Hier een kleine bijdrage van mijn kant.
Op dit onderwerp kun je afstuderen aan de faculteit L&R van de TU in Delft. Heb ik bijna 30 jaar geleden gedaan, en nog steeds zijn er nieuwe ontwikkelingen. Enkele dingen wil ik onder de aandacht brengen:
1- In de FMT zijn er in 1987 twee artikelen gepubliceerd van Detlev Schwetzler getiteld: Widerstandsverbesserung ducrh Blasturbulatoren an Modellflugzeugen" (FMT 373-2-87, blz. 31 t/m 33) en Blasturbulatoren Praxis"" (FMT 382-11/87, blz 38 t/m 40)
2. Als je wilt weten of er op de vleugel van jouw modelvliegtuig een lokaal turbulentieverhogende maatregel geplaatst moet worden, dien je een uitgebreide analyse te doen van het gehele model. (O.a. schatten van de vliegtuigpolaire = grafiek daalsnelheid versus vliegsnelheid). Daarna kun je met het programma XFOIL van professor Drela in detail de profiel eigenschappen bij de juiste Reynoldsgetallen uitrekenen. In dat programma kun je ook opgeven waar je de omslag van laminaire grenslaag naar turbulente grenslaag wilt vastleggen. Tenzij de omslag stroomopwaarts op natuurlijke wijze al heeft plaatsgevonden. Door hiermee te varieren kun je erachter komen hoe de profieleigenschappen veranderen. Hierna moet je de analyse van het hele model weer over doen. De vliegtuigpolaire die je dan bepaalt voor het model met turbulentie verhogende maatregel zou dan beter moeten zijn dan die zonder die maatregel.
Als je dit doet zul je merken dat je niets voor niets krijgt.
Een een verbetering van de minimum daalsnelheid zal mogelijk ten kosten gaan van de maximum vliegsnelheid.
Als je tevreden bent met het reken resultaat weet je waar je een eventueel turbulentie bevorderende maatregel moet plaatsen. Je weet echter nog niet hoe groot die moet zijn. (Bij blaasturbulatoren hoeveel gaatjes, hoeveel lucht door die gaatjes, of bij zigzag tape wat de dikte moet zijn). Mijn enige advies is Proberen, Proberen, Proberen, het liefst in een wind tunnel, maar ook gewoon op je model met behulp van heel veel vluchten en twee dezelfde modellen (eentje met en eentje zonder de maatregel).
3. Dit draadje is begonnen met grenslaag afzuiging. Een poging om de stroming zo lang mogelijk laminair te houden, of anderzijds de ontwikkeling van de turbulente grenslaag af te remmen. Dit is niet met passieve middelen te doen. Je hebt daar een afzuiginstallatie voor nodig.
Die heeft een aandrijfmotor nodig. De energie die daar in gaat kun je beter op een meer traditionele manier (propellor) gebruiken. Je hebt dan ook geen zweefvliegtuig meer (quote Bart van Stratum).
Ooit heeft er een vliegend prototype bestaan met allemaal gaatjes in de vleugel. Na een vliegongeluk is besloten er niet mee door te gaan. Ik meen dat de vleugel te zwak was geworden.
Men heeft in de US op dit moment wel een proef lopen met afzuiging aan de achterzijde van vrachtwagens. Dat beloofde veel in de windtunnel, maar op de weg valt de netto opbrengst zoveel tegen, dat het (vooralsnog) niet opweegt tegen de extra aanschaf +verbruiks kosten van het afzuig systeem.