Bouw van een Nemere 1:5

Het begon met de Nemere

In deze uiterts interessante draad wordt een paar keer gesproken over de circelvormige luchtstroom rondom de vleugel. Voor alle duidelijkheid kan je beter spreken van de circulatie om de vleugel.
Ludwig Prandtl heeft in 1918 een theoretisch model ontwikkeld hoe de liftverdeling over een eindige vleugel berekend kan worden. Tot op de dag van vandaag gaan de vleugelontwerpers uit van deze zgn. Traglinientheorie (zullen we dat in het Nederlands maar liftlijntheorie noemen?), in het Engels Lifting Line Theory, zoals gebruikt in XFLR5. Aan het eind van dit stuk zal ik zeggen wanneer je in XFLR5 niet de LLT- maar de VLM-theorie moet gebruiken.

Prandtl heeft het volgende model bedacht:
Hij gaat ervan uit dat er twee luchtstromen bestaan:

1.de circulatiestroom, die exact de vorm van het gekozen profiel volgt, de luchtstroom begint bij de neuslijst, gaat vervolgens via de bovenkant naar de achterlijst, vervolgens via de onderzijde wee naar de neuslijst. In het hierna volgende gaat het alleen nog maar over deze circulatiestroming, niet over het materiele profiel.
Het middelpunt van de circulatiestroom wordtgevormd door de t/4-koorde.
Deze ciculatiestroom geldt voor de gehele eindige vleugel, maar daar waar de vleugel eindig wordt, de tip, wordt deze circulatiestroming beinvloed door een anders gerichte circulatiestroom. Maar daarover later meer.

2. Als een vleugel zich voorwaarts beweegt (volgens Prandtl als de circulatiestroming zich voorwaarts beweegt), zal de stroming de horizontaal gerichte lucht raken. Omdat de circulatiestroom een bolling aan de bovenkant heeft (dat kennen wij als de bovenkant van het profiel), zal de horizontale stroming boven de bolling ingedrukt worden (= overdruk), links en rechts beneden naast de bolling ontstaat onderdruk: er ontstaat een naar boven gerichte kracht: LIFT!
Aan de onderkant van de circulatiestroming gebeurt precies het tegenovergestelde: er ontstaat een naar bovengerichte kracht: alweer LIFT!

Aan de tippen draait de circulatiestroming 90 graden om en gaat ahw. vanuit de onderkant draaiend de bovenkant rakend loodrecht naar achteren. Deze aldus ontstane stroming wordt vrije werveling genoemd (de stroming rondom de vleugel wordt ook wel gebonden werveling genoemd).

Deze vrije werveling beinvloed de gebonden werveling, maw. de lift wordt beinvloed, in het midden van de vleugel (waar de romp zit) nauwelijks, maar hoe meer je naar de tip gaat, hoe groter de beinvloeding is. De lift naar de tip toe wordt dus steeds minder.

Een andere Duitse aerodynamicus, Multhopp, heeft in 1938 de theorie van Prandl omgezet in een dimensieloze circulatieberekening, waarbij hij de de vleugel beschouwde als een aantal profiellijnen (eta's), die, als je 15 van deze eta's berekende, voldoende informatie gaf over de liftverdeling van de gehele vleugel.
Kijk maar in Nurfluegel, waar je deze lijnen kunt oproepen. Wij kunnen nu zonder problemen met een druk op de knop 127 eta's uit laten rekenen, in vroeger tijden moest men per eta een zeer rekenintensieve berekening uitvoeren, men was vroeger voor de 8 eta's (ze bouwden liever symmetrische vleugels) dagenlang aan het rekenen.

De vleugel die je in XFLR5 ziet is dus in feite de circulatiestroming!

Een andere Duits aerodynamicus, Truckenbrodt - lastig al dat Duits, je zou eigenlijk iemand moeten kennen die goed is in Duits (!)- noemde deze theorie met twee stromingen de Grenzschichttheorie (grenslaagtheorie), de circulatiestroming zorgt voor de (wrijvings-)weerstand, als je die weg zou kunnen krijgen, wordt de vleugel effectiever.
Men heeft vroeger al geprobeerd deze laag weg te zuigen!! (de Fieseler Storch AF-2) en nu is men met de Airbus A-320 met hetzelfde bezig!

