Going to America.
Deel 2: Flower Power.
Toen ik met de bus terug was in Philadelphia overnachtte ik in het appartement van Robert, hoofdcounselor in het kamp, en zijn vriendin Diane. Dat wil zeggen, Robert was ingetrokken bij Diane en zij huurde het appartement samen met haar vriendin Donna. Ik mocht in Donna’s bed slapen want die was een paar dagen de stad uit. Niet dus! Toen ik de volgende ochtend wakker werd bleek ze er gewoon bij gekropen te zijn. Nu was Donna blond en bloedmooi, dus iedereen zal zich wel afvragen wat er toen gebeurde. Nou, niets!....De meesten zullen nu denken: SUKKEL en zo denk ik er nu ook over. Maar ja, ik was nogal verlegen, preuts en keurig opgevoed, dus ik zei alleen sorry en vroeg of ze het niet erg vervelend vond. Later is het wel goed gekomen met mij en Donna. Ze had wel ergens aan gezien, dat ik haar vreselijk leuk vond en ze had het alleen maar grappig gevonden, dat ik toch niets had geprobeerd. Later nam ze trouwens zelf het initiatief, zodat ik me niet meer hoefde te schamen.
Met Neil Steiger, een andere counselor uit het kamp, sprak ik af om naar het hart van de FlowerPower scene te gaan. Op een stand-by ticket reisden wij via Chicago naar San Francisco. Zo’n ticket kostte de helft van de prijs, maar je mocht alleen mee als er in het vliegtuig stoelen overbleven. Inmiddels kleedde ik me in een uiterst kleurig hippie-jasje, dat Rose (die er net zo uit zag als haar naam klinkt) had gemaakt en had ik me behangen met een houten kralenketting, zodat het leek alsof ik al helemaal tot de incrowd behoorde. Ook Neil zag er behoorlijk uit als langharig, werkschuw tuig, dus ook met hem zat het wel snor. Zo’n ding had hij trouwens ook op z’n bovenlip. Dat hippie-jasje heeft mijn duifje vele jaren later overigens ingelijst en dat hangt nog steeds bij ons op de overloop. Bij de tussenlanding in Chicago moest er worden bijgetankt en moest iedereen daarom het vliegtuig uit. Wij met z’n tweeën mochten daarna van een beambte niet meer terug. Dat werd een hele rel want het bleek, dat het vliegtuig werd opgehouden door het ontbreken van twee passagiers. Eenmaal aangekomen in San Francisco werden we ook nog eens opgewacht door een zestal agenten, maar dat bleek niet om ons, maar om een andere passagier te gaan.
Eenmaal op onze bestemming gearriveerd overnachtten we in het appartement van Mary-Ann in Berkeley. De steden SanFrancisco en Berkeley zijn met elkaar verbonden door de Bay Area Bridge, een dubbeldeks brug, die indertijd volledig op een cakewalk leek, zeker met de slagschepen, waarmee je daar over de wegen reed. Later is die brug dan ook ingestort en herbouwd.
Zowel op de campus van Berkeley University als in het central park van San Francisco was de hippie-scene volledig in gang en zag er net zo uit als op films en foto’s. Erg druk, overal veel clubjes jongelui en op allerlei locaties gratis muziekoptredens, de meeste van bedenkelijke kwaliteit, maar daar ging het niet om. Het was de sfeer, het maken van het v-teken met je vingers, het tegen jan en alleman roepen “peace man” en het dragen van bloemetjes in je haar. Als je dat laatste niet zelf regelde was er altijd wel één of andere griet, die dat ongevraagd voor je in orde maakte. In dezelfde tijd stond trouwens in Nederland ‘If you’re going to San Francisco’ op nummer 1 in de hitparade. Ikke trots want ik liep daar en dat konden niet veel Nederlanders me nazeggen.
Wat ik me vooral herinner is, dat je meestal op blote voeten liep, heel veel op blote voeten. Dat doe ik trouwens nog steeds graag. Ook was ik nogal populair omdat ik shag rookte (Samson). Het was een bezienswaardigheid, dat je je eigen sigaretten rolde en er werd ook veelvuldig gevraagd of ik dat net zo kon als cowboys. Nou, dat kon ik niet. Die konden dat blijkbaar met één hand en rolden dan hun saffie op hun dij. Nou zul je daar wel een paard voor nodig hebben, maar dat heb ik nooit onderzocht. Uiteraard was mijn vaardigheid ook zeer nuttig voor het rollen van joints, dus ik heb nogal wat rol-les gegeven en overal hand- en spandiensten verleend. Waar ze het allemaal vandaan haalden weet ik niet, maar er werd veel gerookt, zowel door de dames als door de heren. Ondanks dat er overal erg veel politie aanwezig was heb ik nooit gemerkt, dat daartegen werd opgetreden, ze stonden echter altijd wel met argusogen naar mijn kunsten in het draaien van shaggies te kijken. Aan de vrije seks waardoor die tijd beroemd is geworden heb ik niet echt deelgenomen. SUKKEL zullen er wel weer een heleboel denken en ze hebben achteraf gezien gelijk. Zoals ik al schreef was ik echter een keurig opgevoede jongen, dus ik hield het bij zoenen, veel zoenen en wat schuchtere handtastelijkheden. Liefhebsters waren er genoeg. Bij Neil lag dat heel anders, maar die hoefde er ook nooit moeite voor te doen. Die had altijd wel één of andere griet (of meerdere) achter zich aan rennen. Ik weet niet wat het was met die jongen, hij vond dat allemaal heel vanzelfsprekend.
Intussen was het tijd om eens te gaan denken aan de terugreis naar Nederland. Van de drie vliegtuigen bleken er al twee volgeboekt, dus ik kon nog met de derde mee óf een week later met 10 deelnemers met een gewone lijnvlucht, alles vanaf New York airport. Dat werd dus het laatste en ik stuurde daarop een telegram naar huis, dat het wat later zou worden. De laatste dagen deden we nog wat aan sightseeing. Je moet tenslotte een keer over de Golden Gate Bridge zijn gereden en route 1, langs de kustlijn van California is gigantisch mooi en ja hoor, ook daar werd Neil weer door één of andere schoonheid opgepikt. We sliepen die dagen trouwens gewoon langs de weg, dat was geen enkel probleem. Douchen deed je in die tijden sowieso niet elke dag, een beetje ijskoud zeewater over je gezicht was genoeg. Het kan maar een paar weken zijn geweest, dat we in de FlowerPower scene zijn geweest, maar het voelde aan als maanden. Heel erg intens dus en heel erg genieten.
De volgende keer deel 3. Terug naar Philadelphia, naar Donna en naar de Philadelphia Zoo.