Bij het onderwerp HISTORISHE ZEILSCHEPEN /bouwverslagen historische schepen had ik bij Kolderstok een posting gedaan over bovenstaand onderwerp. Maar dat bleek niet zo handig, zodat ik het nu opnieuw hier plaats. Het gaat over iets dat affiniteit heeft met de scheepsmodelbouw, een tak van sport die ik al jaren beoefen. Het wordt een verhaal in vier afleveringen.
Bouw van een affuit schaal 1 : 1 deel 1
Vorig jaar vroeg een medewerker van het “Team Regionaal Archief Zutphen” mij om eens te kijken of het mogelijk zou zijn een paar kanonnen in onze mooie vestingstad Zutphen te plaatsen. Ikzelf ben voortdurend bezig met onderzoek naar het bouwkundige erfgoed in de stad, het doen van bouwhistorisch onderzoek, rondleidingen, lezingen, bouw van maquettes ed.
Onze stad heeft helemaal geen kanonnen en dat is eigenlijk een gemis.
Samen met een vriend van mij, die in zijn werkzame leven hoofd van de mijnopruimingsdienst van de luchtmacht was, ging ik op onderzoek. Hij wist de plaatsen waar te informeren en ik wist wat ik moest zoeken.
We kwamen uiteindelijk terecht in het artilleriemuseum binnen de artilleriekazerne van Oldenbroek en daar vonden we wat we zochten.
Twee lopen van 24 ponders langs de kant van de weg in de kazerne, op ingestorte pallets.
Om een heel lang verhaal kort te houden; na langdurig overleg wist de stad Zutphen de beide lopen in bruikleen te verwerven.
Tijdens die onderhandelingen heb ik de lopen allebei op kunnen meten. Het bleken twee 24 ponders te zijn, gegoten omstreeks 1835. Eén daarvan blijkbaar in Engeland. Beide vermoedelijk afkomstig van de forten van de Hollandse waterlinie.
e zagen er goed uit, één van de twee was wat ingeroest aan een zijkant, blijkbaar door langdurig verblijf in de grond.
De officiële benaming uit die tijd luidt; “IJzeren kanon zware van 24 pond”. Dit ter onderscheiding van de lichtere versie die ongeveer 15 cm korter was.
Met een looplengte van 314 cm bepaald geen kleine jongen, gewicht 2700 kg (wat later bleek toen hij in de kraan van de vrachtwagen hing).
Hierna begon ik aan het ontwerp van het affuit, waarbij ik uitgebreid op onderzoek ging op internet en andere publicaties en heel veel mails met steden die kanonnen hebben. Ook bezocht ik verscheidene plaatsen om te bekijken hoe daar gemaakte affuiten er uit zagen. Voor de duidelijkheid hanteer ik hier het woord affuit en niet rolpaard. Het is een kanon voor de verdediging van een fortificatie en daar past de naam affuit beter bij. Overigens komt het ontwerp uiteraard in grote lijnen overeen met een rolpaard aan boord van een schip.
Deze tekeningen werden voorgelegd aan het artilleriemuseum en aan de gemeente en ze werden goedgekeurd. Het beslag zit er nog niet op, dat werd een apart verhaal. Dat aparte zit hem in het vandalismegevoelige van zo’n ding. Er moet voorkomen worden dat de smeedijzeren voorwerpen er van af worden gesloopt en ook moet de uitdaging van het van zijn plaats trekken van het kanon teniet worden gedaan. Je wilt niet weten wat ik allemaal te horen kreeg over wat kanonnen in diverse steden krijgen te verduren. Ook daar richtte ik mijn onderzoek op.
Voor de houtsoort koos ik azobé, een tropische houtsoort die vooral voor waterbouwkundige werken wordt gebruikt vanwege zijn enorme duurzaamheid. Het hout zinkt als je het in water legt.
Constant
Bouw van een affuit schaal 1 : 1 deel 1
Vorig jaar vroeg een medewerker van het “Team Regionaal Archief Zutphen” mij om eens te kijken of het mogelijk zou zijn een paar kanonnen in onze mooie vestingstad Zutphen te plaatsen. Ikzelf ben voortdurend bezig met onderzoek naar het bouwkundige erfgoed in de stad, het doen van bouwhistorisch onderzoek, rondleidingen, lezingen, bouw van maquettes ed.
Onze stad heeft helemaal geen kanonnen en dat is eigenlijk een gemis.
Samen met een vriend van mij, die in zijn werkzame leven hoofd van de mijnopruimingsdienst van de luchtmacht was, ging ik op onderzoek. Hij wist de plaatsen waar te informeren en ik wist wat ik moest zoeken.
We kwamen uiteindelijk terecht in het artilleriemuseum binnen de artilleriekazerne van Oldenbroek en daar vonden we wat we zochten.
Twee lopen van 24 ponders langs de kant van de weg in de kazerne, op ingestorte pallets.
Om een heel lang verhaal kort te houden; na langdurig overleg wist de stad Zutphen de beide lopen in bruikleen te verwerven.
Tijdens die onderhandelingen heb ik de lopen allebei op kunnen meten. Het bleken twee 24 ponders te zijn, gegoten omstreeks 1835. Eén daarvan blijkbaar in Engeland. Beide vermoedelijk afkomstig van de forten van de Hollandse waterlinie.
e zagen er goed uit, één van de twee was wat ingeroest aan een zijkant, blijkbaar door langdurig verblijf in de grond.
De officiële benaming uit die tijd luidt; “IJzeren kanon zware van 24 pond”. Dit ter onderscheiding van de lichtere versie die ongeveer 15 cm korter was.
Met een looplengte van 314 cm bepaald geen kleine jongen, gewicht 2700 kg (wat later bleek toen hij in de kraan van de vrachtwagen hing).
Hierna begon ik aan het ontwerp van het affuit, waarbij ik uitgebreid op onderzoek ging op internet en andere publicaties en heel veel mails met steden die kanonnen hebben. Ook bezocht ik verscheidene plaatsen om te bekijken hoe daar gemaakte affuiten er uit zagen. Voor de duidelijkheid hanteer ik hier het woord affuit en niet rolpaard. Het is een kanon voor de verdediging van een fortificatie en daar past de naam affuit beter bij. Overigens komt het ontwerp uiteraard in grote lijnen overeen met een rolpaard aan boord van een schip.
Deze tekeningen werden voorgelegd aan het artilleriemuseum en aan de gemeente en ze werden goedgekeurd. Het beslag zit er nog niet op, dat werd een apart verhaal. Dat aparte zit hem in het vandalismegevoelige van zo’n ding. Er moet voorkomen worden dat de smeedijzeren voorwerpen er van af worden gesloopt en ook moet de uitdaging van het van zijn plaats trekken van het kanon teniet worden gedaan. Je wilt niet weten wat ik allemaal te horen kreeg over wat kanonnen in diverse steden krijgen te verduren. Ook daar richtte ik mijn onderzoek op.
Voor de houtsoort koos ik azobé, een tropische houtsoort die vooral voor waterbouwkundige werken wordt gebruikt vanwege zijn enorme duurzaamheid. Het hout zinkt als je het in water legt.
Constant