Voor diegenen die last hebben met het Duits, hier alvast de vertaling van de eerste bladzijden (sorry voor tikfouten!)
Günther Grund
Modelvliegen
Een leidraad voor de beginner
Inleiding
U hebt gekozen voor een hobby die veel uithoudingsvermogen, tijd en handigheid vraagt.
U hebt gekozen voor een tak van de modelbouw, die weinig te maken heeft met auto- of scheepsbesturing of met helivliegen.
De eerste twee zijn gemakkelijk aan te leren en het laatste wordt dikwijls schromelijk onderschat.
Vliegen met heli’s vraagt jarenlange training en volharding. Goede resultaten en plezier laten soms lang op zich wachten. Het vliegen met “gevleugelde” toestellen daarentegen is gelukkig minder moeilijk!
Toch moet je beseffen dat routine slechts na jaren komt en dat de eerste boterzachte landing alleen maar toeval kan zijn.Routine komp pas na jaren...
Voortdurend oefenen, bijzonder in de eerste weken, is een must om te leren en te begrijpen wat er gebeurt bij het vliegen.
Ik vlieg nog maar 12 jaar en heb dikwijls tevergeefs geprobeerd vele kameraden te leren vliegen.
Spijtig genoeg moest ik vaststellen dat na de cursus velen niet dikwijls genoeg vlogen, en dus moesten ze elk jaar opnieuw beginnen leren.
Denk niet dat je eens en voor altijd in de lucht kunt ronddartelen en maanden afwezig blijven van het vliegveld, om je aan andere mooie zaken te wijden. Dan maak je jaar na jaar geen enkele vooruitgang! Dat is niet de goede weg.
Vliegen is niets voor mensen met weinig tijd. In het begin moet je oefenen en oefenen en oefenen. Je mag je alleen wat rust gunnen als de bovendekker je strot uitkomt en als je elke valkuil in de lucht beheerst en onder alle omstandigheden kan landen. Die pauze kan je dan gebruiken om je volgende model te bouwen: een onderdekker.
Tijdens al die jaren merkte ik dat een groot deel van de beginners nogal zorgeloos op het vliegveld opdook, in de mening dat ze wel even “tijdens het weekend” zouden leren vliegen.
Het is mij ook opgevallen dat in vele vakboeken over alle mogelijke onderwerpen uitvoerig geschreven is, maar hoe men uiteindelijk vliegen moet, slechts weinig.
Met dit boekje zou ik graag de mensen helpen om de derde dimensie beter te begrijpen.
Eerlijkheidshalve moet ik echter zeggen dat een leraar die naast je staat meer waard is dan al wat geschreven is in dit boekje. Crashes zijn in beide gevallen niet te vermijden, want er zijn ook momenten dat zelfs de leraar niet meer kan ingrijpen.
Maar mensen die geïnteresseerd zijn en die geen leraar hebben, zullen toch niet gans onvoorbereid zijn!
Men kan natuurlijk nog veel uitgebreider schrijven, maar ik wil alleen het bijzonderste opschrijven. Wie meer wil weten, of wetenschappelijker wil gaan, kan nog veel moeilijker literatuur vinden om te lezen.
Dieper gaande interesse komt wel met de tijd, als je merkt dat vliegen plezant is.
Nog een beetje psychologie:
# slappe knieën en een wee gevoel vóór de start of de landing horen bij het vliegen en zijn normaal. Na verloop van tijd zal dat wel minderen, maar nooit helemaal verdwijnen.
# Bodemangst tijdens het landen hoort er ook bij, maar moet stilaan afgeleerd worden.
# Je moet er ook rekening mee houden dat je vliegtuig kan beschadigd worden of zelfs helemaal kapot kan gaan.
# Bij tegenslagen mag je je in geen geval laten ontmoedigen. Bijna elke schade kan gerepareerd worden.
# Op het vliegveld mag je je door niemand laten storen of opjutten. Vooral bij de startvoorbereidingen moet je geconcentreerd zijn.
# Omdat je moet rekenen met beschadigingen, moet je bij het bouwen niet teveel aan je model gehecht raken. Een perfect functioneren is vooral wat telt. Je trainermodel moet je alleen als een oefenmachine zien, maar je moet wel de beschadigingen correct repareren.
Je moet ook bedenken, dat een RC vliegtuigje altijd onbestuurbaar kan worden en zo een onberekenbaar gevaar wordt. Je werkt immers niet met speelgoed, maar met een toestel dat aangedreven wordt met een verbrandingsmotor. Het kan een grote vernieling teweegbrengen!
Bij sommige gelegenheden is het zelfs tot dodelijke ongevallen gekomen.
Menselijk en mechanisch falen moet je steeds inschatten bij het beoefene van je hobby.
Ik raad je dan ook ten stelligste af om als beginner te oefenen in aanwezigheid van nieuwgierigen, doldrieste manoeuvres uit te voeren. Buitenstaanders bemerken het gevaar niet, maar vinden het zelfs leuk als het vliegtuigje bij start of landing recht op hen af komt.
Ziekelijke zelfoverschatting zal vroeg of laat bestraft worden. Zelfs wanneer er niets zou gebeuren, heb je toch een onverantwoord risico genomen, want absolute zekerheid bestaat niet tijdens het vliegen.