Interessant!!!

Een laatste opmerking: in XFLR5 kan je de LLT (circulatiestroming) laten berekenen, deze is veel nauwkeurig dan de vortex-berekening (VLM). Gebruik de VLM alleen in de volgende gevallen:
1. laag strekkingsgetal (keline slankheid)
2. grote pijling
3. grote v-stelling
 
Leuk mannen! Moeten we het topic titel niet eens aanpassen?!

Maarhe, uit Soest zie ik. Mmm, is hier sprake van ernstige "kartelvorming"?!;)

Volgens mij zijn Arthur, Dirk en Nietoperz lid van dezelfde vereniging?
 
Berrie,

Je mag alles tegen mij zeggen. Als het heel bot wordt hou ik er gewoon mee op. Maar ik heb een dikke huid. ;)

Die gebruik je om het aantal G's uit te rekenen bij een zo krap mogelijke looping bij een bepaalde snelheid. Da's een aardigheidje in de Excelsheet van C. Baron.
Dit is in naar mijn één correcte benadering.
Ik benader het anders.

Bemande kisten zijn ontworpen voor 5 G (normale thermiekkisten die gelierd kunnen worden) tot zo'n 7 G (de piloot raakt bewusteloos). Daarbij hanteert men meestal een veiligheidsfactor 1,5. Kom je uit op 7,5 resp. 10,5 G. Ik hanteer een veiligheidsfactor van 2 (wij kunnen de snelheid niet meten, zitten niet in de kist, zien en voelen hem niet zo). Kom je op 10-14 G. Dynamic Soaring is wat anders, dat neem ik niet mee. Door gewone lift (heel hard vliegen, en dan full up) kom je niet op zoveel G's.
F3BJF kisten zijn tegenwoordig berekend op 20 tot soms wel 50 G.
Als ik een kist bouw die bestand is tegen 20 G, zit ik altijd goed. Zolang ik maar niet eerst 500 m loodrecht naar beneden kom en dan full up trek. Maar gezond verstand heb je zowiezo nodig bij vliegen ...

Overigens kun je die G's ook uit die flight template halen (jouw benadering).

Ik ben het niet eens met je opmerking ... De vleugelmassa telt niet mee, die draagt zichzelf.
Toch is het bij benadering wel zo. De verschillen zijn te verwaarlozen t.o.v. de andere G's (misschien komt er wel 1 G bij, maar geen modelbouwer kan met zo'n nauwkeurigheid bouwen dat dat het verschil tussen wel/niet breken uitmaakt). Kortom je veiligheidsfactor vangt dat wel op.
Overigens, de massa-assymmetriën zijn het grootst bij grote tapsheid, maar in dat geval is ook de lift volgens dezelfde assymmetrie verdeeld.
De romp-massa, en de lierkracht en krachten (klappen) tijdens de landing, dat zijn de grote assymetriën. Bij grote tapsheid lukt het je nauwelijks meer om een ellipsvormige lift te creëren. :(

Lijkt me overigens wel ideaal, dan hoeft een vliegende vleugel nooit een ligger.... tenmiste als de massaverdeling optimaal is.
Een vliegende vleugel is in vele opzichten ook ideaal.

C. Baron maakt hier ook geen onderscheid in. Zijn Excelsheet vraagt gewoon om de totaalmassa.
Ik ken dan Excelsheet niet (nog niet, ben ik bang ;)), maar ik denk dat dat sheet vooral de totale lift berekent t.o.v. de totale massa. Dat is belangrijk voor de piloot en de straal van de bocht, maar niet (c.q. veel minder) voor de buigbelasting op de vleugel.

En jij mag het weer oneens zijn met mij!
Bij deze wordt u op uw wenken bediend. ;)

De aannames zijn vereenvoudig. Zo grijpt 1/2 F niet exact aan op 1/4S, maar dichter bij de wortel.
De aannames zijn inderdaad vereenvoudigd. Strikt genomen ligt het aangrijpingspunt voor de lift van elke vleugel op 25% van de Mean Aerodynamic Chord (MAC). Voor normale vleugels meestal rond de de 40% van de spanwijdte van 1 vleugel (halve spanwijdte dus).
Rekenen met 50% is dus opnieuw een onnaukeurigheid aan de veige kant (je krijgt in je berekening een grotere buigbelasting dan in de werklijkheid).

