Even wat over RVS
Even een miniscuul overzichte van wat nu RVS, of te wel roestvast staal, is.
(of het interessant is voor dit draadje weet ik niet):
Men neemt "pisbakken" staal, ofte wel ongelegeerd koolstofstaal met een ferritische structuur en voegt daar 12% chroom aan toe. Men heeft dan een "RVS". Materiaalkwaliteit 410 bijvoorbeeld. Het spul is magnetisch, ferritisch van structuur en te bwerken als een ongelegeerd staalsoort.
Ga je naar zo'n 18% Chroom en 8% Ni dan kom je op de 304 kwaliteit. Dit materiaal is niet meer magnetisch en het heeft een (meta) stabiele austenitische structuur. Het is goed vervormbaar, heeft een lage rekgrens. Dit komt door het kubisch vlakke rooster met 4 glijvlakken in 3 richtingen. E.a. is wel wat afhankelijk van de leveringskwaliteit. Daarmee bedoel ik koudgewalst of oplosgegloeid. (iets wat koudgewalst, gedeformeert, is heeft al een deel van zijn vervormingscapaciteit afgegeven)
Mik je bij bovenstaand materiaal nog een slordige 2.5% Molybdeem erbij dan heb je een 316 kwaliteit. Austenitische structuur. Zo'n beetje de zelfde eigenschappen als de 304. Betere corrosie eigenschappen.
Breng je uit de 304 en de 316 het koolstofgehalte naar max. 0.04% dan levert dat de "L" kwaliteit op van Low carbon. Levert nog een ietsie lagere rekgrens op. Veel prettiger lasbaar. Zaken als "lasbederf" treden niet meer op.
Bindt je in de 304 en de 316 materialen het koolstof met titaan, dan heb je een duidelijk stugger en harder materiaal.
Je hebt honderden soorten RVS. Van ferritisch, austenitisch, austenitisch/ferrietisch(duplex) tot martensitisch. Ook nog de superaustenieten, ferrieten, duplexen en martensieten. Varieert van hard, naar zacht, magnetisch en niet magnetisch.
Even een miniscuul overzichte van wat nu RVS, of te wel roestvast staal, is.
(of het interessant is voor dit draadje weet ik niet):
Men neemt "pisbakken" staal, ofte wel ongelegeerd koolstofstaal met een ferritische structuur en voegt daar 12% chroom aan toe. Men heeft dan een "RVS". Materiaalkwaliteit 410 bijvoorbeeld. Het spul is magnetisch, ferritisch van structuur en te bwerken als een ongelegeerd staalsoort.
Ga je naar zo'n 18% Chroom en 8% Ni dan kom je op de 304 kwaliteit. Dit materiaal is niet meer magnetisch en het heeft een (meta) stabiele austenitische structuur. Het is goed vervormbaar, heeft een lage rekgrens. Dit komt door het kubisch vlakke rooster met 4 glijvlakken in 3 richtingen. E.a. is wel wat afhankelijk van de leveringskwaliteit. Daarmee bedoel ik koudgewalst of oplosgegloeid. (iets wat koudgewalst, gedeformeert, is heeft al een deel van zijn vervormingscapaciteit afgegeven)
Mik je bij bovenstaand materiaal nog een slordige 2.5% Molybdeem erbij dan heb je een 316 kwaliteit. Austenitische structuur. Zo'n beetje de zelfde eigenschappen als de 304. Betere corrosie eigenschappen.
Breng je uit de 304 en de 316 het koolstofgehalte naar max. 0.04% dan levert dat de "L" kwaliteit op van Low carbon. Levert nog een ietsie lagere rekgrens op. Veel prettiger lasbaar. Zaken als "lasbederf" treden niet meer op.
Bindt je in de 304 en de 316 materialen het koolstof met titaan, dan heb je een duidelijk stugger en harder materiaal.
Je hebt honderden soorten RVS. Van ferritisch, austenitisch, austenitisch/ferrietisch(duplex) tot martensitisch. Ook nog de superaustenieten, ferrieten, duplexen en martensieten. Varieert van hard, naar zacht, magnetisch en niet magnetisch.