Vandaag m'n ebbenhouten latjes voor de berghouten binnen gekregen: heel mooi, mat zwart zonder enige behandeling

. Het lijkt me wel hout dat moeilijk te buigen is, zo heb ik me ook laten vertellen. De plankenkoorts begint al te komen
Voordat ik kan uitmeten hoeveel cm ik mag versplinteren, moet ik eerst een onderverdeling maken: latjes zijn 40 cm lang, dus in één strook leggen gaat al niet lukken (circa 55cm nodig).
Volgens mij was het in de zeventiende eeuw niet ongewoon om een berghout in drie delen aan te brengen. Omgerekend heb je dan stammetjes van ruim 13m nodig (ruim 18 cm schaal 1:72).
Nu nog de lassen: van Dirk heb ik uit zijn verslag van de Provincie v. Utrecht begrepen dat de schuine lassen in principe naar achteren horen te wijzen, dit zou te maken hebben met het aflopen van water. Ik vraag me af of er niet ook andere argumenten meespelen, bijvoorbeeld de krachtlijnen door de zeeg.
Ik heb nog niet alle geschreven documenten erop na gespit en heb bar weinig beeldmateriaal gevonden: de Van de Veldes lieten me in de steek, De Hollandse Tweedekkers grotendeels ook. Blom en Dik nog niet voldoende uitgediept... Uiteindelijk bij de Rede van Texel (artitec) en de Batavia nog redelijke fotos gevonden: hoop dat het een beetje uitkomt met 800pix
Achteraan lijkt het systeem van Dirk te kloppen op een enkeling na (rode pijltjes) bij zowel huidplanken, als berghouten.
Vanaf het bakdek lijkt er een omslag en wijzen alle lassen juist naar voren (op de groene pijl na):
...zijn er andere voorbeelden of argumenten bekend?
Grt
Diederik