Alle drie de beschrijvingen van lift die hier genoemd zijn, Bernouilli, Newton en Werveltheorie zijn beschrijvingen van het zelfde stroming, vanuit een ander gezichtspunt. Alle 3 verklaren ze lift en ze zijn alle drie geldig en komen ieder tot de zelfde uitkomst.
... enz..
Rick heeft hier natuurlijk alweer volkomen gelijk, alle drie de beschrijvingen zijn natuurkundig juist, vallen samen en adequate middelen om op een theoretisch niveau te werken.
(was dat niet zo dan zouden we met een natuurwetenschappelijke tegenspraak te maken hebben en dat zou pas een sensatie zijn!)
Maar ik vraag me toch af of de vraagsteller(s) en de vraagstelling hiermee gediend is.
Dit draadje begon zo’n 4.5 jaar geleden met verwarring betreffende het al of niet verschillen tussen bewegen door de lucht of lucht bewegend om een stationaire vleugel.
Snel verliep het in onzekerheid over de hopeloos verbreide ‘’ongelijke pad theorie’’ en als die niet klopt wat dan wel.
Ik denk dat er, op een populair wetenschappelijk niveau, nog steeds behoefte is, ofwel niet adequaat beantwoord is, de toch wel levende vraag: hoe ontstaat lift bij een vleugel.
En dan natuurlijk wel een verklaring die goeddeels de werkelijkheid geen geweld aan doet.
Volgens mij gaat het steeds mis omdat bij voorbeelden die lift proberen uit te leggen steeds een (dikwijls karikatuur van ) een dik gewelfd profiel vertoond wordt (want dat hebben we zelf op Schiphol ook zo gezien) en vervolgens steeds over onder en bovenstromingen wordt gepraat.
Het gevolg is dat er erg makkelijk naar de boven/onder verschillen geredeneerd kan worden en vervolgens met de Bernoulli toverformule (want het lijkt toch sprekend op de bekendste Bernoulli demo: de venturi) klopt ineens alles.
Vervolgens ontstaan ‘’gelovigen’’ die alle tegenwerpingen negeren zoals het functioneren van: symetrische profielen, vlakke platen, ‘holle’’ en ‘’bolle’’ profielen, inverted vliegende asymetrische profielen etc.
Ik denk dat de weg zou moeten zijn: dat er eerst uitgegaan wordt van een eenvoudige beeldende uitleg van lift gegenereerd door een
vlakke plaat.
Pas dan naar a) het extra effect van het buigen van de skeletlijn en b) het stroomlijnen van het lichaam om de (al dan niet gewelfde) skeletlijn.
Het inzicht zou mi moeten zijn dat die laatste twee in essentie geen veranderingen van de basisprincipes teweeg brengen maar slechts verbeteringen van het rendement (en constructieve mogelijkheden) zijn.
(met een vlakke plaat als uitgangspunt ben je ook ineens af van die opvatting: ''ik heb een depron shocky en die vliegt kennelijk dmv hele andere principes, af'')
Ik wil me daar wel eens aan wagen, maar heb momenteel niet zoveel tijd en misschien is de bovenstaande suggestie al voldoende aansporing tot enige zelfwerkzaamheid.
(of verklaringen bij voorbaat dat ook dit allemaal onzin is)
(
@Rick: misschien kan jij jouw invloed bij onze geliefde overkoepelende vereniging, na deze bekering van het MBF, eens aanwenden om te zorgen dat, ook nog in recente publicaties en examens, het ongelijke pad verhaal eens van tafel gaat?)