De term pool voor de elektromagnetische pool komt vaak voor in de wereld van de asynchrone draaistroom motoren, waarbij het magnetisme in de rotor wordt opgewekt door wervelstromen in de rotor wikkelingen.
In het geval van PMBLDC motoren (permanent magnet brushless direct current) zoals die in oa de modelbouw worden toegepast is inde Angelsaksische literatuur altijd sprake van Slots cq. Nuten voor de elektromagnetische polen in de stator, die inderdaad in het algemeen in enkel of meervouden van 3 worden gebruikt met ook drie (of meervouden) elektrische wikkelingen met drie vermogens aansluitingen.
De (permanent) magnetische polen in de rotor komen voor in paren en het aantal polen is dus even.
Het aantal polen bepaalt hoeveel graden de rotor draait bij het doorlopen van één aanstuur cyclus van het draaiveld dat door de elektromagneten van de stator wordt opgewekt (3x120° elektrisch).
Bij een rotor met 12 magneetpolen (zoals Ernst schrijft zouden dit dus best 24 smalle magneten kunnen zijn) en dus 6 poolparen zal de rotor bij één zo'n cyclus 1/6e omwenteling maken.
Wanner je bij regelaars of telemetrie e.d het aantal polen moet opgeven voor de bepaling van het toerental óf de timing zijn het dus de magnetische polen van de rotor. Eventueel te controleren door met een klein magneetje rond de buitenzijde van de rotor te gaan en het aantal keren tellen dat er een aantrekking en een afstoting te voelen is.
De verhouding tussen het aantal slots en polen is bepalend voor de eigenschappen van de motor.
Ik heb in 2006 in samenwerking met de TU Eindhoven een kleine motor om moeten bouwen voor de DelFly. De ornithopter die wij in Delft maakten, waarvan de eersten nog met een klokanker borstel motortje was uitgerust, maar we wilden naar een brushless.
Via Microbrushless.com kregen we een prototype van de 1.5 gram mighty midget een motor met 9 slots en 12 polen. Deze liep goed met een propeller, maar bij ons met een tandwiel overbrenging wilde het motortje niet goed lopen, omdat het sleepkoppel (cogging torque, 'compressie') te groot was waardoor bij lagere toerentallen de sensorloze regeling het niet bij kom houden. Ik heb toen met Maxwell 2-D een magnetische analyse van die motor gemaakt waaruit kwam dat de beste oplossing voor het probleem was om van 12 naar 10 magneten te gaan, waardoor het sleepkoppel tot bijna nul terug liep, maar wel het toerental bij een gegeven spanning toenam (de waarde van kv werd hoger). Dit was met een andere overbrengverhouding makkelijk op te lossen. Het rendement bleef vrijwel gelijk binnen het werkgebied, maar de windingen moeten anders worden. Bij de 9 slot, 12 polige motor krijg je ABCABCABC waarbij dus alle windingen de zelfde kant uitgaan en netjes de een na de andere. Bij de variant met 10 polen werd het windingsschema AaABBbCcC zie:
http://www.bavaria-direct.co.za/scheme/calculator/. Hierdoor is de krachtvector niet symmetrisch en draait rond, wat bij grote motoren ongewenst is en daar zie je wel bv 18 slots en 20 polen.
De 9 slot, 10 pool motor wordt nog altijd gebruikt voor de DelFly, hoewel de processoren in huidige ESC's (ook de 1S varianten) zo snel zijn dat er waarschijnlijk geen probleem meer met de 9/12 variant zou zijn. In de Nimble+ die we in Flapper-drones.com maken gebruiken we een 9/12 motor met 2S BLHeli regelaars.