Kees, de B&W op de Futami had een moeilijk systeem van planeet- en zonnewielen. Het fijne weet ik niet meer, maar de omkering van de brandstof en uitlaatnokken werd bereikt door de nokkenas bij het omzetten (in de stopstand dus !! en met stoters gelicht) 30 graden vooruit te draaien in de gewenste nieuwe draairichting door een remcilinder die iets vast hield bij het geven van startlucht, waardoor volgens mij de omkeerassen van de ene naar de andere uiterste stand ging en het waren volgens mij nokken met voor- en achteruit deel. Maar .... dit systeem is bijna niet uit te leggen.
Deze motor had 3 cilinders aan elke kant van de kettingkast. Met schakels van pakweg 25-30 cm van nokkenas naar krukas.
Bij één van onze schepen is een simpel splitpennetje losgeraakt, waardoor de ene helft van de nokkenas opschoof en het kettingwiel van de nokkenas er tussenuit viel en met meer dan 10 meter ketting en al tijdens bedrijf in het carter viel. Een simpel total loss-je , denk ik.
De SWD TM 620 had weer nokken die een voor- en achteruit deel hadden (gecombineerde nokken) en werd de nokken as er onderdoor getrokken als alles gelicht was tijdens omzetten. De Hengelo Stork SW70 weet ik niet meer en de HOTLO al helemaal niet, laat staan de Werkspoor 4 tact van....800 pk /cil.
Mijn laatste containerschip had er 8000 per cilinder.
Maar.... je hebt me weer wakker gemaakt, nu wil ik het zelf weer weten en nu kan ik dus niet meer bouwen.....
Ik zal eens kijken of ik een motoren boek heb waar nog iets nostalgisch in staat.
Overigens, de grootste langzaamlopende ( 100 toeren, direct op de schroef) diesels zijn gewoon omkeerbaar, omdat o.a. de verstelbare schroeven te groot en te zwaar worden.
En nu ga ik slapen.
Groeten allemaal.
peter