Bij het bouwen van een ornithopter krijgt men te maken met tandwielen.
Ik ben zo vrij geweest het een en ander op een rij te zetten. Mogelijk heb je
er iets aan. Om het snel terug te vinden heb ik hier een nieuw onderwerp van
gemaakt. Mogelijk hebben jullie aanvullingen.
Tandwielen I
Benaming:
d = steekcirkel
A = tandkop........................................h = tandhoogte
B = tandvoet.......................................b = tandlengte
k = kophoogte....................................p = tanddikte, op steekcirkel gemeten.
f = voethoogte...................................q = kuilwijdte, op steekcirkel gemeten.
Cirkel I = kopcirkel.............................Cirkel II = voetcirkel
De boog 5-6 is tanddikte + kuilwijdte is de steek t.
Is het aantal tanden van een wiel = z, dan is:
(vermenigvuldigen geven we weer met het symbool * en maten staan tussen haken bv [mm])
Omtrek steek = pi*d = z*t; hieruit volgt: t = (pi*d)/z
Gewoonlijk geeft men de steek aan in veelvouden van pi; dan noemt men de lengte
l/pi = d/z de modulus = m [mm].
Dus : t = m*pi en d = m*z (steekcirkel is gelijk aan moduul maal aantal tanden).
z is steeds een geheel getal.
Voorbeeld:
Een tandwiel met d = 600 [mm] en z = 30 tanden heeft een modulus = m = d/z = 600/30 = 20 [mm]. De steek is dus t = 20*pi = 62,832 [mm].
Merk op: d = m*z De steekdiameter is gelijk aan moduul maal aantal tanden.
t = pi*m De steek is een constante maal moduul.
Twee tandwielen passen in elkaar als de steek gelijk is, dwz als ze dezelfde moduul hebben!
Dp:
In landen met inches rekent men met de “diametrale steek” (diametrical pitch) Dp of met de “omtrekssteek” (circular pitch) C. De eerste is het aantal tanden van het wiel, gedeeld door de middellijn van de steekcirkel in inches; de tweede is de steek in inches. Dus:
t = pi*m = 25.4*Cp [mm] of m = 8.09*Cp [mm]
Verder is de steekcirkelmiddellijn D (in inches) = (m*z)/25,4 = D” zodat
Dp = z/D” = (25,4*z)/(m*z) = 25,4/m en dus is m = 25,4/Dp [mm]
Woordenlijst:
Tandwiel..................................................gear; gear wheel
Steek......................................................circular pitch
Steekcirkel...............................................pitch circle
Tand........................................................tooth
As met tandwiel.......................................gear shaft
Stel cilindrische tandwielen......................spur gear transmission
Rondsel....................................................pinion
Naaf.........................................................hub, boss
Heugel......................................................rack
Conische wiel............................................bevel gear
Schroefwielen...........................................screw gear
Worm.......................................................worm
Wormwiel.................................................worm wheel
Tandwielkast.............................................gear casing;
Nanni
Ik ben zo vrij geweest het een en ander op een rij te zetten. Mogelijk heb je
er iets aan. Om het snel terug te vinden heb ik hier een nieuw onderwerp van
gemaakt. Mogelijk hebben jullie aanvullingen.
Tandwielen I
Benaming:
d = steekcirkel
A = tandkop........................................h = tandhoogte
B = tandvoet.......................................b = tandlengte
k = kophoogte....................................p = tanddikte, op steekcirkel gemeten.
f = voethoogte...................................q = kuilwijdte, op steekcirkel gemeten.
Cirkel I = kopcirkel.............................Cirkel II = voetcirkel

De boog 5-6 is tanddikte + kuilwijdte is de steek t.
Is het aantal tanden van een wiel = z, dan is:
(vermenigvuldigen geven we weer met het symbool * en maten staan tussen haken bv [mm])
Omtrek steek = pi*d = z*t; hieruit volgt: t = (pi*d)/z
Gewoonlijk geeft men de steek aan in veelvouden van pi; dan noemt men de lengte
l/pi = d/z de modulus = m [mm].
Dus : t = m*pi en d = m*z (steekcirkel is gelijk aan moduul maal aantal tanden).
z is steeds een geheel getal.
Voorbeeld:
Een tandwiel met d = 600 [mm] en z = 30 tanden heeft een modulus = m = d/z = 600/30 = 20 [mm]. De steek is dus t = 20*pi = 62,832 [mm].
Merk op: d = m*z De steekdiameter is gelijk aan moduul maal aantal tanden.
t = pi*m De steek is een constante maal moduul.
Twee tandwielen passen in elkaar als de steek gelijk is, dwz als ze dezelfde moduul hebben!
Dp:
In landen met inches rekent men met de “diametrale steek” (diametrical pitch) Dp of met de “omtrekssteek” (circular pitch) C. De eerste is het aantal tanden van het wiel, gedeeld door de middellijn van de steekcirkel in inches; de tweede is de steek in inches. Dus:
t = pi*m = 25.4*Cp [mm] of m = 8.09*Cp [mm]
Verder is de steekcirkelmiddellijn D (in inches) = (m*z)/25,4 = D” zodat
Dp = z/D” = (25,4*z)/(m*z) = 25,4/m en dus is m = 25,4/Dp [mm]
Woordenlijst:
Tandwiel..................................................gear; gear wheel
Steek......................................................circular pitch
Steekcirkel...............................................pitch circle
Tand........................................................tooth
As met tandwiel.......................................gear shaft
Stel cilindrische tandwielen......................spur gear transmission
Rondsel....................................................pinion
Naaf.........................................................hub, boss
Heugel......................................................rack
Conische wiel............................................bevel gear
Schroefwielen...........................................screw gear
Worm.......................................................worm
Wormwiel.................................................worm wheel
Tandwielkast.............................................gear casing;
Nanni