De versnelling van de zwaartekracht niet 10, maar 9.81 en nog wat geloof ik.
Klopt, maar 2 decimalen vind ik zat als ik toch met een safety-factor van 1,5 of zelfs 2 reken...

Ook is het spanningsverloop in een cap niet evenredig verdeeld, maar zal aan de uiterste vezelafstand groter zijn dan dichter naar de kern .....
Op jouw hele verhandeling van buigbelasing binnen een ligger of balk moet ik nog eens even goed studeren. Ik heb ook nog wat geGoogled, en daar kom ik wel stukken tegen die sterk lijken op wat jij hier zegt. Het is in ieder geval een heel andere benadering dan de manier waarop ik ermee omga.

Houdt er wel rekening mee dat ik 100% auto-didact ben. Ik heb geen werktuigbouw oid. gedaan (wel HEAO) ik heb alles zelf uitgezocht in oude boeken van mijn vader en internet. Maar mijn constructietechnische achtergrond heeft zeker een gemis aan theoretische achtergrond.

Wat ik wel vreemd vind aan jouw werkwijze is dat je de ligger opsplist in 2 stringers, waarbinnen je weer interne momenten en/of spanningen gaat berekenen. Mijn bedenkingen hiertegen zijn: in mijn benadering bestaat die ligger uit één geheel (2 stringers + afstandhouder/tussenstof) als je dat gaat opsplitsen kun je wel bezig blijven. Waarom splits je elke stringer dan niet weer op in twee sub-stringers (en waar leg je dan de grens, wat is de tussenstof, ...).
In mijn ogen houdt mijn formule al rekening met het feit dat de buitenste vezels meer belast worden dan de binnenste. Dat zie je goed als je de stringers gaat verdikken.

Voorbeeld:
* Ligger:H=20, h=16, b=10
Wb=406,67
* Maak stringers 3 mm, tussenstofhoogte onveranderd (aan de buitenkant van de ligger voeg je dus 2x1 mm toe)
H=22, h=16, b=10
Wb= 682,5 (+67,8%)
* Maak stringers 3 mm aan de binnenkant (aan de binnenkant voeg je 2x1 mm toe, tussenstof 2 mm dunner)
H=20, h=14, b=10
Wb=625.71 (+53,8%)
Hier zie je volgens mij goed dat vezels aan de buitenkant harder werken dan binnenin, Toevoegen aan de buitenkant levert 14% meer op, omdat die buitenste vezels buiten harder werken.

Maar ik blijf nog wel met een aantal vragen zitten over je uitleg. Je begint je verhaal met "We hebben twee momenten. Een extern moment en een intern moment". Je verklaart (±) het externe moment, maar wat dat interne moment nou is ... (daar zeggen mijn HEAO-boeken niets over :confused:).
Ik zou het wel kunnen waarderen als je mij daarover een goede site of anderzijds uitleg kunt verschaffen. Misschien moet dat stuk van de discussie even via privé-berichten lopen, om na afloop op dit forum een goed (voor iedereen) te hanteren "werkvoorschrift" te presenteren.

(De aannames maken wel een evenredige verdeling van spanning mogelijk. En als je gaat nadenken over de ECHTE max. toelaatbare spanningen tast je in het duister...... Elk latje hout is weer anders)
Helemaal mee eens. Daarom: niet te nauwkeurig rekenen. Materiaaleigenschappen aan de lage kant schatten, constructiebelastingen aan de hoge kant. Reken niet nauwkeuriger dan je kunt bouwen.

