zwever hebben niet echt een verband, zo zou je bv met een Ka 8 0.5m/s dalen tegen 65 per uur terwijl je glijgetal dan plots maar 1:20 is, Of alsje tegen 80 km/h vliegt en je glijgetal 1:27 is maar je zakken is dan bv 0.7 m/s.
Maar bij modevliegen maakt dat doorsteken eigenlijk niet uit, tenzij je plots 5 km verder wilt gaan :P . Maardus, bij een modelvliegtuig zou je het best een zwever hebben die een lage daalsnelheid heeft, en waar het gewicht laag is tegenover het vleuegloppervlak.

(Dit alles is wel voor het thermiekvliegen boven je vliegveldje, niet voor hellingvluchten :wink: . )

Matthias
 
Zoals aangegeven had ik ook lood in gedaan, conform de opgave van de fabrikant. Resulaat : het vloog goed maar daalde ook boven gemiddeld. Tot voor kort kende ik die methode van aanduiken en wachten maar.... ook niet maar moet zeggen dat sinds ik er 75 gr aan lood uithaalde; het model ineens een veel rustiger vliegbeeld heeft.
Resultaat van deze tests is wel dat het zwaartepunt nu 2 cm achter het oude zwaartepunt ligt 8O Dat vind ik toch wel veel voor een F3B kist.

Maar goed beter te veel lood is de neus als te weinig, want dat vliegt wel erg ......

Grtz
Nick
 
Het klopt inderdaad dat het belangrijk is om het juiste compromis te vinden. Het beste voorbeeld van een optimaal afgestelde zwever is het F3B model. Het moet goed kunnen thermieken en in een zo kort mogelijke tijd een groot gebied kunnen afzoeken om deze thermiek te vinden. Tevens moet het in staat zijn om zoveel mogelijk laps van 150 meter te vliegen met een zo min mogelijke daalsnelheid, vaak in ongunstige weersomstandigheden. Als laatste moet het, met lood op het zwaartepunt, vier laps kunnen vliegen met een maximale speed. Drie taken dus met een en hetzelfde model zonder veranderingen aan te brengen aan het model zelf. Een optimale afstelling is dus een absolute must.
 
Back
Top