Lou van Wijhe
Vriend van modelbouwforum.nl
Begin 2019 ben ik gestart met een modelbouwverslag van dit mooie schip in het NVM-tijdschrift De Modelbouwer. Bij een contact met Jan Zwart suggereerde hij om deze artikelserie ook op het Modelbouwforum te plaatsen. Met instemming van de redactie van De Modelbouwer geef ik daaraan graag gevolg. Daar gaan we:
Deel 1 – Introductie
Hoewel ik mijn hele leven een landrot was, ben ik altijd geïnteresseerd gebleven in schepen en scheepsbouw in het algemeen en in zeilschepen uit de tweede helft van de 19e eeuw in het bijzonder. Hun elegante verschijning sprak mij aan en ik was in het bijzonder geïntrigeerd door hun tuigage, die complexiteit combineerde met een strikt stramien, als van een spinnenweb. Ik realiseerde me al snel dat de beste manier om de werkwijze van een groot zeilschip te doorgronden was om zo veel mogelijk informatie te verzamelen en er een te herscheppen in miniatuur: Scheepsmodelbouw.
Ik moet zo'n 11-12 jaar oud zijn geweest toen ik de mooie scheepsmodellen ontdekte in het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam, toentertijd ondergebracht in een oud herenhuis met drie verdiepingen en krakend parket in Amsterdam Zuid. Het museum is sindsdien verhuisd naar 's Lands Zeemagazijn, gebouwd in 1656 als magazijn voor de marine.

Het museum is in 1916 opgericht door de Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum. De vereniging is nog steeds actief en heeft zo'n 1500 ondersteunende leden. Nieuwe leden zijn zeer welkom en het lidmaatschap biedt diverse voordelen. Details en een aanmeldingsformulier kunt u vinden op de website van het museum (https://www.hetscheepvaartmuseum.nl/vnhsm).
Houd het Scheepvaartmuseum op koers en word lid van de Vereeniging!
Terugkomend op scheepsmodelbouw: Het eerste, kleine, model dat ik maakte was van een naamloze bark, gebaseerd op een tamelijk simpele tekening van een Duitse uitgever. De factuur (fl. 1,40) en de envelop met een postzegel van 2 cent heb ik bewaard als herinnering aan financieel andere tijden.

Mijn kleine model leed echter schipbreuk, het werd vermorzeld tussen een kastdeur bij een voorjaarsschoonmaak. In latere jaren probeerde ik mijn modelbouwhobby weer op te starten maar huwelijk, carrière en kinderen moesten toen voor gaan. Eén ding was echter duidelijk: als ik weer voldoende tijd zou krijgen om mijn hobby te hervatten, zou slechts één schip in aanmerking komen voor een model: het prachtige klipperschip Cutty Sark, de laatst overlevende theeklipper, nu gepensioneerd als museumschip in een droogdok in Greenwich, Engeland. De onderstaande afbeelding toont de Cutty Sark in het vroegere museumdok (eigen foto ca. 1990).