overigens moet je met een grenen ligger misschien nadenken of je de bovenste cap dikker wil maken dan de onderste. De bovenste cap staat op drukbelasting. De max. drukspanning toelaatbaar is beduidend lager dan de max. trek.
Inderdaad, van vrijwel alle door ons gebruikte materialen is de max belastbaarheid op trek (veel) groter dan die op druk. Toch maak ik mijn liggers symmetrisch.
In vlucht: een profiel kan (o.h.a.) veel meer positieve lift leveren dan negatieve. Cl-max is vaak wel 2x zo groot als Cl-min (max. neg. lift). Als je ligger is gedimensioneerd op de max. druk die in de bovenste stringer optreedt, en vervolgens symmetrisch is gemaakt (onder dus even dik) (dat is voor positieve vliegsituaties dus eigenlijk niet nodig), dan kan een buitenlooping probleemloos worden doorstaan, want de max lift die daarbij optreedt is veel kleiner dan bij een gewone looping.
Een andere belastingssituatie treedt op bij de landing. De klappen (vleugel wordt naar beneden belast) kunnen aanzienlijk zijn. Hoe groot? Geen enkel idee! Wel weet ik dat mijn vleugels nog nooit overleden zijn door een harde (maar verder nette) landing op de romp (ik praat niet over een tip eerst aan de grond). En ze hebben (afgelopen zomer nog in Frankrijk) soms harde klappen meegemaakt.

Pffff. dat was hij weer ;). Het wordt een heel boekwerk zo....
Wel leuk.
Gr. Dirk
 
Leuk mannen! Moeten we het topic titel niet eens aanpassen?!

Maarhe, uit Soest zie ik. Mmm, is hier sprake van ernstige "kartelvorming"?!;)

Volgens mij zijn Arthur, Dirk en Nietoperz lid van dezelfde vereniging?

Klopt, maar dat maakt he er niet minder leuk om. Toch?!

Dirk.
 
... lastig al dat Duits, je zou eigenlijk iemand moeten kennen die goed is in Duits (!)-
..........
Men heeft vroeger al geprobeerd deze laag weg te zuigen!! (de Fieseler Storch AF-2) en nu is men met de Airbus A-320 met hetzelfde bezig!

Berrie,
Die 'verdomde' "Nietoperz" is leraar Duits aan een middelbare school!!!!
Tismaardatuhetweet. Verder weet hij best nog wat meer, zoals je hier kunt lezen. :rolling:

Allen,
Over grenslaagafzuiging staat in de laatste "Aufwind" (die ik gisteren in de bus kreeg) een heel artikel van Hartmut Siegmann (www.aerodesign.de). Strekking: veel mee te bereiken, maar moeilijk toepasbaar. De kleine afzuiggaatjes verstoppen door vuil.

Rob,
Tot vanavond.

Gr. Dirk.
 
Leuk mannen! Moeten we het topic titel niet eens aanpassen?!

Maarhe, uit Soest zie ik. Mmm, is hier sprake van ernstige "kartelvorming"?!;)

Volgens mij zijn Arthur, Dirk en Nietoperz lid van dezelfde vereniging?

Ik verkeer nog steeds in de veronderstelling dat er straks de ideale, goedmoedige etc. vleugel voor mijn Nemere uit komt rollen. Maar er zit zeker voer in voor een 'sticky' - als alle methodes en voor en nadelen straks op een rijtje staan.

Vanavond (vrijdagavond = clubavond) gaan we inderdaad waarschijnlijk wel verder praten over de Nemere. Maar dit draadje is als eerste ontstaan op MBF, ik heb Dirk er pas op gewezen nadat ik een video gestuurd kreeg van de 'verdraaing' in de vleugel van een roofvogel en Nietoperz heeft het draadje waarschijnlijk ook via het MBF gevonden.

Nog even over de ligger-opbouw. Op http://www.schneider-modell.at/ vind je een 1:4 Nemere. Die is dus nog een meter groter met 5 meter spanwijdte. Toch is de ligger heel simpel: boven en onder een 5 * 10 vuren latje, dan met 2 zijkanten van triplex. Dat lijkt gezien jullie berekeningen enorm ondergedimensioneerd.

Het verschil is misschien te verklaren uit het rekenen aan alleen de ligger. De D-Box beplanking doet nauurlijk ook mee in het verhaal?

b124-holm.jpg


(De ligger wordt in het begin wel opgevuld met aluminium en doet dan ook dienst als vleugelverbinder)

Hier zie je dat de ligger heel simpel is; er zit zelfs geen 'verjonging' in.

b126-fluegel.jpg


Maar wat me bevreemdt is dat deze ligger 30% kleiner gedimensioneerd is dan de mijne (10*5 ipv 14*5) terwijl het om een groter vliegtuig gaat. Uit jullie reacties begreep ik eigenlijk dat die 14*5 voor mijn 4 meter Nemere eigenlijk al aan de krappe kant was? De fabrikant geeft voor deze 1:4 Nemere ook nog eens een stevige 8.5 KG gewicht aan.


