Een man en zijn vrouw liggen rustig te slapen, wanneer er ineens op hun deur gebonkt wordt. De man draait zich om en kijkt naar zijn klok, die aangeeft dat het half vier ‘s nachts is. Hij besluit dat het veel te laat is om z’n bed uit te gaan en draait zich weer om. Niet lang daarna herhaalt het gebonk zich, dit keer twee keer zo hard. Hij hoort dat zijn vrouw zich omdraait. ‘Ga je niet open doen?’ vraagt ze ietwat geïrriteerd. Hij besluit toch maar te gaan kijken wie er zo brutaal is om om half vier ‘s nachts op zijn deur te staan bonken, dus hij sleept zichzelf uit bed en waggelt de trap af.
Wanneer hij de deur open doet staat er een man voor zijn neus, overduidelijk dronken. ‘Hallo daar,’ kraamt de vreemde man uit. ‘kun je me misschien even een duwtje geven?’ De man weet niet wat hem overkomt. Het is half vier ‘s nachts en een dronken man staat aan zijn deur, vragend om een duwtje? Dat hij nog rijdt in deze toestand! Het antwoord van de man is dan ook duidelijk: ‘Nee, rot op. Het is half vier, ik lag in bed.’ Hij slaat de deur dicht en gaat zo snel mogelijk zijn bed weer in.
Als hij zijn vrouw vertelt wat hem net is gebeurd, zegt ze dat ze dat niet heel netjes van hem vindt. Ze herinnert hem aan die keer dat zij bijna in dezelfde problemen zijn gekomen: ‘We gingen de kinderen ophalen bij de oppas, het regende keihard en de auto begaf het, weet je nog? Je moest bij een man aankloppen om de auto weer te laten starten. Wat was er gebeurd als die man ons ook had verteld dat we moesten oprotten?’ De man reageert: ‘Maar deze man was dronken!’ Zijn vrouw antwoordt hem weer dat dat niet uitmaakt. ‘Hij heeft onze hulp nodig, dus dat moeten we hem geven.’
Mopperend staat de man weer op, kleedt zich enigszins aan en strompelt weer naar beneden. Als hij de deur openmaakt is de man nergens meer te bekennen, dus roept hij: ‘Hey, wil je nog steeds een duwtje?!’ Hij hoort een stem in de verte zijn vraag beantwoorden met ‘ja graag!’ Hij kan de vreemde man nog steeds nergens zien, dus roept hij: ‘Waar ben je dan?’ Waarop hij als antwoord krijgt: ‘Ik ben hier, op je schommel!’