Bouwverslag Luxemotor Janna Helena.
Al lange tijd loop ik met de wens eens iets anders te bouwen dan een sleper, opduwer of soortgelijke werkschepen. Ik heb dan ook een aantal jaar geleden al de tekeningen gekocht van de Luxemotor Janna Helena. Ondanks het feit dat ik nog een bouwpakket heb liggen van de Torbin (en sinds kort) de Zwarte Zee, heb ik toch besloten eerst voor de Janna Helena te gaan.
De Janna Helena.
De Janna Helena is een Luxemotor, gebouwd op de werf van de gebroeders Coops in Hoogeveen, voor J. Smits uit Stad aan het Haringvliet, later Rotterdam. Waterverplaatsing 150,049 ton, 31,42 x 5,38, brandmerk 3251 B ROTT 1928. Te water gelaten op 24 mei 1928. IVR 2303251.
Een Hollandia 70 pk is de eerste motor, later 1967? kwam de Kromhout n 13689 type 2H3 80 pk erin en in 1992 een DAF, DS 575 100 pk, (bouwjaar 1970) en die staat er nog steeds in.
De lange laadboom was om zand en grind te kunnen overslaan. In 1951 geeft de meetbrief aan dat er 50 ton laadvermogen bij is gekomen. De gangboorden en de den zijn verhoogd. In 1963 staat het schip geregistreerd op naam van Jaap Romijn, Ridderkerk onder de naam Elisabeth. In 1971 op naam van J. Schouten, Rotterdam onder de naam Jadi.
In 1987 komt door een sloopregeling het schip in bezit van een scoutinggroep, Graaf Floris V, in Heemskerk. Het laadvermogen is door een vast dak over het ruim teruggebracht tot 32,482 ton. De naam Jadi (Jan en Dinie) blijft gehandhaafd, ook als het schip in 1999 overgaat naar scouting Thor Heijerdaal in Heemskerk. Later gaat het schip over naar scouting Don Bosco in Uitgeest.
Uiteindelijk blijkt het voor de scouts niet haalbaar om het schip als wachtschip in de vaart te houden en het wordt verkocht aan ons (???) in oktober 2015. Wij willen er een varend recreatieschip van maken voor gezin en vrienden. De nieuwe naam is Liefde.
De Liefde 2023
In begin 2023 is het schip opnieuw verkocht, de gegevens van de eigenaar zijn mij niet bekend, net zo min als een eventuele nieuwe naam. Ik wil hier nog wel even induiken.
Oorspronkelijk vaargebied Oorspronkelijk soort vracht
Rijn. Zand en grind
Bron: LVBHB
Tijdlijn Janna Helena
# Jaar. Scheepsnaam Eigenaar
1. 1928 Janna Helena. J. Smits in Stad aan het Haringvliet
2. 1948 Janna Helena. J. Smits in Rotterdam
3. 1959 Marinus S.M. de Wachter in Stad aan het Haringvliet
4. 1961 Elisabeth J. Romeijn in Rijsoord
5. 1970 Jadi J. Schouten in Rotterdam
6. 1984 Nagelkerke Stichting Graaf Floris V in Heemskerk
7. 1987 Jadi Stichting Graaf Floris V in Heemskerk
8. 1999 Jadi Scouting Thor Heijerdaal in Heemskerk
9. ? Jadi Scouting Don Bosco in Uitgeest
10. 2015 Liefde ?
11 2023 ?? ??
Bron: Vereniging de Binnenvaart
De Luxemotor
Zo heet dit type vrachtschip dat vanaf de Eerste Wereldoorlog werd gebouwd en in de vijftiger en zestiger jaren een nog zeer bekende verschijning was op het binnenwater. De wat vreemde naam dankt dit scheepstype aan het feit dat hiermee voor het eerst een motorschip werd ontworpen en geen zeilschip. Voor het eerst kreeg de schipperse ook de luxe van een kajuit met kombuis, slaapkamer en WC gescheiden van het werkgedeelte. Die WC mag genoemd worden, want op de zeilschepen vonden de schippers een WC overbodig. Die nam alleen maar ruimte in. Bij de luxe motor heeft de schipper voor het eerst een beschut stuurhuis pal boven de machinekamer. Bij de zeilschepen was eigenlijk geen plaats voor een scheepsmotor. Daar stond de schipper aan het roer, helemaal achterin en was de roef voor hem. De motor, als die er al was, stond tussen de roef en het ruim. De bediening van de motor was indirect door de grote afstand tussen de stuurstand en de scheepsmotor. Veel schippers wilden niet zo'n stinkende diesel in de kajuit hebben staan.