Wanneer de controle over het vliegtuig uitvalt moet je luidkeels de toeschouwers waarschuwen en roepen: “STORING!” of “OPGEPAST GEVAAR!”
Hier drie voorbeelden hoe een technisch foutje kon leiden tot total loss of bijna...
Eerste geval:
Kort voor de start wou ik het stationair toerental wat verminderen en in het geheugen van de zender opslaan. Nauwelijks had ik de geheugentoets ingedrukt of mijn vliegstuig schoot weg en steeg volgas de lucht in. Het kantelde over de vleugel en stortte neer. De man naast wie het insloeg kwam er met de schrik vanaf. Het bleek dat de linker stuurknuppel plots uitgevallen was (gas/richting)
Het verlies van het model was natuurlijk vervelend, vooral omdat het reeds de tweede maal was dat het reeds de tweede maal was dat zoiets gebeurde. De eerste maal was dat nochtans gerepareerd door de fabrikant. De eerste maal had ik nog gauw de staart kunnen grijpen en de benzineleiding toegeknepen.
Tweede geval:
Zoals in het eerste geval, schoot ook hier het toestel zonder aanleiding weg. Ook hier kon ik het nog grijpen Thuis onderzocht ik de besturing en vond in de ontvanger (een universeelontvanger) dat het kwartsvoetje niet goed gesoldeerd was.
Derde geval:
Een zelfgebouwd styroporvliegtuig dat nog maar een week oud was, kantelde in de lucht toen ik vaart minderde. Het begon te rollen. Hoewel het hoog genoeg zat, kon ik het niet meer onder controle krijgen en crashte het. Alweer total loss.
De volgende dag alweer geprobeerd met een ander model en dezelfde besturing... Bij het inschakelen van de ontvanger en de zender bemerkte ik dat het richtingsroer helemaal uitsloeg. Na lang testen met een andere ontvanger, was er geen verbetering. Ik besloot de zender open te maken: een draadje aan de potentiometer van de knuppel van het richtingsroer was afgebroken. Dat was vlug verholpen met de soldeerbout. Het ongeluk van de vorige dag was zo ook verklaard.
Bij deze drie gevallen waren steeds mensen in de buurt. Zulke voorvallen wensik niemand, maar ze tonen het gevaar van een onbestuurbaar vliegtuigmodel.
Ik kwam tot het besluit dit boek te schrijven toen ik mij mijn eerste vliegpogingen herinnerde met een Robbe E-Bingo. Nu weet ik dat het een leuk toestelletje was, maar absoluut niet geschikt voor een beginner. Het had geen neuswiel, geen ailerons en de spanwijdte was te gering.
In die tijd dacht ik goed genoeg te zijn om het vliegen te leren zonder hulp.
Bij de eerste handstart ging het al verkeerd en kon ik vaststellen dat balsa nietsterk is. Wekenlange arbeid was vergaan in één seconde! Steeds opnieuw probeerde ik het. Op den duur kon ik het model in de lucht houden, maar het werd kleiner en kleiner... alweer brandhout!
Zelfs bomen zag ik niet staan. Met starre blik volgde ik het vliegtuigje en de angst voor crashes, het lange nadenken bij het besturen en last met de wind maakten het leren extra moeilijk. Er was niemand om mij te helpen of om mijn vragen te beantwoorden.
Gelukkig heb ik na jaren intensief vliegen nog zelden schade of verliezen. En ik zou de beginner die moeilijke weg willen besparen, want eer je beseft dat een vliegtuig met motorpech (Bingo-E) ook kan zweven en niet meteen als een steen naar beneden stort, gaat heel wat mooie tijd voorbij.
Het is echter niet genoeg om te verklaren
hoe men moet vliegen, maar zeker moet men ook weten wat een onberispelijk vliegtuig is en een betrouwbaar lopende motor.
Daarom raad ik af om een zogenaamd “weinig gebruikt model” aan te schaffen. Dikwijls zijn deze toestellen reeds enkele keren neergestort en de herstellingen maken de vliegeigenschappen er niet beter op. Bouw je model zelf, ook al kost het iets meer.
Wanneer dan de grote dag van de luchtdoop komt, neem dan rustig de tijd om alles goed voor te bereiden.
Het roderen en afstellen van de motor kan al vlug een goeie twee uur duren en kan best op een voorafgaande dag gebeuren.
Rustig blijven is het eerste gebod en je uurwerk laat je best thuis. Mocht je werkelijk dit boek gebruiken om te leren vliegen, dan moet je rekening houden met bepaalde richtlijnen, anders heeft het geen zin.
Straks noem ik belangrijke punten op en thema’s die behandeld en uitgelegd moeten worden.
In de volgende tekst gaat het telkens over “hoogte”, “diepte” en “richting”. Dat zijn wat verkorte weergaven van “hoogteroer geven” of “richtingsroer draaien”.
Veel succes ermee, en... break a leg!!
KAN DAT WEL? ZO' N LANGE BIJDRAGE? IK HOOP DAT INTERNET NOG BESTAAT NA DIT !