Frans Kamman
Scheepshistorie, deel 27
Onlangs verscheen deel 27 in de serie “Scheepshistorie”. Deze uitgave begint met veel aandacht voor zeeschilders. Aanleiding is o.a. een bijzondere tentoonstelling die dit voorjaar in het Brediusmuseum in Den Haag te zien was van de verzameling zeeschilderijen van een Engelse verzamelaar en de schitterende 4-delige catalogus die daarbij verscheen.
Het bestaan van een onvoltooide versie en een voltooid schilderij van hetzelfde onderwerp is aanleiding om nader in te gaan op de werkwijze van de zeeschilder Van de Velde (de jonge).
In het Amsterdamse Scheepvaartmuseum hangt “Gezicht op het IJ” van Reinier Nooms Zeeman. Dit schilderij blijkt een Schotse tweelingzus te hebben. Reden om daar eens nader naar te kijken.
Ab Hoving neemt de lezer mee naar de ontwikkeling van de vuistregels die de vorm, grootte en de constructie van schepen in de 17e eeuw bepaalden en toetst deze aan een in de voormalige Zuiderzee aangetroffen scheepswrak. Hierbij bleek veel overeenkomst met de theorie, maar ook afwijkingen die vaak door het beschikbare materiaal (hout) verklaard konden worden.
In 1779 verging het VOC-schip Woestduyn door een navigatiefout in de monding van de Oosterschelde. Een spannend verhaal over de redding van 87 van de 130 opvarenden, waarbij de gebroeders Naerebout een hoofdrol speelden. Van Frans Naerebout vinden we een standbeeld in Vlissingen. Twee schilderijen zijn weer de aanleiding voor een artikel over het “Bataafs Flottielje”, Een stukje Nederlandse maritieme geschiedenis uit de napoleontische tijd.
Uitgebreide aandacht voor de Franse Kaapvaart, waar de Hollandse koopvaardij veel last van ondervond. Keurig gereglementeerd en gedocumenteerd, dat wel. Die uitgebreide documentatie is de reden dat we er nu zoveel van kunnen terugvinden.
Het gaat te ver om alle artikelen uit deze uitgave te benoemen, maar voor Paul van Vlissingen, een van de pioniers in de Nederlandse scheepsbouw en stoomscheepvaart was maken we een uitzondering. Samen met Dudok van Heel richtte hij in Amsterdam de Fabriek voor Stoom- en andere Werktuigen op, veel later werd dat Werkspoor.
Deze editie sluit af met de rol van het Nederlandse korvet Medusa bij de openstelling van Japan, nadat de Amerikaanse Admiraal Perry deze in 1853 had afgedwongen, maar die de Shogun een paar jaar later weer trachtte terug te draaien.
Kortom ook nu weer een van bladzijde 1 tot en met 128 boeiend en zeer lezenswaardige uitgave.
Scheepshistorie 27
Uitgave Lanasta, Odoorn
Redactie Graddy van Boven e.a.
128 blz, rijk geïllustreerd in kleur.
ISBN 978-90-8616-334-2
Prijs € 24,95
Scheepshistorie, deel 27
Onlangs verscheen deel 27 in de serie “Scheepshistorie”. Deze uitgave begint met veel aandacht voor zeeschilders. Aanleiding is o.a. een bijzondere tentoonstelling die dit voorjaar in het Brediusmuseum in Den Haag te zien was van de verzameling zeeschilderijen van een Engelse verzamelaar en de schitterende 4-delige catalogus die daarbij verscheen.
Het bestaan van een onvoltooide versie en een voltooid schilderij van hetzelfde onderwerp is aanleiding om nader in te gaan op de werkwijze van de zeeschilder Van de Velde (de jonge).
In het Amsterdamse Scheepvaartmuseum hangt “Gezicht op het IJ” van Reinier Nooms Zeeman. Dit schilderij blijkt een Schotse tweelingzus te hebben. Reden om daar eens nader naar te kijken.
Ab Hoving neemt de lezer mee naar de ontwikkeling van de vuistregels die de vorm, grootte en de constructie van schepen in de 17e eeuw bepaalden en toetst deze aan een in de voormalige Zuiderzee aangetroffen scheepswrak. Hierbij bleek veel overeenkomst met de theorie, maar ook afwijkingen die vaak door het beschikbare materiaal (hout) verklaard konden worden.
In 1779 verging het VOC-schip Woestduyn door een navigatiefout in de monding van de Oosterschelde. Een spannend verhaal over de redding van 87 van de 130 opvarenden, waarbij de gebroeders Naerebout een hoofdrol speelden. Van Frans Naerebout vinden we een standbeeld in Vlissingen. Twee schilderijen zijn weer de aanleiding voor een artikel over het “Bataafs Flottielje”, Een stukje Nederlandse maritieme geschiedenis uit de napoleontische tijd.
Uitgebreide aandacht voor de Franse Kaapvaart, waar de Hollandse koopvaardij veel last van ondervond. Keurig gereglementeerd en gedocumenteerd, dat wel. Die uitgebreide documentatie is de reden dat we er nu zoveel van kunnen terugvinden.
Het gaat te ver om alle artikelen uit deze uitgave te benoemen, maar voor Paul van Vlissingen, een van de pioniers in de Nederlandse scheepsbouw en stoomscheepvaart was maken we een uitzondering. Samen met Dudok van Heel richtte hij in Amsterdam de Fabriek voor Stoom- en andere Werktuigen op, veel later werd dat Werkspoor.
Deze editie sluit af met de rol van het Nederlandse korvet Medusa bij de openstelling van Japan, nadat de Amerikaanse Admiraal Perry deze in 1853 had afgedwongen, maar die de Shogun een paar jaar later weer trachtte terug te draaien.
Kortom ook nu weer een van bladzijde 1 tot en met 128 boeiend en zeer lezenswaardige uitgave.
Scheepshistorie 27
Uitgave Lanasta, Odoorn
Redactie Graddy van Boven e.a.
128 blz, rijk geïllustreerd in kleur.
ISBN 978-90-8616-334-2
Prijs € 24,95