Ik begrijp de titel van dit onderwerp niet!
Om een vliegend model te ontwikkelen, goed vliegend te krijgen moet je van goede huize komen, het woord lui past niet in het rijtje.
Aggressief leren! Nieuw! Hoogstens gretig. Tenzij je slechts met Pavlof leereffecten te sturen bent. Ik denk van niet.
Om een schaalmodel vliegend te krijgen, zou ik eens gaan babbelen met Ton van Munsteren. Er zijn meer corrifeeën op het forum overigens, die goed weten hoe je de ontwikkeling van een vliegend model moet aanpakken. Zij hebben het ook geleerd, of konden het gewoon. Dat bestaat ook nog. Wil je echt doorpakken, moet je met hen aan de klets.
Het is altijd prettig te weten wat je aan het ontwikkelen bent, zeker rekenkundige achtergrond zou gewenst kunnen zijn. Toch ook met inzicht, vaardige handjes en een goed oor te luister, of scherp oog om in te lezen, kan je heel ver komen. En de ruggengraat natuurlijk om door te pakken. Je moet dus stevig in je ideeologie zitten, anders blijft het bij dagdromen. Dat mag altijd. Het blijft niet bij slechts wat pixels verschalen...
Dan het model zelf... maak je een foamie, een hout of kunststofbouw.
De laatste twee gaat natuurlijk veel geld in zitten, en in alle gevallen een bende tijd. Je wilt zorgvuldig werken, en niet dat je model na 500 uur frutten met grote zwier en zwanenzang de grond in klapt, of dat je er niet mee durft te vliegen, omdat je niet zeker bent of je je huiswerk wel goed hebt gemaakt. Dan moet je het bij bootjes houden... die blijven drijven, tenzij de de Wasa op schaal bouwd.
Moderne militaire jachtvliegtuigen, jets.. hebben vleugelprofielen die voor supersone snelheden ontwikkeld zijn, en amper voor 'gewonosoon'. Los van het feit dat er computers voor nodig zijn de zaak in de lucht te houden. Vergeet niet, de Concorde vloog stabiel zonder computers. Er zijn een hoop rekenlinealen versleten op het toestel.
Al met al complexe materie. Een schaaljetmodel vlieg je niet supersoon. Daar begint al je eerste vraagstelling bij het op te lossen probleem.
Dan moet je de bekende, in zwang zijnde vleugelprofielen gaan bestuderen, die reeds bij de vliegende modellen in de afgelopen modelbouwhistorie zijn gebruikt.
Keuze gaan maken welke het best voor je model geschikt zal zijn, en dat in te passen Gelukkig zijn daar weer programmaatjes voor... zoals Profilli, dus clevere koppies zijn al voor je aan het werk geweest.
Maar... de keuzes maakt de ontwerper, niet het programma.
Een vliegend schaalmodel kan je ook ontwikkelen, door een bestaand bouwdoosje van een kistje zeer zorgvuldig in mootjes te snijden, over te trekken, of direct onder de scanner te leggen. Bij veel ´grote´ merken bouwdozen, zijn zorgvuldige modelbouwers aan het werk geweest. Ware vakmannetjes van het type horlogebouwer. Schaal? Hoewel zij toch ook rekening moeten houden met de productiemethode voor het tot uitdrukking brengen van schaal. Dieptrek, of spuitgietwerk. De kunststofsoort bepaald de resolutie van het model. Soms worden onderdelen of componenten overdreven, om het optische schaaleffect te versterken.
Daarvoor is het ook een ´model´ een voorstelling van een werkelijkheid.
Doch hoe dan ook, war je ook je mouwen voor gaat opstropen, ook hier moet je een keuze gaan maken voor een geschikt vliegprofiel, inschattingen van de vliegkansen gaan maken, om het zaakje werkelijk vliegend te krijgen.
Naja er ligt nog een wereld van ontdekking voor je in het verschiet.
Wellicht zien we straks de fraaiste modellen uit je hand vloeien! Dat zou leuk zijn.
Gr Bas