In de verhalenreeks over mijn vrijgezellenbestaan, die ik hier maar niet ga plaatsen omdat iemand dan weer uiterst kwetsende opmerkingen gaat maken, zou ik kunnen verhalen over de motorisering van de anderhalve speedboot, die ik op enig moment in mijn leven bezat. Dat doe ik dus maar niet.
Een klein stukje wil ik de normale meelezers echter niet onthouden. Ik begon met een houten speedbootje met daarachter een 15 pk Jamaha. Met een paar klompen, vastgespijkerd op een paar houten latten lukte het daarmee te waterskiën op de Linschoten, een riviertje in de vorm van een breed slootje tussen Woerden en Linschoten. Op de daarna aangeschafte waterski's lukte dat echter niet meer, dus werd het zoeken naar een zwaardere motor. Die werd gevonden in een 40 pk Westbend motor, maar die zat nog vast aan een andere (polyester) speedboot. Daarvan werd ik voor de helft mede-eigenaar, een vriend van mij, die garagehouder was, werd de andere eigenaar. Hiermee lukte het wel, dus werd een tweede paar waterski's aangeschaft. Ondanks verwoede pogingen lukte het hiermee echter niet om met z'n tweeën tegelijk achter de boot te hangen. Eén keer probeerden we zelfs een vliegende start door direkt achter de boot te gaan liggen, die er vervolgens vol gas vandoor ging. Ik had mazzel want mijn lijn brak onmiddellijk, mijn vriend werd nog vele meters meegesleurd voordat hij los liet. De daarop aangeschafte 120 pk Evinrude was echter duidelijk te veel voor het bootje, ook al had ik de spiegel verstevigd en verhoogd met een metalen frame.
Dus ja, je kunt wel degelijk te veel pk's hebben. Iemand met verstand zou zich kunnen realiseren, dat dit afhankelijk is van het toepassingsgebruik en zich niet gaan verliezen in een l*lverhaal, waarmee het teveel goedgepraat wordt.