De zaak is toch wel een beetje afgedreven van INDOOR electro richting OUTDOOR electro. Volgens mij is Robert-Jan toch ook bezig met indoor electro? Ik was dat zelf ook van plan, maar het gaat bij mij niet zo hard omdat ik niet zo'n doorpakkende bouwer ben. Ik ben vorige winter wel begonnen aan een Mickey van depron, maar de verhoudingen van zo'n 2,5cc LB model lijken niet te passen voor indoor electro. De romp blijkt namelijk eigenlijk veel te kort en te klein. We zullen nog eens verder gaan kijken. Misschien dat het deze winter lukt.
Zelf even afdwalen over brekende lijnen: de lijnen die wij hebben kunnen normaal een veel hogere kracht verwerken dan echt nodig is. Het is anders als er een zwak punt is. Dat kan ontstaan door een 'kink', dat is een scherpe hoek in het draad. Het is namelijk heel flexibel, maar niet in korte hoeken. Een kink ontstaat bijvoorbeeld als er een lus in de lijn zit en de lijn dan wordt aangetrokken.
Ook door buigingen op punten waar de flexibiliteit is weggenomen (bijvoorbeeld bij de uiteinden van de lijnen, waar de oogjes gemaakt zijn) kan een zwak punt ontstaan waardoor een lijn kan knappen. Daarom moeten die uiteinden zo flexibel mogelijk worden gemaakt (daar zijn methoden voor) en moet er niet te lang met dezelfde lijnen worden doorgevlogen (je kunt er wel nieuwe oogjes aan maken, al worden de lijnen dan wat korter, maar dan zijn ze voor kleinere toestellen nog wel bruikbaar.
Tenslotte kan een zwak punt ontstaan als er flux van solderen op spat. Daarom vind ik het geen goed idee om de uiteinden van de lijnen te solderen, en als je soldeert aan een tank of landingsgestel en je gebruikt flux, zorg dan dat er geen lijnen in de buurt liggen.
Ook met een zwak punt kunnen lijnen nog heel lang meegaan, maar ze zijn dan wel zo verzwakt dat als er iets gebeurt waardoor piekbelasting ontstaat, (stel je verliest lijntrek en holt achteruit, je kunt het model dan wel weer opvangen, maar daarbij wordt er wel even heel hard aan de lijn getrokken). Soms is het zo dat als er één lijn breekt, de andere niet sterk genoeg is om de kracht op te vangen en dat ze dan allebei breken.
Als het model recht vliegt en de up-lijn breekt, dan komt dat overeen met 'full down', zodat het model meteen recht de grond in vliegt. Als in dezelfde situatie de down-lijn breekt gaat het model loopings vliegen die je verder niet kunt controleren tot de brandstof op is of hij crasht. Bij stunt komt het bijna alleen voor dat beide lijnen breken in een crash, dus daar vliegt het model eigenlijk nooit weg.
Combat is een heel ander verhaal. Als de lijnen van de twee toestellen elkaar met hoge snelheid kruisen kan het zijn dat daardoor de lijnen van een van de toestellen breekt. In nogal wat gevallen zorgen de er nog aan hangende lijnen als een soort sleep anker voor een bepaald evenwicht, waardoor het model de hemel in spiraalt. Soms crasht hij dan een eind verderop, soms verdwijnt hij op grote hoogte uit het zicht, maar hij moet ergens neerkomen. Dat is altijd gevaarlijk. Daarom overweegt men in wedstrijdcombat een automatische motorafslag die in werking treedt als de de lijnen niet meer worden vastgehouden (door gebroken lijnen of een losgelaten handvat). Dit wordt getriggerd door het wegvallen van de middelpunt zoekende kracht.