roll mixen met rudder hulp gevraagd

  • Topicstarter Topicstarter Acropilot
  • Startdatum Startdatum
Berrie zei:
Ik zie niet in waar mijn bevindingen niet stroken met de theorie. Kan je misschien aangeven op welk punt dat het geval is?
In theorie moet een geringe rolhoek natuurlijk beter stijgen (je verliest minder rendement aan G-krachten, en er is gewoon meer vleugeloppervlak in het horizontale vlak). In die zin lijken je bevindingen niet te stroken met de theorie. Ervan uitgaande dat je met méér flaps langzamer kan vliegen zou dat dus gunstig moeten uitwerken toch? (daarom probeerde je het natuurlijk ook). Maar misschien zijn er andere dingen aan jouw toestel die die lagere snelheid niet pikken. Misschien is je kielvlak voor die lage snelheid aan de kleine kant, of zit er niet genoeg wash out in je vleugels. In dat geval is de beste thermieksnelheid gewoon wat je toch al deed...
Ik neem aan dat je je zelf toch ook afvroeg waarom langzamer vliegen geen beter resultaat gaf... anders had je het verhaal hier niet verteld.

Begrijp me goed, ik ben verschrikkelijk aan het theoretiseren; ik heb met een model nog geen bel fatsoenlijk uitgevlogen - wel vroeger met 1:1 zwevers, en de laatste 32 jaar met deltavliegers, dus ik probeer mijn theoretische kennis van toepassing te brengen op modelvlieg-praktijk...

Bart
 
bdoets zei:
In theorie moet een geringe rolhoek natuurlijk beter stijgen (je verliest minder rendement aan G-krachten, en er is gewoon meer vleugeloppervlak in het horizontale vlak).

Ik begrijp wat je bedoelt. Absoluut gesproken daalt een zweefvliegtuig altijd. Misschien is het beter in gedachten een voorstelling te nemen van een zwever vliegend in dode lucht.

Rechtuit vliegend (dan is je rolhoek 0°, horizontaal) bereikt het model zijn beste glijgetal of beste daalsnelheid. Net waar je op trimt.

De G krachten die je model ondervindt gehoorzamen aan deze forumule:

Kracht radiaal =Massa model * (snelheid in het kwadraat / cirkelradius) (dit is een afgeleide van het bekendere F=M.a (kracht is massa maal versnelling))

Hieruit volgt dat je model een radiale kracht moet opwekken om een bocht te kunnen behouden. Daarnaast moet je model in een bocht een kracht opwekken gelijk aan het rechtuit vliegen om constante hoogte te houden. Of absoluut gesproken, een zo gelijk mogelijk blijvende daalsnelheid.

Die radiale kracht worden bijvoorkeur opgewekt door een rolhoek.
De verticale kracht, nodig om niet uit de lucht te vallen, wordt o.a. opgewekt door sneller te vliegen, danwel meer lift te creeren door de invalshoek te vergroten. Dat weer mits de vleugel langzamer kan vliegen. Wat extra weerstand oplevert.... Overigens gaat hier de V-stelling een belangrijke rol spelen. Hier onstaat waarschijnlijk ook een deel van het inzichtsverschil wat er heerst over het vliegen van een vlakke bocht.

In die zin lijken je bevindingen niet te stroken met de theorie.

Een krappe cirkel zo vlak mogelijk vliegen betekend dat je de radiale kracht, benodigd voor het handhaven van de cirkelradius, zoveel mogelijk uit je kielvlak probeert te halen. Zie daar het onrendabele slippen!

Ervan uitgaande dat je met méér flaps langzamer kan vliegen zou dat dus gunstig moeten uitwerken toch? (daarom probeerde je het natuurlijk ook).

In zijn totaal gezien is een zweefvliegtuig een balans tussen weerstand en op te wekken lift. Het eerste het liefst zo min mogelijk, het tweede naar believen in te zetten. Door het geven van een beetje flaps, met een daarvoor geschikt profiel, kan je vleugel meer lift genereren. Je kan langzamer vliegen met een kleinere radius waardoor je kleinere bellen uit kan vliegen en beter in het sneller stijgende kerndeel van de thermiekbel blijven. De prijs die je betaald is: een hogere profielweerstand door meer welving en een hogere geinduceerde weerstand door een hogere liftcoefficient van de totale vleugel. De geinduceerde weerstand is een relatie tussen de slankheid van de vleugel en de totale lift van de vleugel. Vlieg je snel, met een liftwaarde van net iets boven 0, dan heb je nauwelijks geinduceerde weerstand. Vlieg je zo langzaam mogelijk, dan produceert je vleugel het maximaal mogelijke aan lift. En dus een grote geinduceerde weerstand. In een klein bereik is er winst te behalen tussen deze twee nadelen.

