De Pancho van post #14 heeft een instelhoekverschil betrokken op de profielonderzijde van bijna 3°. Wanneer je je bedenkt dat de nul-lift lijn van het vleugelprofiel rond de 4° zal zijn en dat van het stabilo profiel rond de 2°, is het effectieve ISH verschil daarmee rond de 5°, dat is OK voor VV en S/C maar heel erg veel voor RE-RC.
Het feit dat Ton met veel down vliegt is hiermee volledig in lijn.
@Frans Bal
Het wijzigen van het stabiloprofiel naar een symmetrisch profiel werkt averechts in dit geval het zou bij gelijke hartlijn alleen maar een groter effectieve ISH verschil opleveren.
Het verhaal van Henk over de VV ontwikkeling is ook verklaarbaar. De zwaartepuntsligging is een functie van de ligging van het neutrale punt en van de gewenste stabiliteitsmarge.
De oudere VV modellen hadden een veel groter stabilo volume (stabilo oppervlak x pooklengte) / (vleugeloppervlak x gemiddelde koorde) en dat resulteert in een zeer achterlijk liggend neutraal punt.
Voor de bepaling van het zwaartepunt gebruikte ik in de oude tijd de methode Beuermann, beschreven in de Avia van juli 1962 door Juste van Hattum.
Met behulp van enkele formules en twee nomogrammen kon je de ligging van het neutrale punt berekenen.
Uit dat artikel heb ik het volgende geleerd en daarna altijd onthouden en bevestigd bevonden:
1. Het neutrale punt van een toestel wordt bepaald wordt door de geometrie.
2. De ligging van het zwaartepunt tov het neutrale punt, de stabiliteitsmarge wordt bepaald door de gewenste vliegeigenschappen.
3. Het effectieve instelhoekverschil is ten laatste het hevolg van het uittrimmen van de gewenste vliegsnelheid.
De gewenste stabiliteits marge uit punt twee is afhankelijk van het type toestel en gebruik. van Hattum noemt in zijn artikel een marge van ~15% voor een zwever en wel 25% voor een rubbermodel die ook een groter stabilovolume heeft om de overgang van motor naar zweef te stabiliseren. De toepassing van VIT maakt dat de overgang gestuurd kan worden waardoor het stabilo kleiner kan worden, hetgeen het verschuiven van het neutrale punt én dus zwaartepunt naar voren tot gevolg heeft.
Van Hattum geeft ook aan dat voor zuigermodellen (nu F1C) een veel kleinere stabiliteitsmarge von rond de 10% gebruikt wordt om ervoor te zorgen dat de motordomp niet heel erg groot moet worden. Door de hoge snelheid met motor aan zal een toestel met een hoge stabiliteitsmarge en dientengevolge groot ISHV direct haar neus omhoog gooien wanneer het getrimt is voor een mooie zweefvlucht.
@Ton van Munsteren post 91
Wanneer je een VV model wilt gebruiken als VRA zal je om bestuurbaarheid te houden sneller moeten vliegen dan als zuiver VV toestel. Een VV toestel wordt in het algemeen op minimale daalsnelheid afgesteld, en daarbij met een hoge liftcoëfficiënt vliegen. Wanneer je dan een bocht wilt maken moet je nog meer lift genereren en dat kan alleen bij een hogere snelheid. Ook is het fijn om met iets meer wind ook te kunnen vliegen.
En generel voor alle VV welke naar VRA gaan..overweeg een sneller profiel...want een dobberende kist kom je niet ver mee bij enige wind...we hebben in de VRA mode geen VV prestatie oogmerk meer.
Dan heb je meteen ook een geringer effectief ISH verschil en vang je twee vliegen in één klap.