Arthur
 
Laatst bewerkt:
Hey Arthur,

Ik volg je bouw met heel veel interesse en plezier!!
De vleugel ziet er al goed uit ( kom ik dan met mijn Eon ;) ) haha

Gr
 
En, Arthur, om het verschil in ligger uitvoering nog groter te maken: HQ3/12 is 12% dik en bij de 5mtr zwever is een 9.2% dik profiel toegepast. Dat maakt de verhoudingen nog eens veel ongunstiger. Ik geloof niet dat je deze zwever aan de lier moet hangen....

Ongetijfeld zal de D-box meewerken. Maar voor hoeveel?!? Dat weet ik niet.

vraagje: weet je hoe ver de aluminium strip de ligger in loopt?

Dirk, misschien helpt het als je weet waar het weerstandsmoment tegen buiging vandaan komt. Ik vindt het knap dat je als autodidact zo ver komt. Ik ben geen autodidact. Heb wel e.a. aan technische opleiding, al dan niet half slapend, doorlopen. En zelfs met de technische opleidingen vindt ik het nog moeilijk.

Ik zal proberen je duidelijk te maken, aan de hand van een rechthoekige ligger, waar het weerstandsmoment nu vandaan komt. (In de div. technische handboeken is het Wb daarvan te vinden als 1/6*b*h^2)

(ik doe dit nog even niet via je mail Dirk, ik vindt een openbare diskussie belangrijk, en ik denk dat met onderstaande uitwerking alles duidelijk wordt)

1) Allereerst de situatie. Een rechthoekige ligger met een hoogte "h" en een breedte "b", Ook is er een spanningsdoorsnede getekend. Uiterste vezel heeft de maximale spanning. In het hart van de ligger is geen trek of drukspanning. (= neutrale lijn)
Afbeelding_10.jpg


2) We zoomen wat in op de spanningsdoorsnede. De enige onbekende in dit verhaal is de grote van de spanning (Sigma). De hoogte "h" is in 6 stukjes opgedeeld. Daar maak je straks gebruik van.
Afbeelding_11.jpg


3) Het weerstandsmoment tegen buiging is opgebouwd uit: kracht*arm. Deze formule kent iedereen wel als het moment. Omdat dit moment in de doorsnede van de ligger zit noemen we dat het "inwendig moment". (Hoe groot dit moment kan worden hangt dus af van de grootte van de kracht en de lengte van de arm. De grootte van de kracht hangt af van het oppervlak en de maximaal toelaatbare spanning.)
De kracht is hier opgebouwt uit de oppervlakte van de halve spanningsdoorsnede en de breedte van de ligger. (oppervlakte van de halve spanningsdoorsnede = gemiddelde spanning)
Afbeelding_12.jpg


4) Goed, met bovenstaande weten we hoe groot de kracht is. Nu nog de arm.
De kracht grijpt aan in het zwaartepunt van de driehoekige spanningsdoorsnede. Vandaar het verdelen van "h" in 6 stukjes. Te zien is de bovenste helft van de spanningsdoorsnede. Onder de neutrale lijn ligt nog zo'n deel. Twee keer een armpje van 2/6 geeft een arm van 4/6.
Afbeelding_13.jpg


5)We hebben nu een kracht en een arm! De uitwerking is in onderstaande afbeelding te zien.
Afbeelding_14a.jpg


6) [edit]
wat hiet stond klopte niet. Zie verklaring in post 54
[edit]


Overigens heeft Helmut Q. een uitgebreide uitleg over holmberechnung:

http://www.hq-modellflug.de/theory contributions/diamant plus holmberechnung.doc
 
Laatst bewerkt:
En, Arthur, om het verschil in ligger uitvoering nog groter te maken: HQ3/12 is 12% dik en bij de 5mtr zwever is een 9.2% dik profiel toegepast. Dat maakt de verhoudingen nog eens veel ongunstiger. Ik geloof niet dat je deze zwever aan de lier moet hangen....

