Roel van Essen
Forum veteraan
Aangezien volgens sommigen het Modelbouwforum een verloren strijd voert tegen "eigen" Facebook-modelbouwpagina's en volgens anderen het fenomeen "forum" sowieso achterhaald is, moeten we maar eens investeren in eigen bouwverslagen. Nu doe ik dat niet zoveel; mijn bouwverslagen worden meestal gepubliceerd in "Modelbouw Aktueel". (MbA) Als ik van zo'n model meteen een digitaal bouwverslag hier bijhoud, krijg ik waarschijnlijk wat onenigheid met de uitgever van MbA. Maar... van een vriend had ik een tijd geleden een aantal schepen overgenomen. Daar komt geen bouwverslag van in MbA, dus kan ik dat zonder problemen hier plaatsen, in de hoop dat in ieder geval het scheeps-deel van het forum weer een beetje gaat leven.
Bij die overgenomen schepen zat o.a. een romp en half-afgebouwde opbouw van een Smit sleper. De romp was stoffig en vet van een aantal jaren op een plank staan, maar datgene wat de oorspronkelijke eigenaar gebouwd had, had hij netjes gebouwd. Er waren echter een aantal zaken die ik wilde veranderen:
de elektronische aansluitingen waren niet “mijn type”;
er zat te veel speling tussen schroeven en tunnels;
de motoren waren wat krap bemeten;
de cardankoppelingen waren deels defect;
de schroefassen mochten wel wat korter.
Kortom: werk aan de winkel. Als eerste bestelde ik twee 50mm vierbladsschroeven van Raboesch, een linksom en een rechtsom draaiend. Als ik de bladen daarvan iets afvijlde, zouden ze met een millimeter speling in de tunnels passen. Twee Bühlermotoren moesten de Speedmotoren, die er in lagen, vervangen. Zo’n sleper, met Becker-roeren er onder, vraagt uiteraard om apart geregelde motoren, dus twee regelaars werden ook besteld. De bouwer had echter een leuke gadget in de romp gebouwd: twee stabilisatoren aan weerszijden die het overhellen van het schip in een scherpe bocht zouden moeten compenseren. Maar ja, dat moet wel werken: ze waren nog niet aangesloten op een servo.
Kortom: genoeg te doen! Als eerste: demonteren. De motoren er uit, de schroeven, schroefassen, een aantal schotten, elektrische aansluitingen, ik was er een paar weken zoet mee. Voorzichtig werken, want ik had geen idee welke constructies gebruikt waren. Toen alles er uit was wat ik er uit wilde hebben, kon ik beginnen met het opnieuw opbouwen.
Als eerste de (inmiddels gearriveerde) schroeven. Inderdaad drie millimeter te groot om mooi in de tunnels te passen. Een kraspen en de powerfile brachten uitkomst: De kraspen om de juiste diameter in te krassen, de powerfile om de schroeven tot die diameter af te vijlen. Het duurde in totaal 2 avonden voordat een en ander naar wens draaide. Geen plekken waar de schroeven tegen de tunnels aan liepen, maar over de hele diameter 1 mm speling tussen schroef en tunnel. Je moet toch wat als je geen draaibank hebt.
Vervolgens nam ik de assen onderhanden. De Raboesch koppelingen waren wat langer dan de originele koppelingen, dus moest er een stuk van de as af. Op zich geen probleem, maar nu bleek dat er bij de schroeven een compromis gezocht moest worden tussen a) voldoende schroefdraad voor de schroef en de contramoer en b) de schroef ver genoeg achter in de tunnel. Dit luisterde erg nauw. Uiteindelijk heb ik de contramoeren ongeveer 2mm afgevijld zodat ik iets meer speling had.
De motoren werden voorzien van een motorschot en werden op een bedje van siliconenkit in de romp gelegd. Om de voorkeursrichting van de (tegengesteld draaiende) motoren te compenseren, ligt een van de twee Bühlers andersom in de romp. Zodoende hebben beide motoren vooruit en achteruit dezelfde kracht. Bij deze Bühlers kan dat, omdat ze aan beide kanten een uitgaande as hebben. Erg prettig! Ze zijn geschikt voor 18 volt en lachen om de belasting van een 48mm schroef. Met vol gas en een stilgehouden model in het water trekken ze samen nog geen 3A, en warm worden ze niet. De (kleine) CDI-regelaars kregen een plaatsje in het voorschip, vlak voor de accu. Ik maakte daar een bakje voor waar ze netjes naast elkaar in passen. De bedrading naar de motoren leidde ik via de zijkant van de romp naar de motoren. Tussen de motoren past precies een 12V, 7Ah loodaccu. Voldoende energie voor een paar uur varen en meteen ballast op de juiste plaats. Motoren en regelaars komen overigens van RC-Point in Beugen, een webwinkel waar ik al een aantal jaren trouwe klant ben.