Zelfs al had ik te weinig tijd om met bouwen te beginnen, ik ging wel door met het verzamelen van boeken, tekeningen, inspectierapporten, artikelen enzovoort en ik ging naar Greenwich om het schip vanuit alle hoeken te fotograferen. Uiteraard werd ik lid van de Nederlandse Vereniging van Modelbouwers en laatstelijk ook van de Afdeling Utrecht van de NVM. Na mijn pensionering heb ik samen met mijn vrouw een aantal fijne jaren gestoken in andere tijdrovende hobby’s: reizen en de vervaardiging van reisfilms. Maar nu door mijn gevorderde leeftijd het maken van lange reizen bezwaarlijk wordt, is het Cutty Sark-project weer nieuw leven ingeblazen. Ik wil jullie op gezette tijden graag deelgenoot maken van de voortgang van het project, maar eerst een antwoord op een belangrijke vraag: “Waarom nóg een Cutty Sark-model?”
Lang geleden, in 1933, schreef Dr. C.N. Longridge in het voorwoord tot zijn boek "The Cutty Sark - The Ship and the Model" het volgende:
Although models of the Cutty Sark are so many and varied that, as a prototype, she is a somewhat hackneyed subject, I decided to build a model of her because authentic material for a scale model is available from photographs, measurements, and inspection of the ship, which make it possible to build a more accurate model of her than of any other ship of her time.
(Hoewel modellen van de Cutty Sark zo talrijk en gevarieerd zijn dat ze als een prototype een enigszins afgezaagd onderwerp is, heb ik besloten om een model van haar te bouwen omdat authentiek materiaal voor een schaalmodel beschikbaar is op basis van foto's, metingen en inspectie van het schip zelf, waardoor het mogelijk wordt om een nauwkeuriger model van haar te bouwen dan van enig ander schip uit haar tijd.)
From the aesthetic point of view a scale model of the ship cannot fail to be a beautiful thing. Many lovers of ships agree that the tea clippers built between 1860 and 1870 were the loveliest ships that ever sailed. Of that swift and graceful sisterhood, the Cutty Sark alone survives; she is as beautiful as any of them, and though years and the sea have somewhat battered her beauty, it is of that imperishable type which will always rise triumphant; and it inspires one to good work.
(Vanuit esthetisch oogpunt kan een schaalmodel van het schip alleen maar een mooi ding zijn. Veel liefhebbers van schepen zijn het erover eens dat de theeclippers die tussen 1860 en 1870 werden gebouwd, de mooiste schepen waren die ooit hebben gevaren. Van dat snelle en gracieuze zusterschap is alleen de Cutty Sark overgebleven; zij is de mooiste onder hen, en hoewel jaren en de zee haar schoonheid enigszins hebben gehavend, is ze van een onvergankelijke soort die altijd met hoofd en schouders boven alles zal uitsteken, en iedereen zal inspireren tot goed werk.)
Wat kan ik nog meer zeggen?
Dr. Longridge besteedde onderzoek aan haar in de dertiger jaren van de 20e eeuw, toen de Cutty Sark nog in de vaart was. In 1954 kreeg zij als museumschip een rustplaats in een droogdok in Greenwich bij Londen, gerestaureerd naar haar oorspronkelijke uiterlijk als een composiet gebouwde China theeklipper uit de zeventiger jaren van de 19e eeuw. Juni 1957 werd de Cutty Sark geopend voor het publiek door H.M. Koningin Elisabeth en sindsdien hebben miljoenen scheepsliefhebbers haar bezocht. Van 2007 tot 2011 heeft het schip een grondige opknapbeurt ondergaan. In haar lange leven op zee heeft zij orkanen doorstaan, maar op de ochtend van 21 mei 2007 dreigde het schip alsnog ten onder te gaan, nu aan land, in een verzengende brand. De brand was midscheeps geconcentreerd, boeg en achtersteven bleken praktisch ongeschonden te zijn gebleven. Gelukkig waren bij de restauratiewerkzaamheden ook delen van de beplanking, de masten en ra’s, dekhuizen en andere objecten aan land gebracht en kon de schade, die aanvankelijk op een total loss leek, worden hersteld.
Zij is uiteindelijk heropend in het voorjaar van 2012 en zal dan hopelijk weer voor een lange tijd toegankelijk zijn voor het publiek. De Cutty Sark staat in het museumdok niet meer op haar kiel maar hangt, gesteund door vijzels, enkele meters boven de grond zodat het publiek het schip zelfs aan de onderzijde kan bekijken. Ter hoogte van de waterlijn is een glazen overkapping aangebracht; niet iedereen vindt dat mooi maar ja, smaken verschillen...

Documentatie
Ter voorbereiding van het project heb ik een groot aantal boeken, publicaties en tekeningen verzameld over de betreffende periode in het algemeen en over de Cutty Sark in het bijzonder. De betrouwbaarheid van dit materiaal bleek wisselend te zijn, dus een mens moet kritisch blijven. Bekend werk bleek vreemde fouten te bevatten, terwijl eenvoudige boekjes, zoals bijvoorbeeld een begeleidend werkje bij een plastic Airfix bouwdoos, zeer betrouwbaar bleken te zijn. Ik heb mijn Cutty Sark-documentatie samengevat in een PDF-document dat u kunt downloaden (http://modelbouwers-utrecht.nl/blog/wp-content/uploads/Cutty-Sark-Bibliography.pdf). Ik heb het document ooit samengesteld voor een Engelse site, vandaar de Engelse kopjes.