Ongetijfeld zal de D-box meewerken. Maar voor hoeveel?!? Dat weet ik niet.

vraagje: weet je hoe ver de aluminium strip de ligger in loopt?

Hoi Berrie,

Ik heb nog eens goed gekeken naar de afbeeldingen op die site en ik denk dat ik het fout gezien heb. :nooo:

Er worden als ik goed kijk niet 1 maar 2 van deze vuren latjes gebruikt. De buitenste stopt bij de wortelrib. De binnenste loopt nog een stuk door en vormt zo (in combinatie met dat stuk aluminium) de vleugelverbinder.

Ik weet niet of die tweede lat over de hele lengte van de vleugel 'dubbel' loopt. Maar in ieder geval praten we dus niet over 10 * 5 maar eigenlijk over 10*10 (boven en onder). En in combinatie met de verkasting van 3 mm dus eigenlijk 16*10.

Verdere details over die Nemere 1:4 heb ik niet, ik ben via Prop-Er bij toeval op die site gestuit. Hoewel het plaatje wat ik gevonden heb - een scan van een 3-view uit het boek van Simons - wel van die site afkomstig was, was ik niet op de hoogte van deze firma; en mijn doel is ook niet 'hun' versie na te bouwen.

Aangezien ik voor het eerst een vliegtuig vanaf tekening 'construeer' is het erg handig dat ik kan kijken hoe zij dingen hebben opgelost, maar het gaat me te ver om onder 'valse voorwendselen' navraag naar de constructie te doen.

Gisteren op de club heeft Dirk de vleugel (en het stabilo + kielvlak) in XFLR5 gezet. De resultaten zijn nog niet eenduidig, er wordt nog aan gewerkt en een hoop gediscussieerd, o.a. met Nietoperz...
Uiteindelijk doel is een voorstel voor de vleugel: profielen, instelhoek, verdraaiingen dat een goedmoedig startende en vliegende zwever oplevert.

Arthur
 
Laatst bewerkt:
Gisteren op de club heeft Dirk de vleugel (en het stabilo + kielvlak) in XFLR5 gezet. De resultaten zijn nog niet eenduidig, er wordt nog aan gewerkt en een hoop gediscussieerd, o.a. met Nietoperz...
Uiteindelijk doel is een voorstel voor de vleugel: profielen, instelhoek, verdraaiingen dat een goedmoedig startende en vliegende zwever oplevert.

Ik ben nieuwsgierig naar de uitkomst. Daarnaast ben ik ook nieuwsgierig naar de zaken die niet als "eenduidig" worden ervaren. Dat lijkt me erg leerzaam, het moet een leuke diskussie zijn geweest!
 
Berrie, Arthur,

Ik ga op deze laatste 2 berichten zeker nog reageren, maar ik moet jullie geduld even op de proef stellen. :(
1. Vanavond heb ik geen tijd. Ik heb thuis een server draaien, en die heeft hoognodig enig groot onderhoud nodig. Dat staat voor vanavond op de planning.
2. Morgen moet ik een kennis helpen met het (af)bouwen van een computer en windows en de hele reutemeteut ....

Als alles woensdag af is ....

Gr. Dirk.
 
Goed, hoewel dit draadje niet meer gebruikt wordt, en derhalve eigenlijk niet meer interessant is heb ik toch een paar wijzigingen aangebracht. Ik heb in mijn enthousiasme te makkelijk de vereenvoudiging in het "weerstandsmoment" aangebracht.

Deze:
het-modelbouwforum-op-de-club
diskussie heb ik nog steeds in mijn hoofd en voel me er nog altijd niet lekker bij. Jammer dat ik niet weet hoe het nu verder gegaan is met de Nemere. Omdat ik zeker niet bewust verkeerde informatie de wereld in wil sturen volgt nu een kleine rectificatie.

1) in post 39 en 48 heb ik de verkeerde dingen weggehaald. Het heeft m.i.z. geen zin hier dieper op in te gaan. Ik kwam erachter dat het fout was toen ik een controleberekening losliet op de reststerkte van mijn Supraligger welke over was van de crash afgelopen nazomer. Hoe leerzaam kan een crash zijn.......... Maar daarover binnenkort meer in het bouwdraadje van de Supra.

