Ik heb zowel vooruitkijken als naar opzij geprobeerd. Ongeveer 20 graden naar beneden en naar opzij werkt verreweg het makkelijkste. Als je rechter vleugel over het onderwerp heen wijst, staat het keurig midden in beeld. En door te zwenken boven het onderwerp kan je recht naar beneden kijken, door de zwenken van het onderwerp af, vooral horizon shots maken. Verder is de tijd dat het onderwerp in beeld is veel langer dan bij het recht op een onderwerp af vliegen en kan je met een grote cirkel het onderwerp van alle kanten vangen, hoef je niet meerdere keren in te zwenken en er op af te vliegen.
Sluiter bedienen met klein servootje of met infrarood maakt voor mij geen verschil. Ik heb behuizingen waar de camera in schuift, behuizing dicht en de servo zit gelijk goed. Ik werk ook wel met een statiefschroef en dan of infrarood of een kapje boven de sluiter met een servootje. Het werkt allemaal.
Bewegingsonscherpte is vooral een kwestie van de goede combinatie uitvissen: sportstand, eventueel 'filmsnelheid' handmatig op 100ASA of hoger (let op de luchtfoto's van Almere strand, die waren NA zonsondergang genomen bij 400 ASA, en nog aanvaardbaar), instellen op oneindig, en afhankelijk van het cameratype beeldstabilisatie uitzetten of juist aan laten staan. Liefst natuurlijk lekker zonnig weer. Verder zorgen dat de propellor goed is uitgebalanceerd en knippen als het vliegtuig rustig is (dus niet zwenken en gelijk knippen maar even wachten tot het toestel goed scheef hangt, even zo houden en dan knippen). Liefst ook bij 2/3 motorvermogen of minder fotograferen (zweven is natuurlijk het meest trillingsvrij). Hoe lager je zit / hoe dichter bij het onderwerp, en hoe harder je vliegt, hoe meer kans op bewegingsonscherpte natuurlijk.