Trimmen van de zeilen
punt 4 5 6 weet ik niet wat je daar mee kan instellen
De voorlijkspanning tussen 4 en de masttop is van belang om de aan de windse zeileigenschappen te bepalen. Bij hardere wind wordt over het algemeen gevaren met een strakkere voorlijkspanning om het voorzeil vlakker te maken. Bij een te los voorlijk neemt de haalbare hoogte (aan de windse koers) in graden af.
Punt 5 laat ik even over aan andere deskundigen, mijn zeilervaring omvat geen modelzeilen maar 1:1 zeilen. Waarbij ik mij wel voor kan stellen dat door het naar voren brengen van het voorzeil het model lijgieriger wordt en naar achteren loefgieriger.
Met de achterstag wordt ook de voorlijkspanning geregeld, maar zeker wanneer er sprake is van een uithouder/ hefboom bij 6 als op de tekening de voorwaartse mastbuiging, waardoor bij sterkere windkracht het grootzeil vlakker wordt getrokken.
Uit het bovenstaande blijkt een zekere tendens: bij lichte winden wordt gevaren met minder strak aangetrokken lijnen dan bij wat meer wind. Boller/voller getrimde zeilen zullen bij meer wind resulteren in meer helling en minder bootsnelheid, vlakkere zeilen 'lozen' bij meer wind gemakkelijker. Bij lichte wind zullen zeilen met meer profiel/bolling weer effectiever zijn, al leveren te bol getrimde zeilen weer beperkingen op bij aan de windse koersen.
Bij het serieus 1:1 zeilen worden de zeilen voortdurend getrimd, niet alleen met de schoten maar ook de achterstag, neerhouder, leiogen van het voorzeil, onderlijk van het grootzeil enzovoort, al naar gelang de koers, bootsnelheid en windkracht, maar of dat bij een modelboot haalbaar is ....? Denk dat het zoeken is naar het ideale compromis naar gelang de omstandigheden.
Ter illustratie: toen mijn 1:1 zeilboot van nieuwe zeilen werd voorzien, was het op slag een geheel andere boot! Alsof het van een hobbelpaard een renpaard was geworden. Toch vind ik juist dit het fascinerende van de zeilsport! Maar dit terzijde ...
Johan