Hallo Peter.
Je conclusie is juist: Meer snelheid kost meer vermogen, dus meer ampere's.
Maar: alleen maar een schroef met meer schroefbladen plaatsen en denken dat je voerboot sneller gaat is onjuist. Veel hangt af van de "spoed" van de schroef.
Oftewel: hoeveel afstand legt de schroef af bij één omwentelijng?
(Als ik dat compleet ga uitleggen, wordt het een vrij lang theoretisch verhaal, daarom de korte versie)
Je neemt jouw tweebladige schroef en die druk je in een pakje boter. Als de schroef gaat draaien, zal deze een stuk in de boter wegzakken. Je laat de schroef één complete omwenteling maken en je gaat meten hoe diep de schroef zichzelf in de boter heeft getrokken. Bij een "speedschroef" zal dat een behoorlijke afstand zijn. Als voorbeeld: een 40mm speedschroef zou zich 5 cm ingegraven hebben.
(Ik laat zaken als rendementsverlies, wrijving, cavitatie voor het gemak masar even achterwege)
Zet je er een 40mm vierblads WERKschroef op, graaft die zich bijvoorbeeld maar 2 cm in. Waarom? de bladen hebben veel minder spoed (staan in een minder schuidere stand ten opzichte van de schroefas) Zo'n schroef moet geen snelheid genereren, maar kracht. En liefst bij lage toerentallen.
Kortom: alleen maar een schroef plaatsen met meer schroefbladen en denken dat je voerboot sneller gaat, is niet de correcte gedachtengang.
De voorstuwing van een schip (ook een modelschip en zelfs een voerboot) is een samenspel tussen rompvorm, motor en schroef waarbij verandering van elke component meteen gevolgen heeft voor de andere componenten, óf voor het snel of juist efficiënt varen van het schip.
Edit: ik las over de oplossing van Marc heen; "Meer Volt" zorgt inderdaad dat je schroef sneller zal draaien. Maar of dat snelheidswinst oplevert? Is lang niet altijd zeker. Je schroef kan wel "slagroom gaan kloppen" oftewel zó snel draaien dat 'ie alleen maar schuim maakt. (Caviteren, noemen we dat) Dan gooi je dus je kostbare ampere's rechtstreeks de plomp in...
Ik hoop je een beetje geholpen te hebben.