Als ik mezelf zou moeten beperken tot 2 boeken, dan zou ik “The Cutty Sark – The Ship and the Model” door C.N. Longridge en “China Tea Clippers” door George F. Campbell kiezen.
Het boek van Longridge is lang geleden geschreven en modelbouwmethoden en -materialen zijn veranderd, maar het boek bevat veel gedetailleerde informatie over het schip. Het boek van Campbell gaat niet specifiek over de Cutty Sark, maar over klipperschepen uit die periode in het algemeen, echter weer met heel veel details. George Campbell heeft in de vijftiger jaren van de vorige eeuw ook de tekeningen vervaardigd die gemaakt zijn voor de restauratie van de Cutty Sark in Greenwich.
Voor wat modelbouwtekeningen betreft, zou ik er daarvan weer 2 kiezen. De eerste zou inderdaad de tekeningenset van de hand van Campbell zijn. Deze kan via Internet worden besteld bij de Cutty Sark-shop (https://shop.rmg.co.uk/collections/cutty-sark-gifts) en is relatief goedkoop voor wat hij te bieden heeft. Deze tekeningen-set is instructief van aard en is voor modelbouwers minder geschikt om ervan te meten. De tweede zou de set zijn die gepubliceerd wordt door de NVM. De set is oorspronkelijk getekend in de zeventiger jaren van de vorige eeuw door het toenmalige bestuurslid Joost van Griethuysen, die de constructie van het schip tot in het kleinste detail heeft bestudeerd. Een aantal jaren geleden heeft hij het lijnenplan opnieuw getekend en dit is de meest precieze weergave van de scheepsromp die ik heb gezien. Deze tekeningen-set kan besteld worden bij het NVM Tekeningenarchief (http://www.modelbouwtekeningen.nl/nvm-1000007-theeklipper-cutty-sark-1869.html). De set bestaat uit 24 tekeningen, waarvan vele in kleur.
Naast het verzamelen van boeken, publicaties en tekeningen, heb ik de Cutty Sark tweemaal bezocht voor het nemen van foto’s en heb ik contact gehad met David MacGregor, een autoriteit op dit gebied, kapitein Simon T. Waite (een vorige gezagvoerder van dit museumschip) en de curator van de Cutty Sark. Maar voor nu genoeg gekletst, aan het werk! Het volgende deel zal de constructie van de modelromp behandelen.
(uit De Modelbouwer nr. 1/2019 - wordt vervolgd)
Deel 1 – Introductie
Hoewel ik mijn hele leven een landrot was, ben ik altijd geïnteresseerd gebleven in schepen en scheepsbouw in het algemeen en in zeilschepen uit de tweede helft van de 19e eeuw in het bijzonder. Hun elegante verschijning sprak mij aan en ik was in het bijzonder geïntrigeerd door hun tuigage, die complexiteit combineerde met een strikt stramien, als van een spinnenweb. Ik realiseerde me al snel dat de beste manier om de werkwijze van een groot zeilschip te doorgronden was om zo veel mogelijk informatie te verzamelen en er een te herscheppen in miniatuur: Scheepsmodelbouw.
Ik moet zo'n 11-12 jaar oud zijn geweest toen ik de mooie scheepsmodellen ontdekte in het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam, toentertijd ondergebracht in een oud herenhuis met drie verdiepingen en krakend parket in Amsterdam Zuid. Het museum is sindsdien verhuisd naar 's Lands Zeemagazijn, gebouwd in 1656 als magazijn voor de marine.

Het museum is in 1916 opgericht door de Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum. De vereniging is nog steeds actief en heeft zo'n 1500 ondersteunende leden. Nieuwe leden zijn zeer welkom en het lidmaatschap biedt diverse voordelen. Details en een aanmeldingsformulier kunt u vinden op de website van het museum (https://www.hetscheepvaartmuseum.nl/vnhsm).
Houd het Scheepvaartmuseum op koers en word lid van de Vereeniging!
Terugkomend op scheepsmodelbouw: Het eerste, kleine, model dat ik maakte was van een naamloze bark, gebaseerd op een tamelijk simpele tekening van een Duitse uitgever. De factuur (fl. 1,40) en de envelop met een postzegel van 2 cent heb ik bewaard als herinnering aan financieel andere tijden.

