Is er een essentieel verschil tussen schoepenvorm van stoom- en gasturbines?
Niet echt... de gassen volgen in principe dezelfde wetten van stromingsleer, maar de specifieke eigenschappen van stoom (soortelijke warmte, warmteval, expansie, drukken en snelheden) liggen natuurlijk wel héél anders, waardoor de basisvorm (bot gezegd een soort van getordeerd vleugelprofiel met extreme koorde-kromming) met héél andere hoeken uitgerekend moet worden.
Verder zit je met gasturbines aan een beperkt aantal trappen (meestal maar één), bij stoomturbines kan dat letterlijk meerdere tientallen schoepenschijven op een as belopen, met steeds verder oplopende expansie en daartussen lei,- of omkeerschoepen als stator in het huis gemonteerd.
Je moet iedere trap opnieuw doorrekenen en dat is een ongelofelijk complexe zaak.
Ik heb het heel lang geleden allemaal gehad op school,maar er nooit meer iets mee hoeven doen. Begrijpen doe ik het nog wel, maar ik zou je geen enkele formule meer kunnen opnoemen.
De goniometrie daarentegen is weer tamelijk eenvoudig.
Als je al een verschil wilt aanwijzen, dan is in zijn algemeenheid een gasturbine voor straalvoortstuwing uitgerekend om de gassen zo zuiver mogelijk in axiale richting de turbine te laten uitstromen (i.v.m. stuwkracht), bij een asvermogen turbine moeten de gassen in zijn algemeenheid gewoon een zo gunstig mogelijk hoek hebben na verlaten van het eerste loopwiel, zodat zoveel mogelijk vermogen aan het tweede loopwiel (de as-aandrijving) afgegeven wordt.
Stoomturbines probeer je in zijn algemeenheid gewoon de grootstmogelijke richtingsverandering van de stoom in het loopwiel te bewerkstelligen. Schoepen van een stoomturbine hebben daarom vaak een grotere buiging en veel vlakkere uitstroom hoek.
Groet, Bert
Laatst bewerkt: