Peter Den
PH-SAM
Ik hou me al enige tijd bezig met ontwikkelen en bestuderen van plank zwevers en wil graag mijn praktijkervaringen eens toetsen aan vooral meer theoretische inzichten op verschillende aspecten.
In mijn draadje over de Snowboot doken al wat opmerkingen op.
Mijn persoonlijk streven is overigens: prettig en betrouwbaar vliegende modellen te ontwikkelen waar relaxed mee te vliegen is.
Zuivere prestaties (wat dat ook moge zijn) vind ik van minder belang: stabiliteit des te meer.
Tot nu toe gebouwd en gevlogen:
Snowboot: gemodificeerd met een achter-geplaatste vin en glad ononderbroken ribben-oppervlak.
Vliegt naar mijn smaak uitstekend: strak en betrouwbaar (en is efficiënter dan het origineel lijkt het).
Vertigo: gemodificeerd als boven: kreeg ik niet aan het vliegen: een raadsel: verhoudingen leken niet goed maar misschien ook bouwfouten zoals speling op de besturing.
FMT Feger variant: 2mtr schuim/abaci met rechte (d.w.z. niet taps of fantasievorm) vleugel, Quabeck profiel: vloog behoorlijk goed maar helaas door een plurk op de Wasserkuppe finaal aan poeder (letterlijk)gevlogen.
Qboot: Snowboot van snijresten van de Feger: bleek onvliegbaar door het verschijnsel ''wipkippen'' geen echte verklaring (ook niet t.o.v. de Feger) (wel hoge vleugelbelasting)
Hartfeger herbouw van de Feger: Hartmund Siegman HS130 profiel en tapse vleugel: vloog soms goed maar veel minder betrouwbaar: duidelijk kleinere besturingsmarges.
Ximango van Schweissgut: (heeft een soort Jedelski mod profiel) vloog en stuurde slecht en de zware vleugels zijn kwetsbaar.
Omgebouwd tot Holiday: nog steeds slecht.
Klamper (eigen) schuim/abaci
Klamper (eigen) ribbenvleugel
Beiden hellingzwevers met tapse vleugels 1.60 span, profiel pw51: hebben nooit lekker gevlogen: gemene overtrek en wegvallen van de tippen, schudden om de topas bij lage snelheid. (vleugelbelasting boven 26gr/dm)
Klamper thermiek/motor: 2mtr ribbenvleugel met EMX07 vloog af en toe heel goed maar erg wisselvallig: gaf nooit een betrouwbaar gevoel, onrustige besturing.
Klamper 1.20 schuim/balsa PW51: kleine variant van de 1.60 vloog aardig, erg snel maar, alhoewel in mindere mate, de zelfde problemen als de grotere variant.
Frettchen van EPPfun: veel te gevoelig op zwaartepunt, ook hier wegvallen van de tips en schudden om de topas (groter kielvlak helpt niet) kan alleen een snelheid (snel) en constructief: het snel verbaggeren van EPP: daar wordt ik heel vervelend van.
OFA: (eigen) rechte plank (hellingzweef) van 1.50 met PW106, ribbenbouw: vloog vanaf het begin goed: grotere zwaartepuntmarge dan gebruikelijk: beste tot nu toe. (soms lukt er ook wel eens wat
)
OFA elektro: ook door meerderen al nagevolgd: ook goed, maar als thermiekzwever voor mij nog iets te veel ''a handfull'', nu in versie met v-stelling en sturend richtingsroer met licht meesturende elevons wel naar mijn zin.
Dit slagveld overziend zou ik tot de volgende conclusies kunnen komen ofwel vragen kunnen stellen:
Tapse vleugels werken voor mij niet, maar ben ik nou zo kritisch of heb ik gewoon gelijk dat taps (en andere fantasievormen) niet ok zijn (en echt niet heel erg taps)
(ook mijn laatste 3 reguliere zwevers hebben een volkomen rechthoekig platform en zijn duidelijk beter dan al mijn vorige zwevers: hetzelfde gold voor (in de oudheid) mijn enige tapse F1b versus mijn anderF1b's): commentaar gevraagd!
Voor planken: Slankheden boven de 6 voor planken zijn duidelijk minder plezierig: vraagstelling: wat is er te zeggen over grotere slankheden versus kleinere slankheden?
Evenzo: vleugelbelastingen bij planken boven de 20gr/dm werken bij mij in het algemeen niet goed.
Iemand iets over te melden?
Het verschijnsel wipkippen: iemand ervaring hiermee en/of een verklaring?
Ik schijn als enige op de wereld minder goede ervaringen te hebben met PW51, maar wel erg goede met PW106.
Zoals Berrie al opmerkte: PW51 lijkt bv als Cl/Cd kromme veel beter dan menig ander profiel (bijvoorbeeld die ouwe E186) maar mijn onderliggende vraag is eigenlijk: bij een gegeven model met een gegeven vleugelbelasting wordt het vliegen bij verschillende Cl waarden bereikt door de elevon: daardoor krijg je een substantieel ander profiel: wat betekend dat eigenlijk voor de krommen van deze s-slagprofielen?
Temeer omdat bijna alle planken die ik ken met ''een beetje up'' vliegen.
Dat is naar mijn mening toch niet zo vrijblijvend als dat is voor een ''regulier'' model.
