Even een vraag aan wat ervaren modelvlieg-instructeurs.
Ik ben zelf ook jaren instructeur geweest bij de ACK en heb vele leerlingen succesvol op- en begeleid.
Nu kom ik af en toe op clubs (geen KNVvL) en verbaas me dan over de manier van lesgeven.
Wat is jullie mening over de manier van lessen.
Zelf legde ik eerst uit hoe alles werkte (toen nog veel brandstof) hoe je de motor afstelt, hoe een vleugel en roeren werken en wat de bedoeling is van lessen.
Ik begon eerst te kijken of ze rechtdoor konden vliegen en of ze goed reageerden op op zichzelf afvliegen (links word rechts en omgekeerd) en dan ook kijken of ze enigszins beheerst konden sturen.
Daarna beginnen met circuits gevolgd door alle andere dingen die nodig zijn om een brevet te halen.
Aangevuld met rugvlucht, loopings en rollen.
Ook liet ik ze wel eens het vliegtuig uit een situatie proberen te halen die ik gecreerd had, ik liet ze even niet kijken en gaf ze dan weer de knuppels.
Na halen van het brevet konden ze redelijk goed vliegen.
Bij de ACK lieten we iedereen ook wel eens met onze eigen kisten vliegen (hotliners, grote zwevers, kunstvluchtkisten) zodat ze wat universeler werden.
En na het brevet stapten de meesten vrij snel (weken) over naar een laagdekker of lastiger model, wat vaak goed ging.
Maar nu hoor ik bij sommige clubs:
Tijdens het lessen moeten ze eeuwig circuits vliegen, weinig afwisseling.
Op een gegeven moment zijn ze dan zelfstandig en kunnen redelijk rondvliegen maar dan nog steeds word er gezegd dat ze niet naar een ander model over mogen stappen en dat ze eerst maar eens een tijd met een hoogdekker cicuitjes op een meter hoogte moeten kunnen vliegen.
Volgens mij is dat de doodsteek voor een modelvlieger, saai rondvliegen terwijl je weet of denkt dat je meer kan.
Zelfs de overstap naar een electrozwever word afgeraden.
Wat zijn jullie ervaringen met lessen, overstappen naar een andere kist en van een motorkist naar een electrozwever?
Gert-Jan
Ik ben zelf ook jaren instructeur geweest bij de ACK en heb vele leerlingen succesvol op- en begeleid.
Nu kom ik af en toe op clubs (geen KNVvL) en verbaas me dan over de manier van lesgeven.
Wat is jullie mening over de manier van lessen.
Zelf legde ik eerst uit hoe alles werkte (toen nog veel brandstof) hoe je de motor afstelt, hoe een vleugel en roeren werken en wat de bedoeling is van lessen.
Ik begon eerst te kijken of ze rechtdoor konden vliegen en of ze goed reageerden op op zichzelf afvliegen (links word rechts en omgekeerd) en dan ook kijken of ze enigszins beheerst konden sturen.
Daarna beginnen met circuits gevolgd door alle andere dingen die nodig zijn om een brevet te halen.
Aangevuld met rugvlucht, loopings en rollen.
Ook liet ik ze wel eens het vliegtuig uit een situatie proberen te halen die ik gecreerd had, ik liet ze even niet kijken en gaf ze dan weer de knuppels.
Na halen van het brevet konden ze redelijk goed vliegen.
Bij de ACK lieten we iedereen ook wel eens met onze eigen kisten vliegen (hotliners, grote zwevers, kunstvluchtkisten) zodat ze wat universeler werden.
En na het brevet stapten de meesten vrij snel (weken) over naar een laagdekker of lastiger model, wat vaak goed ging.
Maar nu hoor ik bij sommige clubs:
Tijdens het lessen moeten ze eeuwig circuits vliegen, weinig afwisseling.
Op een gegeven moment zijn ze dan zelfstandig en kunnen redelijk rondvliegen maar dan nog steeds word er gezegd dat ze niet naar een ander model over mogen stappen en dat ze eerst maar eens een tijd met een hoogdekker cicuitjes op een meter hoogte moeten kunnen vliegen.
Volgens mij is dat de doodsteek voor een modelvlieger, saai rondvliegen terwijl je weet of denkt dat je meer kan.
Zelfs de overstap naar een electrozwever word afgeraden.
Wat zijn jullie ervaringen met lessen, overstappen naar een andere kist en van een motorkist naar een electrozwever?
Gert-Jan