Er waren er die een zijschroef gebruikten, een vlerk genaamd. Dan stond de hulpmotor op het voordek en werd aan stuurboordszijde met een haakse schroefas een schroef aangedreven die in- en uit het water kon. Die aandrijving was echter kwetsbaar en het schip kon eigenlijk alleen een bocht naar bakboord gemakkelijk maken. De vlerk was een noodoplossing. Bijzonder is, dat de eerste luxe motorschepen alleen verzekerd konden worden, als ze ook een zeiluitrusting hadden. Dat is pas veranderd in 1925. Tot die tijd zag je luxe motors met zijzwaarden en een volledig tuig en ook de Allegonda op de foto heeft op het voordek, voor het ruim, een flinke mastkoker waar ongetwijfeld ooit een mast met een hulpzeil in heeft gestaan. De afgelopen vijftig jaren is de luxe motor als vrachtschip van het water verdwenen, het schip kon slechts ruim 100 ton vracht vervoeren, maar nog steeds zijn er vele liefhebbers te vinden die een luxe motor ombouwen tot een jacht, voor de pleziervaart. Voor hun is het echter vervelend, dat de wetgever allerlei nieuwe eisen stelt aan schepen op het binnenwater die langer zijn dan twintig meter. Zorgeloos varen met een luxe motor is er ook voor hun niet meer bij.
Bron: Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten
Het model
Voor het model maak ik gebruik van de tekeningen van de Janna Helena van de NVM. In het totaal bestaat de set uit twee tekeningen en een bouwbeschrijving uit de Modelbouwer van december 1989 en verder.
De tekeningen zijn 1:50. In deze schaal ga ik ook bouwen. Tussen de tekening met het algemeen plan en de spanten en lijnentekening zit een verschil van ca 6 mm. Dat wordt overigens ook vermeld in de bouwbeschrijving. Waar echter de bouwbeschrijving uitgaat van het algemeen plan en de spanten op basis daarvan plaatst ga ik uit van de spanten en lijnen, omdat deze het dichtst bij de schaal zit. Overigens is bij de bouw van een “schaal"model van een dergelijk binnenvaartschip de schaal nogal relatief, want geen enkele Luxemotor is gelijk aan een andere.
Ik heb lang zitten dubben over te toe te passen bouwwijze en heb er uiteindelijke voor gekozen te bouwen met een mix van stapelbouw en en bouwen op spant. De kop en de kont worden gestapeld en het middenschip op spant. Dit is een voor mij praktische en economische keuze omdat ik nog zeer veel grenen latjes van 2x5 mm heb liggen is het zonde om nieuw hout aan te schaffen. Omdat dit hout niet echt lekker te buigen is in krappe bochten heb ik dus voor kop en kont gekozen om te stapelen. Omdat de waterlijnen getekend zijn op 5 mm heb ik 5 mm dik multiplex aangeschaft.
Voorbereidingen
Zoals gewoonlijk zijn spanten en lijnen als halven getekend. Om deze om te werken naar helen ben ik met scanner en tekstverwerker aan de gang gegaan. Om bijvoorbeeld de spanten voor beide boorden te krijgen heb ik de spantentekening gescand na eerst op de tekening maatlijnen gezet te hebben en als foto in de tekstverwerker ingeladen. Door dit als foto te doen is het mogelijk om dmv diagonaal uitrekken de foto te schalen en met de linialen in de tekstverwerker kan je de maatlijnen meten. Dan print je het origineel en kan je vervolgens de foto spiegelen en kan je de gespiegelde spanten printen. Als je deze over de hartlijn uitsnijdt kan je vervolgend de gespiegelde aan elkaar plakken en heb je een volledig spantenraam. Voor de waterlijnen doe je hetzelfde.
Vervolgens kopieer je alles in de gewenste hoeveelheid en je kan verder.
Dit wordt natuurlijk vervolgd.