Ieder die zich geroepen voelt: ik sta open voor zeer kritische vragen en reacties.
In mijn draadje over de Snowboot doken al wat opmerkingen op.
Mijn persoonlijk streven is overigens: prettig en betrouwbaar vliegende modellen te ontwikkelen waar relaxed mee te vliegen is.
Zuivere prestaties (wat dat ook moge zijn) vind ik van minder belang: stabiliteit des te meer.
Tot nu toe gebouwd en gevlogen:
Snowboot: gemodificeerd met een achter-geplaatste vin en glad ononderbroken ribben-oppervlak.
Vliegt naar mijn smaak uitstekend: strak en betrouwbaar (en is efficiënter dan het origineel lijkt het).
Vertigo: gemodificeerd als boven: kreeg ik niet aan het vliegen: een raadsel: verhoudingen leken niet goed maar misschien ook bouwfouten zoals speling op de besturing.
FMT Feger variant: 2mtr schuim/abaci met rechte (d.w.z. niet taps of fantasievorm) vleugel, Quabeck profiel: vloog behoorlijk goed maar helaas door een plurk op de Wasserkuppe finaal aan poeder (letterlijk)gevlogen.
Qboot: Snowboot van snijresten van de Feger: bleek onvliegbaar door het verschijnsel ''wipkippen'' geen echte verklaring (ook niet t.o.v. de Feger) (wel hoge vleugelbelasting)
Hartfeger herbouw van de Feger: Hartmund Siegman HS130 profiel en tapse vleugel: vloog soms goed maar veel minder betrouwbaar: duidelijk kleinere besturingsmarges.
Ximango van Schweissgut: (heeft een soort Jedelski mod profiel) vloog en stuurde slecht en de zware vleugels zijn kwetsbaar.
Omgebouwd tot Holiday: nog steeds slecht.
Klamper (eigen) schuim/abaci
Klamper (eigen) ribbenvleugel
Beiden hellingzwevers met tapse vleugels 1.60 span, profiel pw51: hebben nooit lekker gevlogen: gemene overtrek en wegvallen van de tippen, schudden om de topas bij lage snelheid. (vleugelbelasting boven 26gr/dm)
Klamper thermiek/motor: 2mtr ribbenvleugel met EMX07 vloog af en toe heel goed maar erg wisselvallig: gaf nooit een betrouwbaar gevoel, onrustige besturing.
Klamper 1.20 schuim/balsa PW51: kleine variant van de 1.60 vloog aardig, erg snel maar, alhoewel in mindere mate, de zelfde problemen als de grotere variant.
Frettchen van EPPfun: veel te gevoelig op zwaartepunt, ook hier wegvallen van de tips en schudden om de topas (groter kielvlak helpt niet) kan alleen een snelheid (snel) en constructief: het snel verbaggeren van EPP: daar wordt ik heel vervelend van.
OFA: (eigen) rechte plank (hellingzweef) van 1.50 met PW106, ribbenbouw: vloog vanaf het begin goed: grotere zwaartepuntmarge dan gebruikelijk: beste tot nu toe. (soms lukt er ook wel eens wat

OFA elektro: ook door meerderen al nagevolgd: ook goed, maar als thermiekzwever voor mij nog iets te veel ''a handfull'', nu in versie met v-stelling en sturend richtingsroer met licht meesturende elevons wel naar mijn zin.
Dit slagveld overziend zou ik tot de volgende conclusies kunnen komen ofwel vragen kunnen stellen:
Tapse vleugels werken voor mij niet, maar ben ik nou zo kritisch of heb ik gewoon gelijk dat taps (en andere fantasievormen) niet ok zijn (en echt niet heel erg taps)
(ook mijn laatste 3 reguliere zwevers hebben een volkomen rechthoekig platform en zijn duidelijk beter dan al mijn vorige zwevers: hetzelfde gold voor (in de oudheid) mijn enige tapse F1b versus mijn anderF1b's): commentaar gevraagd!
Voor planken: Slankheden boven de 6 voor planken zijn duidelijk minder plezierig: vraagstelling: wat is er te zeggen over grotere slankheden versus kleinere slankheden?
Evenzo: vleugelbelastingen bij planken boven de 20gr/dm werken bij mij in het algemeen niet goed.
Iemand iets over te melden?
Het verschijnsel wipkippen: iemand ervaring hiermee en/of een verklaring?
Ik schijn als enige op de wereld minder goede ervaringen te hebben met PW51, maar wel erg goede met PW106.
Zoals Berrie al opmerkte: PW51 lijkt bv als Cl/Cd kromme veel beter dan menig ander profiel (bijvoorbeeld die ouwe E186) maar mijn onderliggende vraag is eigenlijk: bij een gegeven model met een gegeven vleugelbelasting wordt het vliegen bij verschillende Cl waarden bereikt door de elevon: daardoor krijg je een substantieel ander profiel: wat betekend dat eigenlijk voor de krommen van deze s-slagprofielen?
Temeer omdat bijna alle planken die ik ken met ''een beetje up'' vliegen.
Dat is naar mijn mening toch niet zo vrijblijvend als dat is voor een ''regulier'' model.
Ieder die zich geroepen voelt: ik sta open voor zeer kritische vragen en reacties.