Hoewel ik met flaps wel degelijk langzamer kan vliegen, levert het me alleen maar nadelen op. Beter gezegt, ik heb nog niet ontdekt waar ik dit voordeel goed uit kan buiten. In ieder geval niet in zwakke thermiek. Mogelijk ligt er een voordeel bij kleine fellere bellen.. Die heb ik deze zomer nog niet gehad.

Bij mij klopt er mogelijk iets niet in de liftverdeling, door:

-overelliptische liftverdeling (populair gezegd: teveel vleugellift aan de tips. Levert wel een goedmoedige kist op. Dat was voor mij oko de reden, maar misschien ben ik hierin doorgeschoten)

-Overelliptische liftverdeling kan veroorzaakt zijn door keuzes gemaakt in: te grote koorde, profielkeuze en eventuele tipverdraaing.

Maar misschien zijn er andere dingen aan jouw toestel die die lagere snelheid niet pikken. Misschien is je kielvlak voor die lage snelheid aan de kleine kant, of zit er niet genoeg wash out in je vleugels.

Dit andere ding is deels in het voorgaande al aangeven, namelijk verlies door teveel onnodige weerstand. Mijn kielvlak is groot zat. Het enige wat dat ding moet doen is de kont van mijn kist goed in bedwang kunnen houden, ook bij de lage snelheden. Verder niks.
Washout is niet per definitie nodig. Mijn probleem is niet het overtrekgedrag. Dat is door de overelliptisce liftverdeling al extreem goed. Door te langzaam vliegen reageren de roeren minder direct en hangt de zwever lui achterover. M.a.w. de zwever loopt niet.

In dat geval is de beste thermieksnelheid gewoon wat je toch al deed... Ik neem aan dat je je zelf toch ook afvroeg waarom langzamer vliegen geen beter resultaat gaf... anders had je het verhaal hier niet verteld.

Misschien vlieg ik al met deze kist de beste snelheid, maar dat weet je pas door de grenzen op te zoeken. Ik vroeg me inderdaad af, waarom het geflapt niet beter gaat. Al probeerde ik primair iets aan te geven over het vliegen van vlakke bochten. Het is wat offtopic, maar niet minder interessant, om in te gaan op het feit waarom ik, naar aanzienlijke proefnemingen, geflapt vliegend, (nog) niet het gewenste resultaat haal.

Begrijp me goed, ik ben verschrikkelijk aan het theoretiseren; ik heb met een model nog geen bel fatsoenlijk uitgevlogen - wel vroeger met 1:1 zwevers, en de laatste 32 jaar met deltavliegers, dus ik probeer mijn theoretische kennis van toepassing te brengen op modelvlieg-praktijk...

Ik begrijp je goed, denk ik... :wink: Het is leuk en belangrijk om hierover te praten. Het kost alleen wat tijd om een verhaal te maken...
 
Berrie zei:
Situtatie 2. Uiteraard zelfde bel, wel wat hoger.

Sorry Berry, maar het lijkt me dat je test niet deugd.
In thermiek, zelfs in dezelfde bel vind je nooit eenzelfde omstandigheid van stijgen.
De thermiek bel wordt veelal sterker naarmate je hoger raakt, maar dat is absoluut geen zekerheid.

Als je het een en het ander wil gaan uitvlooien, ga je best aan het werk in rustig weer.
's Morgen voor dag en dauw, of net voor valavond zijn ideale momenten om je zwever fijn te stellen, het effect van flaps na te gaan en dergelijke.
Als je dan je vluchten ook met een loggertje gaat loggen, dan kan je achteraf heel wat bevestigd zien met cijfertjes.
 
:wink:
evert_B zei:
Sorry Berrie, maar het lijkt me dat je test niet deugd.

Even resumerend:

Er staan twee man op het veld met dezelfde gedachte.

