Servopulsen werken met timing. De breedte van de puls bepaalt de uitslag van het roer. De pulsbreedte wordt gemeten in tijd, vandaar dat men het over seconden heeft. De deadband is de instelling die opgeeft hoeveel de meting van de potmeter mag afwijken van het eigenlijke signaal. Dit is gedaan om te voorkomen dat servo's continu blijven corrigeren om een bepaalde positie te bekomen.
Het is dus niet de 'speling' en heeft verder ook niets met de middenstand te maken, het is de mate van nauwkeurigheid van een servo bij een bepaalde positie. Dat is uiteraard wel het best te zien rond de middenstand, omdat dat een vast punt is op de stick in je zender.
Het is dus NIET de resolutie en ook NIET de speling rond de middenstand. De resolutie blijft gelijk, ook met een grote deadband deelt de electronica van de servo de hele servoweg nog steeds in hetzelfde aantal stapjes in. Het is de mate waarin de servo gaat proberen om een opgegeven positie ook exact te handhaven.
Een grotere deadband kan handig zijn bij toestellen met brandstofmotoren, of meerdere servo's per roer. Zou je dan met een hele kleine deadband gaan werken, dan krijg je dat de servo's continu voor elke trilling aan het werk gaan, daarmee mogelijk meer kwaad doend dan goed, omdat ze altijd 'achter de muziek aan' zullen lopen. Bij meerdere servo's per roer is het handig om te voorkomen dat twee servo's elkaar gaan tegenwerken omdat de positie marginaal afwijkt.
Om het bovenstaande rekensommetje aan te halen.. als een servo een deadband heeft die overeenkomt met 1 graad, dan zal dat betekenen dat bij die stickpositie de servo zal sturen tot hij binnen een marge van 1 graad zit van de gewenste stand. Als hij dan bewogen wordt, zal hij pas gaan reageren tot hij buiten de marge van 1 graad komt.