Door mij gezonden en eventueel te zenden aan:
cie.vj@tweedekamer.nl
Aan de Voorzitter, ondervoorzitter en leden van van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie.
Betreft: Regelgeving modelvliegtuigen en drones, de brief van de Minister van veiligheid en justitie, de Staatssecretaris van infrastructuur en milieu en de Minister van economische zaken. Nummer 30806-30, publicatiedatum 24 juni 2015
Geachte dames en heren,
Ik neem de vrijheid uw aandacht te vragen voor het volgende:
In de bovengemelde brief treft u de volgende passage aan:
7.
Afbakenen van de groep modelvliegers De inzet van Nederland, zoals verwoord in het beleidsvoornemen, is dat modelvliegers zoveel mogelijk hun hobby op de oude voet kunnen voortzetten.
Dit beleidsvoornemen komt ook in variaties voor in stukken van de EASA onder andere TECHNICAL OPINION ON EASA A-NPA 2015-10, stukken van het RPAS overleg van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu dienaangaande en de beleidsintentie van de Koninklijke vereniging voor Luchtvaart KNVvL.
Helaas is dit uitgangspunt bij de wijziging van de regelgeving op 1 juli 2015 al in hoge mate geschonden door een regel die hiermee in flagrante tegenspraak is.
Daarnaast zijn twee partijen, de KNVvL en de Federatie Limburgse modelvliegers, in deze regelgeving bevoordeeld.
Dit zonder dat tot nu toe andere partijen de kans en mogelijkheid hebben gekregen deze bevoordeling te verwerven, anders dan door zich gedwongen bij deze organisaties aan te sluiten.
Tevens is het RPAS overleg niet bereid deze, voor het oorspronkelijke doel volledig ineffectief gebleken regelgeving op korte termijn te herroepen of te amenderen.
In het voortgaande RPAS overleg blijkt ook dat dit overleg onwillig is de afbakening van de groep modelvliegers ten opzichte van de ‘’mini-drones ‘’ uit te voeren.
De nu in het RPAS overleg voorziene nieuwe regelgeving voor 2017, breekt dit voornoemde uitgangspunt nog verder af.
Hierdoor ontstaat dat praktisch gezien het begrip modelvliegers (in deze context dikwijls klassieke modelvliegerij genoemd) uit de regelgeving verdwijnt en deze groep dan nog meer ten prooi valt aan voornemens zoals In het
Paragraaf 4 onder het kopje Beleidsvoornemen mini-drones
Pogingen mijnerzijds om hier verandering in aan te brengen zijn tot nu toe op niets uitgelopen en de KNVvL lijkt zich hier om eigen opportune redenen zelfs met enig enthousiasme bij neer te leggen.
Op het spel staat het voortbestaan van wat genoemd wordt de ‘’klassieke modelvliegerij’’, die in alle stukken dienaangaande aangemerkt wordt als zijnde
niet schuldig aan de problematiek die de motivatie voor deze nieuwe regelgeving is.
In alle publicaties dienaangaande wordt de klassieke modelvliegerij gezien als van educatieve en opvoedkundige waarde.
In eenvoudige bewoordingen: de “klassieke modelvliegerij” staat hier machteloos toe te zien hoe zij, ondanks de mooie woorden, langzaam vermoord wordt.
Ik begrijp volkomen dat dit binnen de context van de grote problematieken maar een kleine zaak is.
Toch kan men met enig inlevingsvermogen de eerstgenoemde passage als misleiding zien.
Ik hoop en verzoek u toch om uw invloed aan te wenden de regelgever zich aan het uitgangspunt,dat modelvliegers zoveel mogelijk hun hobby op de oude voet kunnen voortzetten, te laten houden en zich openstelt voor onze argumentatie.
Met de meeste hoogachting en vriendelijke groet
______________