2) Zowel over het aerodynamische vraagstuk, alsmede het onstructieve vraagstuk dat Arthur hier naar voren bracht heb ik bijgeleerd de afgelopen tijd.

De boekenserie "Das segelflugmodell deel 1 t/m 3" heeft over sommige zaken verheldering gebracht. Het is een verouderde serie, maar heeft me desondanks toch e.a. bijgebracht.

Vooral de opbouw van de houten ligger wordt in deel 2 uitgebreid behandelt. Als Dirk of Arthur behoefte heeft deze materie te lezen wil ik met alle liefde deze hoofdstukken kopieren en opsturen. (even een PBtje en het is geregeld)

De aerodynamica uitleg in de boeken was verhelderend. Nog steeds kan ik niet HET antwoord op de vragen hier gesteld uit mijn mouw schudden. Maar door dit boekje te lezen lijken sommige zaken minder diskussie waard.

Graag zou ik eens vernemen hoe het met de Nemere staat.
 
Laatst bewerkt door een moderator:
Hoi Berrie,

Ik zou zeker niet willen zeggen dat dit draadje niet meer nuttig of interessant is. Ik heb al een tijd in mijn achterhoofd dit draadje nog eens uit te pluizen en de draad weer op te pakken.

Dit voorjaar is mijn dochter geboren, dat heeft de focus (en de beschikbare tijd) even behoorlijk op andere zaken gelegd. Ook ben ik in de tussentijd verhuisd naar een tijdelijke woning. Maar dit najaar verhuis ik definitief, er komt dan ook een hobbykelder en het wordt weer bouwwinter... dus die Nemere komt er uiteindelijk wel!

Ik ben nog steeds zeer geïnteresseerd in de correcte berekening van de vereiste en gegeven liggersterkte - en ook het profiel van de Nemere ligt nog niet vast.

Om te beginnen ga ik eerdaags dit draadje nog eens doorlezen - maar daarnaast ben ik zeer geïnteresseerd in verdere theoretische achtergronden!

MVG
Arthur
 
afstellen zwaartepunt zwever

hallo allemaal!

kan iemand me helpen met het bepalen van mn
zwaartepunt bij mijn robbe prisma electro zwever?
dit ivm plaatsing batterijen.
en ik heb er een robbe 500/21 7,2v planeta in zitten,
tot welk voltage is het nog verandwoord?

bvd jack
 
Jack,

Die zwever, noch de motor ken ik. En ik kon er ook geen info over vinden via Google.
Ik heb ook geen idee over jouw vliegervaring. Heel essentieel bij het invliegen van een nieuwe kist of sterk gewijzigd zwaartepunt.
Staat er niets over in de documentatie?
Ook als de zwever niet voor elektro bedoeld was, zal het zwaartepunt hooguit een beetje veranderen, maar dezelfde plek als in de pure zwever-versie zal goed vliegbaar blijken.
Houdt er wel rekening mee dat niemand 100% identiek aan de tekening bouwt. Jouw instelhoek zal best een paar tienden van graden anders zijn, en dat verschil merk je. Een ervaren piloot kan dat opvangen, de kist weer heel landen, en aanpassingen maken/voorstellen.

Ik raad je daarom aan om bij een club hulp te zoeken. Daar zitten mensen met vliegervaring die jou moeten kunnen helpen.

Over die motor: voltage is niet zo belangrijk. Stroom (ampères) des te meer.
Als je het voltage hoger maakt, wordt de stroom (veel sneller) groter. Door een kleinere prop te nemen (diameter en/of spoed) kun je weer op een lagere stroom uitkomen. Als een motor goed door lucht gekoeld wordt, kan hij meer hebben. Bij een koolborstelmotor de luchtstroom zo goed mogelijk richten op de koolborstels, daar onstaat een groot deel van de warmte. Koellucht door de motor heen werkt ook goed.
Als vuistregel kun je aan houden dat als je de motor na 1 minuut looptijd (onmiddelijk erna, niet pas na 10 min. koelend zweven) nog met de blote hand kunt vasthouden, is het nog goed (ook als het nog maar net kan ....).
Meestal is 1 NiCad-cel meer als wat op de verpakking staat nog wel te doen. MITS goed gekoeld!

Succes,
Dirk.
 
Back
Top