Groet,
Maarten
Al lange tijd loop ik met de wens eens iets anders te bouwen dan een sleper, opduwer of soortgelijke werkschepen. Ik heb dan ook een aantal jaar geleden al de tekeningen gekocht van de Luxemotor Janna Helena. Ondanks het feit dat ik nog een bouwpakket heb liggen van de Torbin (en sinds kort) de Zwarte Zee, heb ik toch besloten eerst voor de Janna Helena te gaan.
De Janna Helena.
De Janna Helena is een Luxemotor, gebouwd op de werf van de gebroeders Coops in Hoogeveen, voor J. Smits uit Stad aan het Haringvliet, later Rotterdam. Waterverplaatsing 150,049 ton, 31,42 x 5,38, brandmerk 3251 B ROTT 1928. Te water gelaten op 24 mei 1928. IVR 2303251.
Een Hollandia 70 pk is de eerste motor, later 1967? kwam de Kromhout n 13689 type 2H3 80 pk erin en in 1992 een DAF, DS 575 100 pk, (bouwjaar 1970) en die staat er nog steeds in.
De lange laadboom was om zand en grind te kunnen overslaan. In 1951 geeft de meetbrief aan dat er 50 ton laadvermogen bij is gekomen. De gangboorden en de den zijn verhoogd. In 1963 staat het schip geregistreerd op naam van Jaap Romijn, Ridderkerk onder de naam Elisabeth. In 1971 op naam van J. Schouten, Rotterdam onder de naam Jadi.
In 1987 komt door een sloopregeling het schip in bezit van een scoutinggroep, Graaf Floris V, in Heemskerk. Het laadvermogen is door een vast dak over het ruim teruggebracht tot 32,482 ton. De naam Jadi (Jan en Dinie) blijft gehandhaafd, ook als het schip in 1999 overgaat naar scouting Thor Heijerdaal in Heemskerk. Later gaat het schip over naar scouting Don Bosco in Uitgeest.
Uiteindelijk blijkt het voor de scouts niet haalbaar om het schip als wachtschip in de vaart te houden en het wordt verkocht aan ons (???) in oktober 2015. Wij willen er een varend recreatieschip van maken voor gezin en vrienden. De nieuwe naam is Liefde.
In begin 2023 is het schip opnieuw verkocht, de gegevens van de eigenaar zijn mij niet bekend, net zo min als een eventuele nieuwe naam. Ik wil hier nog wel even induiken.
Oorspronkelijk vaargebied Oorspronkelijk soort vracht
Rijn. Zand en grind
Bron: LVBHB
Tijdlijn Janna Helena
# Jaar. Scheepsnaam Eigenaar
1. 1928 Janna Helena. J. Smits in Stad aan het Haringvliet
2. 1948 Janna Helena. J. Smits in Rotterdam
3. 1959 Marinus S.M. de Wachter in Stad aan het Haringvliet
4. 1961 Elisabeth J. Romeijn in Rijsoord
5. 1970 Jadi J. Schouten in Rotterdam
6. 1984 Nagelkerke Stichting Graaf Floris V in Heemskerk
7. 1987 Jadi Stichting Graaf Floris V in Heemskerk
8. 1999 Jadi Scouting Thor Heijerdaal in Heemskerk
9. ? Jadi Scouting Don Bosco in Uitgeest
10. 2015 Liefde ?
11 2023 ?? ??
Bron: Vereniging de Binnenvaart
De Luxemotor
Zo heet dit type vrachtschip dat vanaf de Eerste Wereldoorlog werd gebouwd en in de vijftiger en zestiger jaren een nog zeer bekende verschijning was op het binnenwater. De wat vreemde naam dankt dit scheepstype aan het feit dat hiermee voor het eerst een motorschip werd ontworpen en geen zeilschip. Voor het eerst kreeg de schipperse ook de luxe van een kajuit met kombuis, slaapkamer en WC gescheiden van het werkgedeelte. Die WC mag genoemd worden, want op de zeilschepen vonden de schippers een WC overbodig. Die nam alleen maar ruimte in. Bij de luxe motor heeft de schipper voor het eerst een beschut stuurhuis pal boven de machinekamer. Bij de zeilschepen was eigenlijk geen plaats voor een scheepsmotor. Daar stond de schipper aan het roer, helemaal achterin en was de roef voor hem. De motor, als die er al was, stond tussen de roef en het ruim. De bediening van de motor was indirect door de grote afstand tussen de stuurstand en de scheepsmotor. Veel schippers wilden niet zo'n stinkende diesel in de kajuit hebben staan.