Mijn kleine model leed echter schipbreuk, het werd vermorzeld tussen een kastdeur bij een voorjaarsschoonmaak. In latere jaren probeerde ik mijn modelbouwhobby weer op te starten maar huwelijk, carrière en kinderen moesten toen voor gaan. Eén ding was echter duidelijk: als ik weer voldoende tijd zou krijgen om mijn hobby te hervatten, zou slechts één schip in aanmerking komen voor een model: het prachtige klipperschip Cutty Sark, de laatst overlevende theeklipper, nu gepensioneerd als museumschip in een droogdok in Greenwich, Engeland. De onderstaande afbeelding toont de Cutty Sark in het vroegere museumdok (eigen foto ca. 1990).

Zelfs al had ik te weinig tijd om met bouwen te beginnen, ik ging wel door met het verzamelen van boeken, tekeningen, inspectierapporten, artikelen enzovoort en ik ging naar Greenwich om het schip vanuit alle hoeken te fotograferen. Uiteraard werd ik lid van de Nederlandse Vereniging van Modelbouwers en laatstelijk ook van de Afdeling Utrecht van de NVM. Na mijn pensionering heb ik samen met mijn vrouw een aantal fijne jaren gestoken in andere tijdrovende hobby’s: reizen en de vervaardiging van reisfilms. Maar nu door mijn gevorderde leeftijd het maken van lange reizen bezwaarlijk wordt, is het Cutty Sark-project weer nieuw leven ingeblazen. Ik wil jullie op gezette tijden graag deelgenoot maken van de voortgang van het project, maar eerst een antwoord op een belangrijke vraag: “Waarom nóg een Cutty Sark-model?”
Lang geleden, in 1933, schreef Dr. C.N. Longridge in het voorwoord tot zijn boek "The Cutty Sark - The Ship and the Model" het volgende:
Although models of the Cutty Sark are so many and varied that, as a prototype, she is a somewhat hackneyed subject, I decided to build a model of her because authentic material for a scale model is available from photographs, measurements, and inspection of the ship, which make it possible to build a more accurate model of her than of any other ship of her time.
(Hoewel modellen van de Cutty Sark zo talrijk en gevarieerd zijn dat ze als een prototype een enigszins afgezaagd onderwerp is, heb ik besloten om een model van haar te bouwen omdat authentiek materiaal voor een schaalmodel beschikbaar is op basis van foto's, metingen en inspectie van het schip zelf, waardoor het mogelijk wordt om een nauwkeuriger model van haar te bouwen dan van enig ander schip uit haar tijd.)
From the aesthetic point of view a scale model of the ship cannot fail to be a beautiful thing. Many lovers of ships agree that the tea clippers built between 1860 and 1870 were the loveliest ships that ever sailed. Of that swift and graceful sisterhood, the Cutty Sark alone survives; she is as beautiful as any of them, and though years and the sea have somewhat battered her beauty, it is of that imperishable type which will always rise triumphant; and it inspires one to good work.
(Vanuit esthetisch oogpunt kan een schaalmodel van het schip alleen maar een mooi ding zijn. Veel liefhebbers van schepen zijn het erover eens dat de theeclippers die tussen 1860 en 1870 werden gebouwd, de mooiste schepen waren die ooit hebben gevaren. Van dat snelle en gracieuze zusterschap is alleen de Cutty Sark overgebleven; zij is de mooiste onder hen, en hoewel jaren en de zee haar schoonheid enigszins hebben gehavend, is ze van een onvergankelijke soort die altijd met hoofd en schouders boven alles zal uitsteken, en iedereen zal inspireren tot goed werk.)
Wat kan ik nog meer zeggen?
Dr. Longridge besteedde onderzoek aan haar in de dertiger jaren van de 20e eeuw, toen de Cutty Sark nog in de vaart was. In 1954 kreeg zij als museumschip een rustplaats in een droogdok in Greenwich bij Londen, gerestaureerd naar haar oorspronkelijke uiterlijk als een composiet gebouwde China theeklipper uit de zeventiger jaren van de 19e eeuw. Juni 1957 werd de Cutty Sark geopend voor het publiek door H.M. Koningin Elisabeth en sindsdien hebben miljoenen scheepsliefhebbers haar bezocht. Van 2007 tot 2011 heeft het schip een grondige opknapbeurt ondergaan. In haar lange leven op zee heeft zij orkanen doorstaan, maar op de ochtend van 21 mei 2007 dreigde het schip alsnog ten onder te gaan, nu aan land, in een verzengende brand. De brand was midscheeps geconcentreerd, boeg en achtersteven bleken praktisch ongeschonden te zijn gebleven. Gelukkig waren bij de restauratiewerkzaamheden ook delen van de beplanking, de masten en ra’s, dekhuizen en andere objecten aan land gebracht en kon de schade, die aanvankelijk op een total loss leek, worden hersteld.
Zij is uiteindelijk heropend in het voorjaar van 2012 en zal dan hopelijk weer voor een lange tijd toegankelijk zijn voor het publiek. De Cutty Sark staat in het museumdok niet meer op haar kiel maar hangt, gesteund door vijzels, enkele meters boven de grond zodat het publiek het schip zelfs aan de onderzijde kan bekijken. Ter hoogte van de waterlijn is een glazen overkapping aangebracht; niet iedereen vindt dat mooi maar ja, smaken verschillen...