Met het motorisch deel gereed werd het tijd voor de roeren. Het model beschikt over twee (grote) Becker-roeren. Voor diegenen die niet weten wat een Becker-roer is: Aan de achterzijde van het roer zit nóg een flap. Een slimme truc in de roerkoning zorg ervoor dat, als het roer een hoek maakt ten opzichte van de romp, de extra flap eenzelfde hoek maakt ten opzichte van het roer. Zodoende wordt het schroefwater extreem opzij gedrukt, en is het schip nóg wendbaarder. De roeren zaten enigszins vast, wat met een goed gerichte dosis WD-40 op de roerkoningen vrij snel opgelost was. De roerservo was al ingebouwd, en die heb ik een uurtje rustig laten draaien met een servo-tester om te kijken of hij nog inzetbaar was. Toen ik daar eenmaal van overtuigd was,werd het tijd voor een proefvaart. Het filmpje is niet van de allerbeste kwaliteit, (tegelijkertijd sturen en filmen blijft moeilijk!!) maar geeft een impressie waar dit model qua snelheid en wendbaarheid toe in staat is:
Vervolgens richtte ik de aandacht op de “stabilisatie-vinnen”. Ook deze bewogen vrij moeizaam, dus kregen ze eenzelfde behandeling als de roeren. De bedienende servo werd vóór de roerservo ingebouwd. Ik had de roeren en de vinnen op één servo kunnen zetten, maar ik vreesde dat een standaard-servo het dan zwaar te verduren zou krijgen. Beide servo’s zitten met een Y-kabel wel op één kanaal geschakeld. Ik verwacht niet zoveel effect van die stabilisatievinnen, maar het is wel een leuke bijkomstigheid.
Meteen heb ik een vraag: Stel dat die vinnen andersom moeten werken (beide servo’s draaien nu uiteraard dezelfde kant op) kan ik dan gewoon een servo-reverser tussen de ontvanger en de stabilisatie-servo zetten ZONDER dat de roerservo (die rechtstreeks via de andere splitsing van de Y-kabel aan de ontvanger hangt) daar last van krijgt?
Momenteel ben ik bezig aan de vervolmaking van de boeg. Deze is weliswaar redelijk versterkt met glasmat en polyester, maar de bovenzijde is niet vlak. Ik heb ‘m nu versterkt met stukjes ABS en hout en netjes aan de bovenzijde afgevlakt. Op de bovenzijde komt een L-profiel te liggen, waarvan het horizontale deel voorzien is van inkepingen om de bocht van de boeg goed te volgen. Daarop komt straks het voordek te liggen.
Al met al ben ik nu een week of twee bezig met dit model. De volgende meldingen van vorderingen zullen niet zo vreselijk snel komen, maar het is een leuke winterklus.
Welke Smit-boot dit gaat worden? Ik ga geen bestaande boot nabouwen. Tegen de tijd dat ze gereed is, zal ik wel een idee hebben voor een naam. We zien wel...
Bij die overgenomen schepen zat o.a. een romp en half-afgebouwde opbouw van een Smit sleper. De romp was stoffig en vet van een aantal jaren op een plank staan, maar datgene wat de oorspronkelijke eigenaar gebouwd had, had hij netjes gebouwd. Er waren echter een aantal zaken die ik wilde veranderen:
de elektronische aansluitingen waren niet “mijn type”;
er zat te veel speling tussen schroeven en tunnels;
de motoren waren wat krap bemeten;
de cardankoppelingen waren deels defect;
de schroefassen mochten wel wat korter.
Kortom: werk aan de winkel. Als eerste bestelde ik twee 50mm vierbladsschroeven van Raboesch, een linksom en een rechtsom draaiend. Als ik de bladen daarvan iets afvijlde, zouden ze met een millimeter speling in de tunnels passen. Twee Bühlermotoren moesten de Speedmotoren, die er in lagen, vervangen. Zo’n sleper, met Becker-roeren er onder, vraagt uiteraard om apart geregelde motoren, dus twee regelaars werden ook besteld. De bouwer had echter een leuke gadget in de romp gebouwd: twee stabilisatoren aan weerszijden die het overhellen van het schip in een scherpe bocht zouden moeten compenseren. Maar ja, dat moet wel werken: ze waren nog niet aangesloten op een servo.
Kortom: genoeg te doen! Als eerste: demonteren. De motoren er uit, de schroeven, schroefassen, een aantal schotten, elektrische aansluitingen, ik was er een paar weken zoet mee. Voorzichtig werken, want ik had geen idee welke constructies gebruikt waren. Toen alles er uit was wat ik er uit wilde hebben, kon ik beginnen met het opnieuw opbouwen.
Als eerste de (inmiddels gearriveerde) schroeven. Inderdaad drie millimeter te groot om mooi in de tunnels te passen. Een kraspen en de powerfile brachten uitkomst: De kraspen om de juiste diameter in te krassen, de powerfile om de schroeven tot die diameter af te vijlen. Het duurde in totaal 2 avonden voordat een en ander naar wens draaide. Geen plekken waar de schroeven tegen de tunnels aan liepen, maar over de hele diameter 1 mm speling tussen schroef en tunnel. Je moet toch wat als je geen draaibank hebt.
