https://www.cvrc.cl/wp-content/uploads/2014/08/Sailmaking-with-Claudio-Gadget.pdf
Modelzeilen werken beter met een iets dieper profiel dan het origineel, iets méér ronding werkt op dit formaat een stuk beter dan een vlakke plaat... Het voordeel van zelf zeilen kunnen maken, dan kun je nog eens experimenteren.
Wat betreft de lange masten van wedstrijdmodellen; dat is uit praktische overwegingen, vlak boven het wateroppervlak wordt de wind sterk afgeremd, dus hoe hoger je de bulk van je zeiloppervlak boven het water kunt krijgen hoe efficiënter het zal werken.
Daarnaast hebben die modellen vaak ook een kielvin, die vele malen dieper steekt, dan voor een 1:1 model praktisch zou zijn, je zou geen vaargebied overhouden...
De Flyer heeft decennia geleden tijdens de Sneekweek een demonstratie run gegeven, en kon alleen in de vaargeul varen, want daarbuiten liep ze vast. Was wel spectaculair; een zeegaand racejacht met zoveel mogelijk zeil dat door het Prinses Margrietkanaal 'scheurde' ter hoogte van het starteiland. De oever stond zwart van het volk, dat nergens heen kon toen de hekgolf iedereen tot de middel in het water zette...
Het inkorten van de mast heeft alleen zin, als je het originele doekoppervlak verschaalt, dan is het inderdaad aan de forse kant, maar dat had je kunnen compenseren met een externe vin met de ballast bulb véél dieper onder de romp.
Groeten, Jan.
weer wat geleerd.