Er waren er die een zijschroef gebruikten, een vlerk genaamd. Dan stond de hulpmotor op het voordek en werd aan stuurboordszijde met een haakse schroefas een schroef aangedreven die in- en uit het water kon. Die aandrijving was echter kwetsbaar en het schip kon eigenlijk alleen een bocht naar bakboord gemakkelijk maken. De vlerk was een noodoplossing. Bijzonder is, dat de eerste luxe motorschepen alleen verzekerd konden worden, als ze ook een zeiluitrusting hadden. Dat is pas veranderd in 1925. Tot die tijd zag je luxe motors met zijzwaarden en een volledig tuig en ook de Allegonda op de foto heeft op het voordek, voor het ruim, een flinke mastkoker waar ongetwijfeld ooit een mast met een hulpzeil in heeft gestaan. De afgelopen vijftig jaren is de luxe motor als vrachtschip van het water verdwenen, het schip kon slechts ruim 100 ton vracht vervoeren, maar nog steeds zijn er vele liefhebbers te vinden die een luxe motor ombouwen tot een jacht, voor de pleziervaart. Voor hun is het echter vervelend, dat de wetgever allerlei nieuwe eisen stelt aan schepen op het binnenwater die langer zijn dan twintig meter. Zorgeloos varen met een luxe motor is er ook voor hun niet meer bij.
Bron: Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten
Het model
Voor het model maak ik gebruik van de tekeningen van de Janna Helena van de NVM. In het totaal bestaat de set uit twee tekeningen en een bouwbeschrijving uit de Modelbouwer van december 1989 en verder.
De tekeningen zijn 1:50. In deze schaal ga ik ook bouwen. Tussen de tekening met het algemeen plan en de spanten en lijnentekening zit een verschil van ca 6 mm. Dat wordt overigens ook vermeld in de bouwbeschrijving. Waar echter de bouwbeschrijving uitgaat van het algemeen plan en de spanten op basis daarvan plaatst ga ik uit van de spanten en lijnen, omdat deze het dichtst bij de schaal zit. Overigens is bij de bouw van een “schaal"model van een dergelijk binnenvaartschip de schaal nogal relatief, want geen enkele Luxemotor is gelijk aan een andere.
Ik heb lang zitten dubben over te toe te passen bouwwijze en heb er uiteindelijke voor gekozen te bouwen met een mix van stapelbouw en en bouwen op spant. De kop en de kont worden gestapeld en het middenschip op spant. Dit is een voor mij praktische en economische keuze omdat ik nog zeer veel grenen latjes van 2x5 mm heb liggen is het zonde om nieuw hout aan te schaffen. Omdat dit hout niet echt lekker te buigen is in krappe bochten heb ik dus voor kop en kont gekozen om te stapelen. Omdat de waterlijnen getekend zijn op 5 mm heb ik 5 mm dik multiplex aangeschaft.
Voorbereidingen
Zoals gewoonlijk zijn spanten en lijnen als halven getekend. Om deze om te werken naar helen ben ik met scanner en tekstverwerker aan de gang gegaan. Om bijvoorbeeld de spanten voor beide boorden te krijgen heb ik de spantentekening gescand na eerst op de tekening maatlijnen gezet te hebben en als foto in de tekstverwerker ingeladen. Door dit als foto te doen is het mogelijk om dmv diagonaal uitrekken de foto te schalen en met de linialen in de tekstverwerker kan je de maatlijnen meten. Dan print je het origineel en kan je vervolgens de foto spiegelen en kan je de gespiegelde spanten printen. Als je deze over de hartlijn uitsnijdt kan je vervolgend de gespiegelde aan elkaar plakken en heb je een volledig spantenraam. Voor de waterlijnen doe je hetzelfde.
Vervolgens kopieer je alles in de gewenste hoeveelheid en je kan verder.
Dit wordt natuurlijk vervolgd.
Groet,
Maarten