N
noot
Guest
mindbender_tm zei:Aerodynamica
Je hoeft geen vliegmechanica, stromingsleer of aerodynamica gestudeerd te hebben om te leren modelvliegen. Het volstaat dat je weet dat je model in de lucht blijft zo lang als de motor loopt?
Grapje! Er zijn wel mensen die dat echt menen. Dat hebben ze uit avontrenfilms: daar hebben ze vliegtuigen met haperende motor door de lucht zien schieten, de bemanning ten dode opgezchreven! Het neergestorte wrak is noch slechts met moeite te herkennen.
Dat heeft niets met de werkelijkheid te maken. Ware het zo, dan zou het woord “noodlanding” niet eens bestaan. Slechts enkele zinnen over de luchtstroom rond de draagvlakken zullen volstaan om e.e.a. duidelijk te maken. Er is een algemeen bekende verklaring over de opwaartse druk op een vleugel door het verschil in afstand dat de lucht moet afleggen boven en onder de vleugel. Dat hoort er een beetje mager uit, toch begin ik hiermee mijn uitleg.
De lucht deelt zich vooraan de vleugel in een stroming boven en één onder de vleugel. Doordat het bovenste van de vleugel gewelfd is,, is de afstand van voorkant tot achterkant langer dan langs de onderkant. De bovenste luchtstroom moet dus vlugger voortgaan den de onderste om gelijk aan de achterkant van de vleugel te komen. De versnelling veroorzaakt een verdunning van de lucht, je krijgt dus boven de vleugel een onderdruk en aan de onderkant een overdruk. Zo ontstaat een opwaartse druk, de “lift”. Dit effect alleen echter voldoet niet om een vliegtuig in de lucht te houden. De twee stromingen komen terug samen achter de vleugel en door de vermenging van snelle en trage lucht ontstaan wervelingen. Er ontstaat een “aanvoerwerveling” die verantwoordelijk is voor het oplossen van een “gebonden werveling”.
Deze circulatie rond de vleugel veroorzaakt nog een grotere versnelling van de lucht bovenaan en remt de lucht onderaan de vleugel nog meer af door zijn tegengestelde draairichting.
Deze twee luchtstromen, de potentiaalstroming en de ciculatiestroming zorgen voor de lift.
Liftverlies krijg je aan de randen van de draagvlakken waar sterke wervelingen optreden. Er ontstaan “wervelingsvlechten”. Om de weerstand zo gering mogelijk te houden, brengt men in de luchtvaart “winglets”, of eindschijfjes aan bij de uiteinden van de vleugels.
Mindbinder, ge zijt ene echte vliegende broeder