De plaats van de lead-outs wordt bepaald door:
1. De mate van 'waslijn-effect' van je lijnen.
2. De plaats van het zwaartepunt.
Vlieg je met dunne lijnen, dan is er weinig 'doorhang' naar achteren en moeten de lead-outs dientengevolge ook verder naar voren. Met dikke lijnen (what a terrible waste of flight-performance) vice versa.
De reden dat lead-outs bij kunstvlucht modellen verstelbaar zijn, ligt in het feit dat niets zo vervelend is, als een kist die na iedere stuurbeweging nog even na-waggelt. Door tijdens vlakke vlucht even het handvat met een snelle beweging naar je toe te trekken, kun je zien of deze trim in orde is. Neus naar binnen, lead-outs verder naar achteren, staart naar binnen, lead-outs verder naar voren. En dan moet het opgelost zijn...
Het 'doorzwiepen' van de lijnen -en daarmee het ongewenst schommelen van de kist- na een plotselinge richtingsverandering wordt lead-outs naar gecompenseerd door de juiste hoeveelheid tiplood. Bij onze stunters zit dat er niet vast ingelijmd, maar verborgen in een ballastbox in de onderkant van de buiten(=R)vleugeltip.
Voor wat betreft een trainer is dit allemaal niet zo kritisch - dus plak ze er gewoon volgens tekening in-, bij zo'n grote stunter zoals wij die vliegen merk je duidelijk het verschil tussen 0,3 mm Laystrate ( 3-draads vertind en enigszins stug) en Sullivan -nu Brodak- .015"~ 0,38 mm 7 draads roestvrij staal. Maar ja, we hebben dan ook 21,5 m van dat spul tussen ons en de kist zitten en dat wil wel lekker doorhangen in de luchtstroom.....
Kijk ook eens op:
http://www.plasma.kth.se/~olsson/cl.html , mooie site en geeft een goed beeld over LB anno 2002.