De vraag: Wat stijgt beter: met flaps, vleugels vlak, dus slippend door de thermiek of geen flaps, en iets harder lopen

De test: Eerst "gewoon", dan geflapt en vleugels vlak. (je moet in de thermiek blijven, daar waar het het hardste stijgt....)

De registratie: een wat nerveus afgestelde vario. De hoogte wordt om de 10sec, middels een stem doorgegeven. Dus een life logger.

Zwever van de test: HQW 2.5/8.5, 3.3mtr spantwijdte, circa 2550gram (electrozwever) + wat V-stelling.

Beoordeling test: twee man. Afgaande op wat ze zien en horen.

Omstandigheid: Weinig wind. Volop doorstijgende thermiek. Breedte van de thermiek begrenst tevens het testgebied en straft zo te groot gevlogen cirkels af. Dan kom je immers in de sink.

Want daar zijn we het over eens:

In thermiek, zelfs in dezelfde bel vind je nooit eenzelfde omstandigheid van stijgen.

Dan de resultaten:

1e. Door het iets snellere vliegen loopt de zwever duidelijk beter. De gevlogen cirkels zijn klein, daarom midden in het snelts stijgende deel van de bel. Door de hogere vliegsnelheid is de reactie van de roeren prettig en direct. Een maal de bel goed gecentreerd gaat de dual rate aan. Nu wordt nog maar met 60% van de mogelijke uitslagen gestuurd. De zwever hoeft alleen maar in deze bel te blijven. De omstandigheden waren namelijk ideaal.

2e: resltaat is bekend. Stijgt minder snel. De cirkels worden groter omdat de vleugels vlak gehouden worden. Komtíe daardoorsoms in een minder snel stijgend deel van de bel? Zwever loopt niet. Hangt achterover. Stuurt niet prettig.

De thermiek bel wordt veelal sterker naarmate je hoger raakt, maar dat is absoluut geen zekerheid.

Na de tweede test ga ik snel weer terug naar de eerste manier. En voila, de zwever stijgt weer monter verder. Wel erg toevallig.


Of de test geloofwaardig is moet ieder voorzich maar uitmaken. Hij lijkt me op zijn minst in iedergeval niet "nietszeggend". Als een ander deze test had uitgevoerd zou ik ook erg argwanend zijn. Hoe je dan op zijn best een cirkeltest uitvoert...


Als je het een en het ander wil gaan uitvlooien, ga je best aan het werk in rustig weer.'s Morgen voor dag en dauw, of net voor valavond zijn ideale momenten om je zwever fijn te stellen, het effect van flaps na te gaan en dergelijke. Als je dan je vluchten ook met een loggertje gaat loggen, dan kan je achteraf heel wat bevestigd zien met cijfertjes

Ben ik helemaal mee eens. Dat heb ik gedaan voor het afstellen van het zwaartepunt en instelhoekverschil. En natuurlijk heb ik ook de instellingen van de flaps dan uitgeprobeert, met overigens hetzelfde beeld. Maar de eerder genoemde test was nu met een "onafhankelijke" tweede persoon uitgevoerd en daarom vertelde ik het. Niet als absolute waarheid maar als praktijkvoorbeeld.

Dan iets tegen het testen van het vliegen van CIRKELS met je logger. Mocht je resultaten van zo'n test publiceren zou ik ze met interesse bekijken, MITS je een gevlogen cirkeldiameter (gemeten) hierbij aantekend. Dat is dan weer mijn grootste bezwaar tegen loggen van daalsnelheid tijdens cirkelvlucht. Het is in stille lucht erg makkelijk een paar metertjes meer radius te vliegen. Levert achter de komma wel een betere daalsnelheid op! In thermiek zit je dan wellicht alweer vrolijk in de sink....

Maarrr, inmiddels heb ik een voordeel voor het geflapt thermieken gevonden. Kleine, erg kleine, felle bellen. En dan die flaps naar beneden, en geen bochten vliegen, maar steeds die kont omgooien..... Dat ziet er niet uit. Met stille lucht geeft dat daalsnelheden waar je wit van weg trekt. Maar altijd nog liever een 0.5m/s stijgen er aan over houden in de thermiek, dan gracieus richtig Moeder Aarde zweven.........
 
Back
Top