OK.Beste Bruno kun je je nader uitleggen hoe je dit deed. De handleiding heeft het zoals eerder gemeld over ontsteken als een 4takt maar enkel bij hele rijke instellingen.
Even vooraan beginnen:
Toen mijn wedstrijdklasse (F2B > LB kunstvlucht) in de kinderschoenen stond (1950-1955), waren er nog geen motoren met gasregeling.
Meestal waren het zware benzine motoren van 5 tot 10 cc (met vonkontsteking!)
Ook hadden deze modellen, naar huidige maatstaven, erg dunne profielen.
Om goed te vliegen was dus een behoorlijk hoge snelheid nodig.
Direct gevolg: het precies sturen van de vliegfiguren was heel moeilijk, zoniet onmogelijk.
Begin jaren 50 ging en jonge Amerikaan, George Aldrich, gebruik maken van -de toen net nieuwe- Fox 35 gloeiplugmotor.
Hij ontdekte dat deze motor erg gevoelig was voor de juiste brandstof toevoer en dat, als de motor te rijk stond, de trekkracht tijdelijk beter werd zolang hij het model liet klimmen.
Hij heeft op basis van deze ontdekking een optimale brandstoftank (lang en smal) gebouwd en deze zover naar achteren ingebouwd, dat het effect maximaal werd. De motor moet tijdens een klim de brandstof dan over een grotere hoogte aanzuigen.
In horizontale vlucht op ooghoogte liep de motor in een vette viertakt reutel, om bij de eerste figuur -de dubbele wingover-, zodra de verticale klim begon, over te schakelen naar een strakke tweetakt en het model houdt tijdens de stijgvlucht de gang er een beetje in, waar voordien het model altijd snelheid inleverde en de spanning op de stuurlijnen soms gevaarlijk laag werd.
Aldrich stelde zijn Fox zodanig af, dat hij tussen de figuren zo langzaam vloog als maar mogelijk was. Ook de figuren gingen lekker langzaam, er werd alleen maar even 'gas bijgegeven' waar dat nodig was.
En de resultaten bleven niet uit, omdat hij langzamer vloog dan zijn concurrenten, kon hij beter sturen en won de nodige wedstrijden.
Zijn modelontwerp, de 'Nobler' -met een duidelijk dikker profiel- in combinatie met een Fox 35, is door duizenden modelvliegers over de hele wereld nagebouwd en met succes gevlogen.
De Fox kreeg later o.a. concurrentie van de Veco .35, de OS .35 en de Engelse Merco .35
Latere, veel gebruikte grotere motoren die ook zo'n mooi 2/4 takt gedrag vertoonden waren de Veco .45, Merco .49, Super Tigre G21/46, ST .60 en als laatste de G .51 CL.
De meeste RC motoren van na 1970 zijn helaas slecht tot niet bruikbaar omdat ze een andere in- en uitlaat timing hebben en vaak poortystemen waardoor de stroomsnelheid aanzienlijk werd verhoogd.
Dit type motor valt meteen door de mand: zodra eenmaal van 4takt in 2 takt is overgegaan, komt deze daar niet meer uit. Dit noemen we een runaway.
Hier valt niet mee te vliegen omdat de snelheid in de figuren tijdens het dalen niet meer wordt geremd.
Hier een filmpje van een mij onbekende Japanner, die (met een-denk ik- 10 cc motor) een aardig programma vliegt.
hier klikt, krijg je een verdere uitleg en als je even doorscrolt tot F2B, dan zie je het programma uitgetekend.
De Japanner vliegt aan het begin 2x een dubbele wingover, terwijl dat er maar 1 hoeft te zijn. In een wedstrijd kost zoiets je hele vlucht (!) Ook dat remmen, vlak voor de landing kost je bakken met punten...
Het model in die rubriek is mijn laatste met een brandstofmotor (ST .60)
Laatst bewerkt door een moderator: