In F3B en F3F laten we ook de flaps met ongeveer 1/3 meedoen met de rolroeren.
Die ~1/3 is symmetrisch en gebaseerd op het opgaande roer. De differentiatie zorgt ervoor dat het neergaande rolroer minder uitslag krijgt, de neergaande flap heeft daardoor dus meer dan die 1/3 van het neergaande rolroer.
Je verdeeld de rolmomenten beter over de hele vleugel, Alsof je een vloeiend verlopende twist in je vleugel brengt, wat optimaal zou zijn.
Joe beschrijft ook dat hij, om het negatieve giermoment bij rolroer uitslag op te vangen, niet alleen differentiatie gebruikt, maar ook richtingsroer uitslag.
Differentiatie zorgt voor meer weerstand bij het opgaande rolroer, en daarmee een weerstandstoename voor het hele model. Door de differentiatie te verminderen en wat richting bij te mengen met rol kan het negatieve giermoment met minder totale weerstand worden gecompenseerd.
Dit doe ik ook op mijn zweefmodellen.