Documentatie
Ter voorbereiding van het project heb ik een groot aantal boeken, publicaties en tekeningen verzameld over de betreffende periode in het algemeen en over de Cutty Sark in het bijzonder. De betrouwbaarheid van dit materiaal bleek wisselend te zijn, dus een mens moet kritisch blijven. Bekend werk bleek vreemde fouten te bevatten, terwijl eenvoudige boekjes, zoals bijvoorbeeld een begeleidend werkje bij een plastic Airfix bouwdoos, zeer betrouwbaar bleken te zijn. Ik heb mijn Cutty Sark-documentatie samengevat in een PDF-document dat u kunt downloaden (http://modelbouwers-utrecht.nl/blog/wp-content/uploads/Cutty-Sark-Bibliography.pdf). Ik heb het document ooit samengesteld voor een Engelse site, vandaar de Engelse kopjes.


Als ik mezelf zou moeten beperken tot 2 boeken, dan zou ik “The Cutty Sark – The Ship and the Model” door C.N. Longridge en “China Tea Clippers” door George F. Campbell kiezen.
Het boek van Longridge is lang geleden geschreven en modelbouwmethoden en -materialen zijn veranderd, maar het boek bevat veel gedetailleerde informatie over het schip. Het boek van Campbell gaat niet specifiek over de Cutty Sark, maar over klipperschepen uit die periode in het algemeen, echter weer met heel veel details. George Campbell heeft in de vijftiger jaren van de vorige eeuw ook de tekeningen vervaardigd die gemaakt zijn voor de restauratie van de Cutty Sark in Greenwich.
Voor wat modelbouwtekeningen betreft, zou ik er daarvan weer 2 kiezen. De eerste zou inderdaad de tekeningenset van de hand van Campbell zijn. Deze kan via Internet worden besteld bij de Cutty Sark-shop (https://shop.rmg.co.uk/collections/cutty-sark-gifts) en is relatief goedkoop voor wat hij te bieden heeft. Deze tekeningen-set is instructief van aard en is voor modelbouwers minder geschikt om ervan te meten. De tweede zou de set zijn die gepubliceerd wordt door de NVM. De set is oorspronkelijk getekend in de zeventiger jaren van de vorige eeuw door het toenmalige bestuurslid Joost van Griethuysen, die de constructie van het schip tot in het kleinste detail heeft bestudeerd. Een aantal jaren geleden heeft hij het lijnenplan opnieuw getekend en dit is de meest precieze weergave van de scheepsromp die ik heb gezien. Deze tekeningen-set kan besteld worden bij het NVM Tekeningenarchief (http://www.modelbouwtekeningen.nl/nvm-1000007-theeklipper-cutty-sark-1869.html). De set bestaat uit 24 tekeningen, waarvan vele in kleur.
Naast het verzamelen van boeken, publicaties en tekeningen, heb ik de Cutty Sark tweemaal bezocht voor het nemen van foto’s en heb ik contact gehad met David MacGregor, een autoriteit op dit gebied, kapitein Simon T. Waite (een vorige gezagvoerder van dit museumschip) en de curator van de Cutty Sark. Maar voor nu genoeg gekletst, aan het werk! Het volgende deel zal de constructie van de modelromp behandelen.
(uit De Modelbouwer nr. 1/2019 - wordt vervolgd)