Vervolgens nam ik de assen onderhanden. De Raboesch koppelingen waren wat langer dan de originele koppelingen, dus moest er een stuk van de as af. Op zich geen probleem, maar nu bleek dat er bij de schroeven een compromis gezocht moest worden tussen a) voldoende schroefdraad voor de schroef en de contramoer en b) de schroef ver genoeg achter in de tunnel. Dit luisterde erg nauw. Uiteindelijk heb ik de contramoeren ongeveer 2mm afgevijld zodat ik iets meer speling had.
De motoren werden voorzien van een motorschot en werden op een bedje van siliconenkit in de romp gelegd. Om de voorkeursrichting van de (tegengesteld draaiende) motoren te compenseren, ligt een van de twee Bühlers andersom in de romp. Zodoende hebben beide motoren vooruit en achteruit dezelfde kracht. Bij deze Bühlers kan dat, omdat ze aan beide kanten een uitgaande as hebben. Erg prettig! Ze zijn geschikt voor 18 volt en lachen om de belasting van een 48mm schroef. Met vol gas en een stilgehouden model in het water trekken ze samen nog geen 3A, en warm worden ze niet. De (kleine) CDI-regelaars kregen een plaatsje in het voorschip, vlak voor de accu. Ik maakte daar een bakje voor waar ze netjes naast elkaar in passen. De bedrading naar de motoren leidde ik via de zijkant van de romp naar de motoren. Tussen de motoren past precies een 12V, 7Ah loodaccu. Voldoende energie voor een paar uur varen en meteen ballast op de juiste plaats. Motoren en regelaars komen overigens van RC-Point in Beugen, een webwinkel waar ik al een aantal jaren trouwe klant ben.
Met het motorisch deel gereed werd het tijd voor de roeren. Het model beschikt over twee (grote) Becker-roeren. Voor diegenen die niet weten wat een Becker-roer is: Aan de achterzijde van het roer zit nóg een flap. Een slimme truc in de roerkoning zorg ervoor dat, als het roer een hoek maakt ten opzichte van de romp, de extra flap eenzelfde hoek maakt ten opzichte van het roer. Zodoende wordt het schroefwater extreem opzij gedrukt, en is het schip nóg wendbaarder. De roeren zaten enigszins vast, wat met een goed gerichte dosis WD-40 op de roerkoningen vrij snel opgelost was. De roerservo was al ingebouwd, en die heb ik een uurtje rustig laten draaien met een servo-tester om te kijken of hij nog inzetbaar was. Toen ik daar eenmaal van overtuigd was,werd het tijd voor een proefvaart. Het filmpje is niet van de allerbeste kwaliteit, (tegelijkertijd sturen en filmen blijft moeilijk!!) maar geeft een impressie waar dit model qua snelheid en wendbaarheid toe in staat is:
Vervolgens richtte ik de aandacht op de “stabilisatie-vinnen”. Ook deze bewogen vrij moeizaam, dus kregen ze eenzelfde behandeling als de roeren. De bedienende servo werd vóór de roerservo ingebouwd. Ik had de roeren en de vinnen op één servo kunnen zetten, maar ik vreesde dat een standaard-servo het dan zwaar te verduren zou krijgen. Beide servo’s zitten met een Y-kabel wel op één kanaal geschakeld. Ik verwacht niet zoveel effect van die stabilisatievinnen, maar het is wel een leuke bijkomstigheid.
Meteen heb ik een vraag: Stel dat die vinnen andersom moeten werken (beide servo’s draaien nu uiteraard dezelfde kant op) kan ik dan gewoon een servo-reverser tussen de ontvanger en de stabilisatie-servo zetten ZONDER dat de roerservo (die rechtstreeks via de andere splitsing van de Y-kabel aan de ontvanger hangt) daar last van krijgt?
Momenteel ben ik bezig aan de vervolmaking van de boeg. Deze is weliswaar redelijk versterkt met glasmat en polyester, maar de bovenzijde is niet vlak. Ik heb ‘m nu versterkt met stukjes ABS en hout en netjes aan de bovenzijde afgevlakt. Op de bovenzijde komt een L-profiel te liggen, waarvan het horizontale deel voorzien is van inkepingen om de bocht van de boeg goed te volgen. Daarop komt straks het voordek te liggen.
Al met al ben ik nu een week of twee bezig met dit model. De volgende meldingen van vorderingen zullen niet zo vreselijk snel komen, maar het is een leuke winterklus.
Welke Smit-boot dit gaat worden? Ik ga geen bestaande boot nabouwen. Tegen de tijd dat ze gereed is, zal ik wel een idee hebben voor een naam. We zien wel...
Laatst bewerkt: